Het doel van dit onderzoek is om na te gaan of tweejarige kinderen met spraak- en taalproblemen door vroege opsporing en gevolgde zorgtrajecten vooruitgaan in hun ontwikkeling, wat ervaringen van ouders zijn, of de geadviseerde zorg wordt opgevolgd (bereik)s en welke kosten de verschillende zorgtrajecten met zich mee brengen.
DOCUMENT
Zowel in de jeugdgezondheidszorg als in het onderwijs worden verschillende instrumenten ingezet voor de monitoring van de spraak- en taalontwikkeling en de opsporing van mogelijke problemen in de spraak- en taalontwikkeling. Geen van deze instrumenten hebben bewezen voldoende psychometrische eigenschappen. Het doel is om een valide uniform signaleringsinstrument te ontwikkelen voor de opsporing van spraak-, taalproblemen bij kinderen van 1 tot 6 jaar voor zowel de Jeugdgezondheidszorg als voor het basisonderwijs.Voor de constructie van het signaleringsinstrument is (1) een Delphistudie uitgevoerd naar het construct ‘spraak-, taalontwikkeling’ en de alarmsignalen van een niet goed verlopende ontwikkeling; (2) is de face validity van de vragen over de items (samenvoeging alarmsignalen en items andere instrumenten) bepaald, en (3) zijn de ervaringen en wensen van ouders en professionals ten aanzien van signalering in kaart gebracht door middel van semigestructureerde interviews.In de normeringsfase wordt de geconstrueerde lijst afgenomen bij een gestratificeerde steekproef van in totaal 2000 ouders van kinderen (1 tot 6 jaar) in Nederland. De itembank bevat op dit moment 75 items die vallen binnen het construct ‘spraak-, taalontwikkeling’ en beschrijven de linguïstische domeinen en interactie. Selectie van de beste items gaat nog plaatsvinden op basis van nonparametrische item response theorie analyse. De definitieve set items wordt gevalideerd tegen uitgebreide taaltesten.Ons instrument uiteindelijke instrument kan gaan bijdragen aan de gezamenlijke taak van zorg en onderwijs in het monitoren van de spraak- en taalontwikkeling en de opsporing en verwijzing van kinderen met problemen in de spraak- en taalontwikkeling.
DOCUMENT
Deze handreiking is ontwikkeld voor logopedisten die werken met kinderen met spraak- en taalontwikkelingsstoornissen. De handreiking is hoofdzakelijk gebaseerd op ervaringen van logopedisten die werken in een eerstelijnspraktijk. Tijdens de eerste Covid-19 lockdown in maart 2020 zijn we in Nederland massaal overgestapt naar online werken. Ook logopedisten gingen hiermee aan de slag. Er was weinig bekend over geschikte en veilige beeldbelplatforms of over de aanpak van online spraak- en taaltherapie. De urgentie om met kinderen te blijven werken was echter hoog. Er is in de beroepspraktijk een schat aan kennis en ervaring opgedaan. Om logopedisten te ondersteunen bij het online werken is in deze studie de kennis uit de literatuur geïnventariseerd en zijn de kennis en ervaringen van logopedisten opgehaald. Deze handreiking is tot stand gekomen in drie fases van een studie die liep van juni 2020 tot en met september 2020. In de eerste fase zijn ervaringen van logopedisten met online logopedie verzameld op sociale media als Facebook en LinkedIn. Wij hebben gekeken naar succeservaringen en belemmeringen die logopedisten met elkaar deelden, maar ook naar materiaal dat online is uitgewisseld. Deze ervaringen vormden de basis voor het opstellen van een online enquête om meer te weten te komen over de geïnventariseerde onderwerpen. In de tweede fase is deze enquête online verspreid en ingevuld door 218 logopedisten uit verschillende werk-settingen. Op basis van de enquête en een literatuuronderzoek zijn per onderwerp de belangrijkste conclusies en vragen gebundeld tot een concept Handreiking online logopedie voor kinderen met spraak- en taalstoornissen. In de derde fase zijn in samenwerking met Auris onderwerpen voor focusgroepen opgesteld. Deze onderwerpen werden besproken in twee focusgroepen met in totaal negen logopedisten.
DOCUMENT
Deze leidraad is voortgekomen uit ons afstudeerproject voor de opleiding Logopedie te Hogeschool Utrecht. Aan de hand van de leidraad willen wij logopedisten in Nederland op weg helpen met het toepassen van dynamisch testen in de praktijk. Zoals de titel weergeeft is de leidraad gericht op dynamisch testen bij kinderen met spraak- en/of taalproblemen. U vindt informatie over de term dynamisch testen, de verschillende methodes en natuurlijk hoe dynamisch testen toegepast kan worden. Om u een duidelijk beeld te geven zijn er voorbeeldcasussen uitgewerkt met betrekking tot spraak- en/of taalproblemen. In deze casussen zijn bestaande taaltesten gebruikt. Hiermee hopen wij de drempel om dynamisch testen toe te passen te verlagen.
DOCUMENT
Jonge kinderen zijn zeer efficiente taalverwervers. Meestal verloopt de taalontwikkeling van kinderen als vanzelfsprekend, maar sommige kinderen hebben problemen in de spraak- en taalontwikkeling. Door vroegtijdige opsporing, diagnostiek en behandeling van kinderen met problemen in de communicatie kan worden voorkomen dat deze problemen ingrijpen in andere ontwikkelingsprocessen.
