Background: Health-enhancing physical activity (HEPA) promotion programs are implemented in sports clubs. The purpose of this study was to examine the characteristics of the insufficiently active participants that benefit from these programs. Methods: Data of three sporting programs, developed for insufficiently active adults, were used for this study. These sporting programs were implemented in different sports clubs in the Netherlands. Participants completed an online questionnaire at baseline and after six months (n = 458). Of this sample, 35.1% (n = 161) was insufficiently active (i.e. not meeting HEPA levels) at baseline. Accordingly, two groups were compared: participants who were insufficiently active at baseline, but increased their physical activity to HEPA levels after six months (activated group, n = 86) versus participants who were insufficiently active both at baseline and after six months (non-activated group, n = 75). Potential associated characteristics (demographic, social, sport history, physical activity) were included as independent variables in bivariate and multivariate logistic regression analyses.
In the present chapter a status quaestionis of club-organised sport in Flanders/Belgium is presented. More precisely, the most recent and relevant data will be discussed. First, we describe the historical and societal context of sport clubs in Flanders/Belgium. Second, attention is given to the role and the position of sport clubs. Time-trend and cross-sectional data are used to give more insight on this. Third, the main features of sport clubs are presented. Here, we successively focus on the sport clubs’ structural characteristics, their sport provision, their members, their volunteers, their financial situation and the role that sport clubs see for themselves. The fourth section deals with a specific topic, in this way that we provide some data with regard to the question whether sport clubs can be considered as health promoters.
Aspects of involvement in sports and active leisure in an organized context have been extensively investigated, but none of these studies provides a comprehensive picture of the membership involvement of members in voluntary clubs (MI). Our research aims to obtain an overview of existing knowledge on MI by conducting a systematic review study of academic articles. The results show that, over the years, insights into MI have increased, inducing a well-elaborated concept. MI appears to be shaped by three main dimensions (i.e., participation, personal relevance, social world), four groups of predictors (i.e., personal characteristics, psychological, organizational, and social aspects) and three levels of outcomes, for individuals (i.e. health, skills, diversion, social connectedness), organizations (i.e., support and loyalty) and society (i.e., healthy life style, social capital, learning communities). Moreover, we show a circular effect of the outcome-aspects that also predict MI. Based on these results, we develop a framework of membership involvement, propose future research directions, and discuss scientific and practical implications.
LINK
Veel kinderen in de leeftijdsgroep van 8 tot 12 jaar haken af op de sportclub door slechte ervaringen met goedbedoelende, maar vaak onvoldoende deskundige jeugdtrainers en door de soms negatieve sfeer op en rond sportvelden. Dat geldt vooral voor kinderen die moeilijk-te-verstaan (‘lastig’) gedrag vertonen ten gevolge van milde psychosociale problemen. Het project beoogt een gedragsverandering bij jeugdtrainers te stimuleren en daarmee bij te dragen aan een veilig en inclusief klimaat voor kinderen op de sportclub. Getracht wordt om professionals zoals buurtsportcoaches en clubkadercoaches, te voorzien van een gebruiksvriendelijke digitale tool voor het begeleiden van jeugdtrainers. Daartoe wordt via een social design-benadering gefaseerd gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de digitale tool App4Support, waarvan we recent in een eerder project een Proof of Concept (PoC)-versie tot stand hebben gebracht. De verdere ontwikkeling van App4Support vindt plaats binnen drie werkpakketten: 1. Participatie en co-creatie – Sportprofessionals, jeugdtrainers en ouders ontwerpen gezamenlijk gedragsinterventies voor jeugdtrainers die aansluiten bij de realiteit op de sportclub; 2. Gedrag en empowerment – Via interactieve workshops beoordelen sportprofessionals, jeugdtrainers en ouders gezamenlijk op basis van praktijkervaringen in hoeverre de ontworpen gedragsinterventies daadwerkelijk positief gedrag stimuleren en negatieve interacties ombuigen; 3. Waardecreatie en opschaling – Gunstig beoordeelde gedragsinterventies worden geïntegreerd in de digitale tool App4Support, met bijzondere aandacht voor de gebruiksvriendelijkheid van de app, de prioritering van adviezen en de toevoeging van gamification-elementen. Dit éénjarige project wordt uitgevoerd door Hogeschool Windesheim in samenwerking met Feeton als bedrijf uit de creatieve industrie, met In Opbouw, Intraverte en Sportservice Zwolle als organisaties uit de sector sport en gezondheid, en met enkele sportverenigingen. Vanuit een social design-benadering worden pedagogische inzichten, innovatieve methodes, gebruikerswensen en digitale technologie gecombineerd ter stimulering van positieve sportervaringen voor kinderen met milde psychosociale problemen.
