Het belang van sport en bewegen voor een gezond en vitaal Nederland is overduidelijk voor de ‘believers’ in de kracht van sport. De sport heeft echter moeite om deze kracht daadwerkelijk aan te tonen in het politieke en publieke debat. Daarnaast zijn er nog veel (groepen van) burgers die niet of te weinig bewegen en een inactief leven leiden.
Over the last few decades the power struggle between nations to win medals in major international competitions has intensified. This has led to national sports organisations and governments throughout the world spending increasing sums of money on elite sport. Several nations have indeed shown that accelerated funding in elite sport can lead to an increase of medals won at the Olympics. Nevertheless, in spite of increasing competition and the homogenisation of elite sports systems, the optimum strategy for delivering international success is still unclear. There is no model for comparing, and increasing, the efficiency and effectiveness of elite sport investments and management systems. This makes it difficult for sports managers and policy makers to prioritise and to make the right choices in elite sports policy. This book presents an international comparison of elite sport policies in six nations (Belgium, Canada, Italy, the Netherlands, Norway and United Kingdom). Over 1,400 athletes, coaches and performance directors in these nations have provided information on the climate to perform at the highest level of elite sport in their country. Over a hundred criteria are evaluated and compared using a scoring system in nine sport policy areas. This book is aimed at sports professionals, academics and politicians seeking a better understanding of the factors that lead to international sporting success and seeking insights in future sport policy developments.
A broad agenda with societal urgency — From improving children's learning performances to delaying the onset of Alzheimer's disease. From productive employees to playing football to counteract radicalisation. From including the disabled to economic export product. Sport can make a positive contribution to dealing with social, cultural and healthcare issues more effectively and can stimulate both personal and economic growth. Two conditions must be satisfied if these contributions are to be realised in a structural, sustainable and successful manner. One: all parties involved must collaborate to realise the evidence-based added value of sport in practice. Two: politicians, industry, healthcare and health insurers must recognise that it is in everybody's interest that sport acquires this key role.
DE MIDDENMANAGER EN ZIJN ZORGLOGISTIEKE PROBLEMEN VOOR PATIËNTEN MET EEN LAGE SES IN HET ZIEKENHUIS IN DE PERIODE VAN EEN CRISISSITUATIE RONDOM HET UITBREKEN VAN EEN PANDEMIE (COVID-19 VIRUS) Dit postdoc onderzoek richt zich op de zorglogistieke problemen van middenmanagers in ziekenhuizen na het uitbreken van een pandemie, bijvoorbeeld de COVID-19, de gevolgen binnen de zorg voor patiënten met een lage SES en mogelijke verbeteringen door middenmanagers voorgesteld en reeds ingevoerd. De coronacrisis treft lager opgeleiden harder, ondermeer vanwege onvoldoende digitale vaardigheden. Pandemieën zullen vaker voorkomen en oplossingen voor zorglogistieke problemen bij de COVID-19-uitbraak zullen wellicht ook in andere situaties met pandemieën van toepassing zijn. Maatregelen voor lager opgeleiden met weinig digitale vaardigheden zullen ook in andere situaties bruikbaar zijn. Zorglogistiek heeft als doel om de juiste zorg op de juiste plaats en tijd en tegen zo laag mogelijke kosten te leveren. Middenmanagers, nog veelal intern gericht, hebben een positie tussen uitvoerenden en Raad van bestuur. Er worden 15-20 semigestructureerde interviews uitgevoerd met middenmanagers in ziekenhuizen. Een verbeteroplossing wordt ontwikkeld in een experiment binnen de learning community in het CWZ-ziekenhuis in Nijmegen. De resultaten zijn een onderzoeksrapport, een artikel, inhoudelijk materiaal voor het onderwijs en de uitkomsten van een experiment. Het onderzoek past binnen de programmalijn Healthcare Logistic van het lectoraat Logistiek & Allianties van de HAN en het thema Duurzaam transport en intelligente logistiek van de Strategische onderzoeksagenda hbo 2016-2020 van de Vereniging Hogescholen. Het sluit aan bij het Zwaartepunt Health en lage SES van de HAN, specifiek bij de Programmalijn Werken aan herstel. De postdoc is werkzaam in de bachelor- en masteropleidingen in de domeinen bedrijfskunde en zorg en welzijn. De postdoc kan de verbinding leggen tussen de logistieke kennis en vaardigheden uit bedrijven naar de zorglogistiek in bachelor en masteropleidingen in de zorg en welzijn.
De nieuwe jeugdwet (2014) en de wet op passend onderwijs (2012) hebben als doel kinderen zoveel mogelijk in hun eigen leeromgeving laten opgroeien, waarbij het onderwijs en de jeugdhulp rondom het kind en het gezin worden georganiseerd (Coalitie passend onderwijs - jeugdhulp - zorg, 2018). Als gevolg hiervan wordt van professionals in het domein ‘kind en educatie’ (onderwijs, kinderopvang, sociaal werk, jeugdzorg, buurtwerk, sociaal werk en gemeente) steeds meer verwacht dat ze samenwerken met professionals uit verschillende sectoren om de zorg rondom het kind zo optimaal mogelijk te organiseren (interprofessioneel samenwerken). Van lerarenopleiders wordt verwacht dat zij studenten voorbereiden op het interprofessioneel samenwerken in de praktijk. Hiervoor is goed inzicht in deze complexe beroepstaak essentieel. In recente literatuur wordt de noodzaak van interprofessioneel samenwerken steeds benadrukt (Peeters, 2018; Slot & Leseman, 2019), echter een eenduidig beeld van wat goed interprofessioneel samenwerken inhoudt ontbreekt nog, evenals de complexiteitsfactoren die een rol spelen in het werkveld. In het postdoconderzoek wordt door cognitieve taakanalyse (CTA) inzichtelijk gemaakt welke kennis, vaardigheden en attitudes onderwijsprofessionals nodig hebben voor interprofessionele samenwerking. Door middel van interviews, observaties en expertmeetings met onderwijsprofessionals in tien goede praktijkvoorbeelden, wordt een vaardighedenhiërarchie ontwikkeld: een overzicht van alle vaardigheden en hun onderlinge relaties. Daarnaast worden complexiteitsfactoren in kaart gebracht. Deze inzichten worden gebruikt om onderwijsmodules te ontwikkelen voor opleidingen binnen KPZ. Uitgangspunt is het vier-componenten instructiemodel dat uitgaat van een hele-taak-benadering (Van Merriënboer & Kirschner, 2018). Dit model is uitermate geschikt voor het aanleren van complexe beroepstaken waarbij kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd zijn. Studenten leren in authentieke leertaken (ontleend uit de CTA) oplopend in complexiteit interprofessioneel samen te werken. Naast het ondersteunen van studenten, draagt dit onderzoek bij aan professionalisering van lerarenopleiders en geeft het inzicht aan het werkveld in de volle breedte van interprofessioneel samenwerken.
Een samenwerking tussen SportDrenthe/Procincie Drenthe, Sportplein Groningen/Provincie Groningen en de Hanzehogeschool. Het doel is om evenementen in Drenthe en Groningen naar een hoger niveau te krijgen. Dit gebeurt door middel van kennisbijeenkomst, adviestrajecten, onderzoek (Hanzehogeschool) en andere vormen van dienstverlening.Het kenniscentrum participeert onder meer in het initiatief om het WK wielrennen naar Groningen/Drenthe te halen. Verder zijn er samenwerkingsverbanden met de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP) en het platform evenementenmanagers van NOC*NSF.