LINK
1e alinea column: Waar zullen de zes eerder door mij genoemde digitale trends toe leiden? Breedbandige mobiele Internet toegang, vast mobiel integratie, Voice over IP, spraak-data integratie en mobiel breedband Internet met flat fee prijsstructuren voor enkele euro’s per maand zijn er. Het semantisch net en M2M komen eraan. Het design voor klantinteractie, business, maar ook leren en communiceren worden in hoge mate door social media bepaald.
LINK
Wat kan een reguliere school doen om ook slechthorende kinderen onderwijs te kunnen geven, in een klimaat waarin deze kinderen zich prettig voelen en tot hun recht komen? Inclusief onderwijs betekent dat elk kind de mogelijkheid krijgt om effectief onderwijs te volgen in de eigen buurt, waarbij verschillen tussen kinderen worden gewaardeerd en gerespecteerd. Bij inclusief onderwijs kan elk kind zijn of haar capaciteiten volledig ontplooien. Dat zou dus ook voor slechthorende kinderen moeten gelden. Maar is inclusief onderwijs voor deze groep mogelijk, terwijl recht wordt gedaan aan hun bijzondere communicatiebehoefte? In dit dossier vind je een interview met Annemiek Voor in 't Holt over dit onderwerp. Daarnaast biedt haar achtergrondartikel "Westervoort Inclusief. Een fictieve inclusieve school met dove en slechthorende leerlingen" tal van handvatten waarmee leerkrachten van diverse schooltypen hun onderwijs toegankelijk kunnen maken voor kinderen met een gehoorverlies. Ook vind je verschillende instrumenten waarmee je zelf als horende leraar een indruk kunt krijgen wat jouw slechthorende leerling(en) hoort, en vooral: wat niet. Door een blaffend hondje wordt in een powerpointboekje uitgelegd hoe het oor in elkaar zit, leuk om met de klas eens te bekijken. Op de pagina Voor kids: zo werkt je oor zijn ook nog handige links voor kinderen te vinden. Met een checklist kun je nagaan in hoeverre je zelf daadwerkelijk een actieve luisteraar bent.
DOCUMENT
(Inter)nationaal is er discussie over de vraag of auditieve verwerkingsproblemen (AVP) gezien moeten worden als een unieke klinische diagnose en over de meest geschikte diagnostisering en verwijzing van kinderen in deze doelgroep. Binnen de Nederlandse Audiologische Centra (AC) wordt mede hierdoor verschillend omgegaan met kinderen met zogenaamde onverklaarde luisterproblemen.Het doel van het huidige document is om professionals handvatten te bieden bij het identificeren, diagnosticeren en behandelen van kinderen met luisterproblemen. Het ‘Dutch Position Statement Kinderen met Luisterproblemen’ is ontwikkeld op basis van het huidige wetenschappelijke bewijs omtrent luisterproblemen en op basis van bijeenkomsten gehouden met professionals. Over de volgende 9 statements is consensus bereikt onder professionals van de Nederlandse Audiologische Centra:Definitie:(1) De doelgroep ‘kinderen met luisterproblemen’ is geen unieke en aantoonbare klinische entiteit.(2) De problemen van kinderen met luisterproblemen zijn multimodaal.(3) De symptomen die kinderen met luisterproblemen vertonen kunnen ook voorkomen bij kinderen met andere ontwikkelingsstoornissen, zoals AD(H)D, TOS, dyslexie en leerstoornissen.Signalering en verwijzing:(4) Na signalering van luisterproblemen kan worden doorverwezen naar een multidisciplinair centrum.Diagnostiek:(5) Bij het diagnosticeren van een kind met luisterproblemen zijn minimaal een klinisch- fysicus audioloog, logopedist en gedragswetenschapper betrokken.(6) Luisterproblemen worden in eerste instantie in kaart gebracht met behulp van een anamnese (hulpvraag centraal) en indien beschikbaar een gevalideerde vragenlijst.(7) Bij kinderen met luisterproblemen wordt naast het toon- en spraakaudiogram altijd een spraak-in-ruis test afgenomen.(8) De diagnostische procedure bij luisterproblemen start vanuit een breed ontwikkelingsperspectief.Behandeling:(9) Bij kinderen met luisterproblemen is de interventie gericht op de hulpvraag en staat het handelingsgericht werken centraal.Dit document informeert professionals in Nederland, die te maken hebben met kinderen die worden aangemeld met klachten met betrekking tot het luisteren bij een goed perifeer gehoor over het huidige beschikbare bewijs en over het gezamenlijke standpunt hierover in Nederland.
DOCUMENT
BACKGROUND: Atypical speech and language development is one of the most common developmental difficulties in young children. However, which clinical signs characterize atypical speech-language development at what age is not clear.AIM: To achieve a national and valid consensus on clinical signs and red flags (i.e. most urgent clinical signs) for atypical speech-language development in children from 1 to 6 years of age.METHODS & PROCEDURES: A two-round Delphi study in the Netherlands with a national expert panel (n = 24) of speech and language therapists was conducted. The panel members responded to web-based questionnaires addressing clinical signs. Consensus was defined as ≥ 70% of the experts agreeing on an issue.OUTCOMES & RESULTS: The first round resulted in a list of 161 characteristics of atypical speech and language development. The second round led to agreement on 124 clinical signs and 34 red flags.CONCLUSIONS & IMPLICATIONS: Dutch national consensus concerns 17-23 clinical signs per age year for the description of an atypical speech-language development in young children and three to 10 characteristics per age year being red flags for atypical speech-language development. This consensus contributes to early identification and diagnosis of children with atypical speech-language development, awareness and research.
DOCUMENT