Cannabis is commonly characterized as the most normalized illicit drug. However, it remains a prohibited substance in most parts of the world, including Europe, and users can still be subject to stigmatization. The objective of this study is to assess to what extent and how cannabis users in different countries with different cannabis policies perceive, experience and respond to stigmatization. We conducted a survey in the Dutch coffeeshops among 1225 last year cannabis users from seven European countries, with national cannabis policies ranging from relatively liberal to punitive. Three dimensions of cannabis-related stigma were investigated (discrimination, perceived devaluation and alienation) and a sum score was used to reflect the general level of stigmatization. Perceived devaluation was the highest-scoring dimension of stigma and discrimination the lowest-scoring. The general level of stigmatization was lowest in the Netherlands and highest in Greece. This indicates that punitive cannabis policy is associated with stigma and liberal cannabis policy is associated with de-stigmatization. Besides country, daily cannabis use was also found to be a significant predictor of stigma, but gender, age, household type and employment status were not.
DOCUMENT
Introduction: Worldwide, there is an increase in the extent and severity of mental illness. Exacerbation of somatic complaints in this group of people can result in recurring ambulance and emergency department care. The care of patients with a mental dysregulation (ie, experiencing a mental health problem and disproportionate feelings like fear, anger, sadness or confusion, possibly with associated behaviours) can be complex and challenging in the emergency care context, possibly evoking a wide variety of feelings, ranging from worry or pity to annoyance and frustration in emergency care staff members. This in return may lead to stigma towards patients with a mental dysregulation seeking emergency care. Interventions have been developed impacting attitude and behaviour and minimising stigma held by healthcare professionals. However, these interventions are not explicitly aimed at the emergency care context nor do these represent perspectives of healthcare professionals working within this context. Therefore, the aim of the proposed review is to gain insight into interventions targeting healthcare professionals, which minimise stigma including beliefs, attitudes and behaviour towards patients with a mental dysregulation within the emergency care context. Methods and analysis: The protocol for a systematic integrative review is presented, using the Preferred Reporting Items for Systematic Review and Meta-Analysis Protocols recommendations. A systematic search was performed on 13 July 2023. Study selection and data extraction will be performed by two independent reviewers. In each step, an expert with lived experience will comment on process and results. Software applications RefWorks-ProQuest, Rayyan and ATLAS.ti will be used to enhance the quality of the review and transparency of process and results. Ethics and dissemination: No ethical approval or safety considerations are required for this review. The proposed review will be submitted to a relevant international journal. Results will be presented at relevant medical scientific conferences.
LINK
Purpose: Adolescents are the least likely to seek help for their mental health problems. School may be an important route to improve early recognition of adolescents with mental health problems in need for support, but little is known about the barriers to school support.Materials and methods: Data were collected in a longitudinal cohort study of Dutch adolescents (age 12–16) in secondary school (n = 956). We assessed the relation between level of psychosocial problems at the beginning of the school year (T1) and the support used in school at the end of that school year (T2), whether the willingness to talk to others (measured at T1) mediates this relation, and whether stigma towards help-seeking (T1) moderates this mediation.Results: Adolescents with more psychosocial problems were more likely to use support in school and were less willing to talk to others about their problems, but the willingness to talk to others was not a mediator. Stigma moderated the relationship between psychosocial problems and willingness to talk to others.Conclusions: Most adolescents with psychosocial problems get support in Dutch secondary school regardless of their willingness to talk to others about their problems. However, perceiving stigma towards help-seeking makes it less likely for someone to talk about their problems.
DOCUMENT
De wens en noodzaak om het onderwijs goed af te stemmen op verschillen tussen leerlingen zijn groter dan ooit. Het afstemmen op verschillen tussen leerlingen vraagt complexe differentiatievaardigheden en kennis van de leraar, naast het omgaan met praktische uitdagingen. Om te differentiëren maken leraren keuzes ten aanzien van leerdoelen, leeractiviteiten en groeperingsvormen op basis van verwachtingen die zij vormen over individuele leerlingen. Meestal vormen leraren accurate verwachtingen van hun leerlingen. Echter, van gestigmatiseerde groepen leerlingen vormen leraren soms onterecht lage verwachtingen. Deze lage verwachtingen kunnen, onbewust en onbedoeld, het handelen van de leraar beïnvloeden. Het is nog onvoldoende duidelijk hoe professionalisering leraren het beste kan helpen bij het afstemmen op diversiteit. De praktijkvraag van de betrokken werkveldpartijen is dan ook: ‘Hoe kunnen leraren door voortgezette professionalisering geholpen worden om beter af te stemmen op diversiteit in hun klas?’ In dit project werken een Hogeschool, een Universiteit en drie werkveldpartners samen om deze vraag te beantwoorden in drie deelstudies. Gestart wordt met een onderzoek naar de huidige praktijk; het handelen, de opvattingen, de dilemma’s van leraren worden in kaart gebracht, naast de manier waarop zij verwachtingen vormen. In deelstudie 2 wordt onderzocht welke inhouden en vormen van voortgezette professionalisering leraren als effectief ervaren voor hun ontwikkeling op het gebied van het afstemmen op diversiteit in de klas. In deelstudie 3 wordt een professionaliseringsinterventie ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd wat betreft de effecten op het handelen, de opvattingen, dilemma’s en de vorming van leerkrachtverwachtingen. Daarnaast wordt het effect van de interventie op de mate van ondersteuning die leerlingen van hun leraar ervaren onderzocht. Op basis van de uitkomsten van de drie deelstudies ontwikkelen we een passend professionaliseringspalet voor leraren ten behoeve van het afstemmen op diversiteit in de klas in de vorm van onder meer een routekaart en inspiratiekaarten voor leraren.
