Bij Sport en Bewegen leven verschillende vragen rondom studiesucces. Een van de vragen die de opleiding heeft is gericht op de werking van drempels en de mogelijke invloed daarvan op het aantal langstudeerders. Sport en Bewegen geeft aan dat het lukt om langstudeerders te laten uitstromen, maar doordat er nieuwe langstudeerders bij blijven komen, de totale groep niet afneemt. Een factor die op de instroom van langstudeerders van invloed zou kunnen zijn is de aanwezigheid van drempels in het curriculum. Binnen het programma van Sport en Bewegen zijn er verschillende drempels in het curriculum ingebouwd. Ten eerste zijn er bepaalde eisen waaraan studenten moeten voldoen voordat zij aan de stage in het 3e jaar mogen beginnen. De opleiding biedt de studenten die nog niet met hun stage mogen beginnen de optie om alvast de vakken te volgen die ze anders ná de stage zouden krijgen. Deze vakken worden twee keer in het jaar aangeboden. Een andere optie is dat studenten het 2e jaar opnieuw doen. Door deze twee opties aan te bieden kunnen studenten die nog niet aan hun stage mogen beginnen hun achterstand wegwerken, actief met de studie bezig blijven en blijven ze in contact met de opleiding en klasgenoten
DOCUMENT
In 2020 heeft het SIA Lectorenplatform Sport en Bewegen in opdrachtvan Topteam Sport gewerkt aan de ontwikkeling van een praktijkgerichtekennis- en innovatieagenda op het gebied van sport en bewegen.Doel van het opstellen van deze kennis- en innovatieagenda is om thema’ste identificeren die bij kunnen dragen aan het oplossen van de maatschappelijke uitdagingen waar we mee te maken hebben. Voorbeelden daarvanzijn de stijgende bewegingsarmoede en zorgkosten onder diverse bevolkingsgroepen, de stijgende gezondheidsverschillen tussen mensen met een hogeen lage opleiding en de toenemende segregatie tussen bevolkingsgroepen.De praktijkgerichte kennis- en innovatieagenda draagt bij aan het oplossenvan de handelingsverlegenheid van sport- en beweegprofessionals bij dezeuitdagingen en het professionaliseren en innoveren van de beroepspraktijk.
DOCUMENT
Haarlem heeft en doet veel voor jong en oud. Toch is er een groot aantal jongeren dat op de middelbare schoolleeftijd stopt met sporten en actief bewegen. Vooral adolescente meiden vinden het lastig een passend sportaanbod te vinden of actief te blijven. Maar welke sport- of beweegactiviteit past bij meiden in de leeftijdsgroep 13 tot 20 jaar, hoe moet een passende sport worden aangeboden en welke barrières ervaren zij op het gebied van sport en bewegen? Deze vragen waren de basis voor een onderzoek dat is uitgevoerd door de gemeente Haarlem in samenwerking met Hogeschool Inholland, SportSupport en Voetlab (KNVB).
LINK
De openbare ruimte biedt veel kansen om mensen aan het bewegen en sporten te krijgen en daarmee gezondheidswinst te realiseren. Er wordt echter zelden onderzocht hoe men daadwerkelijk gebruik maakt van openbare sport- en beweegplekken. Deze inzichten zijn nodig om op termijn optimaal gebruik te kunnen maken van de openbare ruimte in de strijd tegen overgewicht en bewegingsarmoede. Dit postdoc onderzoek beoogt hieraan bij te dragen door kennis te ontwikkelen over het gebruik van openbare sport- en beweegplekken. Onderzocht wordt hoe de fysieke kenmerken van openbare sport- en beweegplekken gerelateerd zijn aan het beweeggedrag van gebruikers. Ook wordt onderzocht in welke mate het organiseren van sportactiviteiten het gebruik van dergelijke plekken beïnvloedt.
Beweegrichtlijnen geven aan hoeveel beweging nodig is voor een goede gezondheid van jong tot oud. Voor een gezonde leefstijl van kinderen zijn bewegen, samen spelen, samen leren en samen werken van groot belang, maar dat geldt ook voor ouderen. Picoo brengt het belang van bewegen en samenzijn bij elkaar. Dat zorgt voor een goede ontwikkeling van het kind, het welzijn van ouderen en het verstevigen van het bewegen en samenzijn in de maatschappij. Project: Actief Plezier met Picoo: Jong en Oud in Beweging! Vraag: Draagt Picoo bij aan meer beweging en verbinding tussen kinderen en ouderen door samen te bewegen? Doel: Het inzetten van Picoo leidt tot meer samen beweging, waardoor welzijn van ouderen en ontwikkeling van het kind en meer beweging wordt vergroot. Methode: Mixed method observatieonderzoek /survey/kort gesprek Kinderen tot 18 jaar en senioren 65 plus met een zorgvraag T0: kinderen en ouderen krijgen uitleg over het gebruik van Picoo Interventie: Picoo is een controller en spelcomputer ineen, ontwikkeld om kinderen (maar ook volwassen) interactief buiten te laten spelen.6 Tijdens de actieve games heeft elke deelnemer een eigen controller. De controllers staan met elkaar in verbinding. T1 Tijdens het spel wordt d.m.v. een observatielijst gekeken hoe jong en oud reageren op het samen spelen met Picoo. T2 Na het spel geven kinderen en ouderen door middel van Visual Analogue Scale (smileys) wat hun ervaringen zijn. T3 Na het spel gaan kinderen en ouderen kort met elkaar in gesprek over hun ervaringen Uitvoering: Interdisciplinaire mix van studenten Verpleegkunde, Fysiotherapie, Mens en Techniek en Social Work Eindproduct: Nieuwe testcase en input voor doorontwikkeling Picoo richting verbinding jong en oud. Kennis over mogelijkheden/ervaringen over verbinding door beweging wordt gedissemineerd naar de praktijk en onderwijs. Resultaten worden gerapporteerd en gepubliceerd op relevante sites zoals bijvoorbeeld kenniscentrum sport en bewegen, zorginstellingen en scholen.
De effecten en de werkzame bestandsdelen van interventies in de openbare ruimte zijn nog weinig onderzocht doordat deelnemers vaak niet geregistreerd worden en het ontbreekt aan een praktisch toegepast en uniform meetinstrument dat vergelijking mogelijk maakt. Gemeenten en sportservice organisaties geven wel aan dat ze behoefte hebben aan monitoring en evaluatie zodat ze op dit thema kunnen bijsturen en opschalen. In dit project willen HAN, Team Sportservice, Clever Sports en twee gemeenten samen met buurtsportcoaches aan de slag gaan omdat zij vanuit gemeenten de taak hebben om meer mensen te laten bewegen in de buurt. Daarbij wordt een meetinstrument ontwikkeld voor effecten in de openbare ruimte. Dit gaat buurtsportcoaches en beleidsambtenaren helpen om samen dezelfde taal over de opbrengsten te spreken en leerervaringen uit te wisselen. Er worden drie interventies op acht plekken onderzocht. De projectresultaten zijn een gevalideerd meetinstrument waarvan het gebruik opgeschaald wordt naar andere gemeenten in het netwerk. Verder worden de opbrengsten van bewegen in de openbare ruimte in een rapportage opgeleverd, waarbij ook aandacht is hoe de opgehaalde opbrengsten gezien worden door professionals in andere beleidsdomeinen. Tot slot helpt dit project de HAN om hun kennis over effecten van sport bij toekomstige evaluaties in te zetten.