Klimaatbestendige ‘nature-based solutions’ hebben het doel om gezonde stedelijke omgevingen voor mensen, dieren en planten te creëren. De vraag is of er ook risico's aan klimaatadaptatiemaatregelen voor volksgezondheid kleven, zoals bijvoorbeeld mogelijke ziekterisico’s door muggen en teken.
LINK
Ergens in 2007, schat men, werd het punt gepasseerd dat 50% van alle wereldbewoners in steden woonde. Dit percentage zal in de 21e eeuw nog sterk toenemen. Zowel het landschap als de stedelijke ruimte staan onder druk, transformeren onder invloed van economische, politieke, sociale of natuurlijke krachten. De huidige groei vindt voornamelijk plaats in ontwikkelingslanden en in de opkomende economieën van China, India en Zuid-Amerika. Een belangrijk deel van de verstedelijking hier is ongepland en ongestructureerd. In Europa doet zich een ander fenomeen voor. Onder invloed van globalisering en de EU beconcurreren de vele steden in het dichte stedelijke netwerk elkaar als vestigingslocatie voor kennisintensieve bedrijvigheid en creatief' talent. Steden en stedelijke regio's transformeren tot kennisregio's en hun dynamiek wordt bepaald door niet-plaatsgebonden, maar grens- en tijdoverschrijdende netwerken. De bijpassende netwerksamenleving is veel minder dan voorheen 'maakbaar' vanuit het oogpunt van overheidshandelen. Individuele burgers, maatschappelijke organisatie en marktpartijen organiseren zichzelf in steeds wisselende bondgenootschappen. Stedenbouw in deze condities betekend vooral het ruimtelijk anticiperen op dynamische maatschappelijke processen. Er is behoefte aan een nieuwe oriëntatie en een instrumentarium om in deze condities succesvol als ruimtelijk ontwerper te opereren. Het lectoraat wil hieraan een bijdrage leveren en zal zich zowel richten op onderzoek naar concepten van stedelijkheid als op toegepast (ontwerpend) onderzoek naar transformatieopgaven in Europese steden.
DOCUMENT
Het lectoraat richt zich op participatie en stedelijke ontwikkeling. De uitdagingen en problemen die spelen in stedelijke omgevingen gaan vaak over ‘delen’ en ‘verdelen’, en over de voortdurende spanningsverhouding tussen de verscheidenheid én verbondenheid die daarbij hoort. De stad zijn wij. Voor die sociale stedelijke ontwikkeling zet het lectoraat zich in door onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de kracht van relaties en netwerken in de stad te versterken. Dat doen we vanuit onderzoek en onderwijs samen met de praktijk en het beleid. We werken ingebed, als embedded practice-based researchers. We willen relaties en netwerken niet alleen beter proberen te begrijpen, zoals de voortdurende en intrigerende spanningsverhouding tussen eenheid en verscheidenheid van mensen die daar deel van uitmaken. Ook willen we ze een positieve impuls geven, de kracht ervan benutten. Dat doen we mede door ook zelf met betrokkenen samen te werken, door samen te ‘zwermen’ tijdens het onderzoek, met als doel maatschappelijke participatie en stedelijke ontwikkeling te bevorderen. Want, zo zien wij het: voor de 21ste eeuw is er geen andere optie dan te delen. Na het inleidende eerste hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 uiteen gezet wat de kernbijdrage van het lectoraat is. Waar richt het lectoraat zich precies op als het gaat om participatie en stedelijke ontwikkeling? En waarom? In Hoofdstuk 3 werken we die bijdrage verder uit, door in te gaan op de doorontwikkeling van het lectoraat en het onderzoeksprogramma met drie onderzoekslijnen. Onze belangrijkste drijfveer is het realiseren van maatschappelijke impact. We besluiten de tekst in hoofdstuk 4 met een aantal slotbeschouwingen.
DOCUMENT
Bevoorrading en retourstromen in stedelijke gebieden zijn kostbaar en gebonden aan veel regelgeving. Er is verkeersdruk en parkeren (op laad- en losplekken) is vaak slecht mogelijk. Dit project bekijkt een nieuwe techniek om verkeersstromen in Amsterdamse straten te observeren en de relatie te leggen met de bevoorrading van winkels, van de markt en van andere bedrijven en partijen in een straat. Met dit inzicht kan er in samenwerking met vervoerders, leveranciers, ondernemers en bewoners bekeken worden welke oplossingen er zijn om de verkeersdruk te verminderen. Het slimmer en schoner regelen van de bevoorrading en inzameling van afval betekent een beter leefklimaat, een betere bereikbaarheid en niet in de laatste plaats een bruisende wijk waar het prettig vertoeven is. Het samenbrengen van de benodigde data is arbeidsintensief en zal in verband met concurrentie posities en privacy niet altijd mogelijk zijn. Schattingsmodellen en metingen worden daarom ingezet. Een andere techniek is om daadwerkelijk in een winkelstraat te gaan observeren. Fysiek is dat zeer arbeidsintensief en camerabeelden mogen meestal niet worden gebruikt in verband met privacy. Met artificiële intelligentie kunnen objecten (en personen) uit beeldmateriaal worden herkend. Daarover zijn succesverhalen in een social media context gepresenteerd, en recent ook in verkeersomgevingen (vaak snelwegen). In dit project willen we gedetailleerd beeldmateriaal (foto’s) verzamelen, om te zien welke informatie kan worden geleerd met beeldherkennings-algoritmes. Het betreft een verkennend bruikbaarheidsonderzoek met een aantal praktijkpartners.