Ervaringsdeskundigheid in de zorg is sterk in opmars: hulpverleners die hun eigen persoonlijke ervaringen professioneel inzetten bij het herstel van hun cliënten. Onder andere beroeps-en gedragscodes en negatieve beeldvorming staan de optimale inzet hiervan in de weg. Dit promotieonderzoek wil de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) onderzoeken en verstevigen.Doel Dit promotieonderzoek heeft als doel om de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de GGZ te onderzoeken en te verstevigen. Ervaringsdeskundigen hebben vaak creatieve oplossingen, zijn in staat om vanuit hun eigen ervaring aan te moedigen en kunnen helpen het stigma op psychische problemen te verminderen. Dit onderzoek gaat in op relationeel-ethische verschuivingen die plaatsvinden bij de implementatie van ervaringsdeskundigheid en de betekenis van die inkleuring. Het onderzoek wil een bijdrage te leveren aan zowel theorievorming, de waarde van ervaringsdeskundigheid en in het bijzonder een versteviging en verduurzaming daarvan binnen de (ggz) praktijk- en beroepsinnovatie. Een ander doel van het onderzoek is om de opleidingen Social Work te verrijken met nieuwe kennis over ervaringsdeskundigheid. Resultaten Dit onderzoek is een vervolg op eerder onderzoek, waarin we de ervaringsdeskundigheid onder zorgprofessionals onderzochten. Daaruit kwam een aantal interessante inzichten. 45% van de ondervraagde zorgprofessionals bleek zelf ervaring te hebben met de ggz. Zij gaven aan die te willen inzetten in hun werk, maar wisten niet altijd hoe ze hun persoonlijke ervaringen konden combineren met hun professionele rol. Cliënten reageerden over het algemeen goed op hulpverleners die hun eigen ervaring meenamen in de zorg. Maar in de organisaties is nog veel onwetendheid over deze nieuwe rol, met name onder regiebehandelaren (psychiaters en psychologen). In mei '22 vond het jaarlijkse congres plaats van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. De poster over het gebruik van ervaringskennis in de rol van psychiater won een aanmoedigingsprijs. Use of experiential knowledge by mental health professionals and its contribution to recovery: literature review Professionals harnessing experiential knowledge in Dutch mental health settings Lees meer over onze tussentijdse bevindingen in het artikel Ervaringskennis professionals draagt bij aan betere geestelijke gezondheidszorg Posterpresentatie ‘Resultaten voorstudie ervaringskennis onder zorgprofessionals’. Luister onderstaande aflevering uit de podcastserie Lessen uit #HUonderzoek met Simona Karbouniaris (ook te vinden via je favoriete podcastapp). Looptijd 01 maart 2019 - 01 maart 2023 Aanpak Hoewel veel zorgorganisaties moeten wennen aan het idee dat ook reeds werkende zorgprofessionals ervaringsdeskundig kunnen zijn en zich als zodanig profileren, is een groeiend aantal professionals met ervaringsdeskundigheid aan het werk. Deze zorgprofessionals hebben behoefte aan verdere validering van hun nieuwe rol, kennis en praktische handvatten teneinde hun ervaringsdeskundigheid adequaat te kunnen benutten. Dit wetenschappelijk onderzoek bestaat uit een literatuurstudie en een praktijkdeel. Er vindt kwalitatief participatief onderzoek plaats op drie niveaus in de organisatie: onder professionals met ervaringskennis en hun collega's; bij cliënten; bij de 3 participerende organisaties.
Ervaringsdeskundigheid in de zorg is sterk in opmars: hulpverleners die hun eigen persoonlijke ervaringen professioneel inzetten bij het herstel van hun cliënten. Onder andere beroeps-en gedragscodes en negatieve beeldvorming staan de optimale inzet hiervan in de weg. Dit promotieonderzoek wil de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) onderzoeken en verstevigen.