Sportclubs hebben door de coronamaatregelen een stuk lagere omzet omdat hun stadion maar rond de voor 23% kan worden bezet. Sports Alliance heeft een oplossing ontwikkeld waarmee automatisch een optimalere stadionbezetting kan worden bepaald, maar om hiermee daadwerkelijk een optimale bezetting te halen in de praktijk is up-to-date informatie van de individuele bezoekers nodig. Een onhandelbare situatie wanneer het gaat om duizenden bezoekers per wedstrijd. Dit is alleen te realiseren d.m.v. een conversational agent die automatisch gesprekken afhandelt, gecombineerd met herkenning van "actionable results" en automatische afhandeling in de betrokken systemen, zoals ticketing. Een dergelijk systeem dat om kan gaan met ad-hoc wijzigingen biedt ook buiten de huidige situatie meerwaarde voor de clubs, bijv. rond de standaard 10-15% no-shows. In dit project doen we het nodige vooronderzoek en ontwikkelen we een eerste proof-of-concept van een dergelijk systeem. Ook ontwikkelen we de vervolgaanvraag incl. verdere uitbreiding van het consortium.
Big data spelen een steeds grotere rol in de (semi)professionele sport. De hoeveelheid gegevens die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Sportbegeleiders (coaches, inspanningsfysiologen, sportfysiotherapeuten en sportartsen) maken steeds vaker gebruik van sensoren om sporters te monitoren. Tijdens trainingen en wedstrijden worden de hartslagen, afgelegde afstanden, snelheden en versnellingen van sporters gemeten. Het analyseren van deze data vormt een grote uitdaging voor het begeleidingsteam van de sporters. Sportbegeleiders willen big data graag inzetten om meer grip te krijgen op sportblessures. Blessures kunnen namelijk desastreuze gevolgen hebben voor teamprestaties en de carrière van (semi)professionele sporters. In totaal stopt maar liefst 33% van de topsporters door blessures met hun sportloopbaan. Daarnaast is uitval door blessures een belangrijke oorzaak van stagnatie van talentontwikkeling. Het lectoraat Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam heeft veel expertise op het gebied van blessurepreventie in de sport. Sportbegeleiders hebben het lectoraat Sportzorg benaderd om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: Wat zijn op data gebaseerde indicatoren om sportblessures te voorspellen? Deze onderzoeksvraagstelling is opgesplitst in de volgende deelvragen: 1. Hoe kan met sensoren relevante data van sporters verzameld worden om de sportbelasting in kaart te brengen? 2. Welke parameters kunnen blessures voorspellen? 3. Hoe kunnen deze parameters op betekenisvolle en eenvoudige wijze naar sportbegeleiders en sporters teruggekoppeld worden? Het project resulteert in de volgende projectresultaten: - Een overzicht van nauwkeurige en gebruiksvriendelijke sensoren om sportbelasting in kaart te brengen - Een overzicht van relevante parameters die blessures kunnen voorspellen - Een online tool dat per sporter aangeeft of de sporter wel of niet training- of wedstrijdfit is Bij dit project zijn de volgende organisaties betrokken: Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Leiden, VUmc, Rijksuniversiteit Groningen (RuG), Amsterdam Institute of Sport Science (AISS), Johan Sports, Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport (NVFS), VV Noordwijk (voetbalclub) en Black Eagles (basketbalclub).