Groene werkwandeling Eindhoven De onderzoeksvraag van dit project is: Hoe kan de directe werkomgeving in publieke ruimte worden aangepast en verrijkt met natuurlijke elementen om een groene route te creëren die specifiek ontworpen is om wandelvergaderingen te faciliteren en te stimuleren?; Het is bekend dat werken in groene omgevingen concentratie, ontspanning, welbevinden, beweging en creativiteit bevordert (Oppezzo & Schwartz, 2014; Kaplan, 1995; Ulrich et al., 1991). In de gemeente Eindhoven wordt samengewerkt aan dit initiatief, gericht op het bevorderen van innovatieve, gezonde en groene werkomgevingen in stedelijke gebieden. Het project heeft drie kernpunten: 1. Ontwikkeling van Scenario’s voor Groene Werkwandelingen via Co-Creatie: o Doel: Het creëren van diverse groene werkwandelingsscenario’s in samenwerking met stakeholders zoals Yuverta, Fontys, en andere publieke en private partijen. Deze scenario's omvatten routeontwerp, landschapsinrichting, implementatiestrategieën en evaluatiekaders. o Belang: Co-creatie leidt tot innovatieve, op maat gemaakte wandelroutes die aansluiten bij gebruikersbehoeften. 2. Testen van Groene Werkwandelingen in de Praktijk: o Doel: Implementeren en testen van groene werkwandelingen in Eindhoven, met aandacht voor diverse natuuraspecten, seizoensgebonden kenmerken en locatie specifieke eisen. o Belang: Praktijktests zijn essentieel voor het beoordelen van effectiviteit en haalbaarheid, en bieden inzichten voor verbeteringen. 3. Versterken van Samenwerking en Netwerkvorming: o Doel: Opbouwen van een netwerk tussen onderwijsinstellingen, bedrijven, en lokale overheden om samenwerking te bevorderen. o Belang: Sterke netwerken verhogen het draagvlak, stimuleren kennisdeling en creëren synergiën voor duurzame, lange termijn oplossingen. Het practoraat Groene Leefbare Stad; van Yuverta zal dit onderzoek leiden en samen met docenten, docent-onderzoekers, en studenten van het groene Lyceum Eindhoven en Fontys uitvoeren. Studenten verwerven waardevolle kennis over het creëren van groene werkwandelingen en leren samenwerken met diverse stakeholders, waaronder Fontys Hogeschool's lectoraat Move to Be;, Soontiëns natuurlijk Groen, Het Buitenkantoor, Workplace Vitality Hub en de gemeente Eindhoven.
Werken in sociale wijkteams vraagt om integrale aanpak van professionals die zowel wat betreft niveau (mbo/hbo/wo) als vakinhoud (zorg/onderwijs) diverse achtergronden hebben. Daarvoor zijn zowel vakspecifieke competenties nodig, alsook vaardigheden om verbindingen te leggen tussen werelden van onderwijs en zorg, en in wijkteams rondom kind en gezin effectief en resultaatgericht samen te werken. Opleidingsprogramma’s in mbo, hbo en wo voor pedagogiek en educatie zijn nog onvoldoende toegerust om studenten voor te bereiden op deze integrale werkwijze. Geïnspireerd door CDKM en de Nijmeegse beweging Ieder Talent Telt willen onderwijsinstellingen in onze regio daarom de samenwerking van docenten/studenten van verschillende opleidingen en onderzoekers bij grootstedelijke thema’s in het sociale domein bewerkstelligen. Ze zoeken naar mogelijkheden om via projectonderwijs rijke leeromgevingen in te richten waarin studenten multilevel en interdisciplinair leren samenwerken, in verbinding met professionals in het onderwijs, de zorg en de gemeente. Vanuit dit gedeelde urgentiebesef worden er binnen leerwerkplaatsen in Nijmegen gemeenschappelijke leeractiviteiten aangeboden die: • recht doen aan expertise en leerdoelen van studenten van verschillende opleidingen, • invulling geven aan de maatschappelijke opdracht die opleidingen/instituten willen vervullen (zoals verwoord in de strategische agenda van CDKM Nijmegen), • verbindingsmogelijkheden tussen opleidingen verkennen, door te kijken naar doorgaande lijnen in curricula, eindtermen, entree-eisen, om zo de doorstromingsmogelijkheden van studenten te bevorderen, • als voorbereiding kunnen dienen voor deelname aan multi/inter/transdisciplinaire teams in het werkveld van zorg en onderwijs. Het onderzoek betreft de volgende vragen: 1. Wat is de perceptie van studenten, docenten en wijkprofessionals op interdisciplinair en multilevel leren in de context van het sociale domein? 2. In welke mate zijn studenten van verschillende opleidingen succesvol in het behalen van hun leerdoelen in deze onderwijsvorm, zowel op het gebied van vakspecifieke als generieke kennis en vaardigheden?