Publinova logo

Zoekresultaten

Producten 764

product

Samenwerken aan effectieve teams in het mbo

Het ontwikkelen en verzorgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs is een teamopgave en collectief handelingsvermogen is een voorwaarde voor die opgave. Onder collectief handelingsvermogen van een team verstaan we een goed functionerend team dat in staat is tot collectief professioneel handelen.Samenwerken in effectieve teamsDit actieonderzoek was gericht op de vraag hoe docententeams, ondersteunende diensten en leidinggevenden in het mbo het collectief handelingsvermogen van teams kunnen versterken, teneinde kwalitatief hoogwaardig onderwijs te realiseren.ConclusiesHet blijkt dat teams een centrale rol spelen in onderwijsvernieuwing, maar de tijd die nodig is om veranderingen vorm te geven, wordt vaak onderschat. Dit is een van de conclusies uit het onderzoek.Ook komt uit het onderzoek naar voren dat wanneer basiscondities als sociale veiligheid en effectieve teamsamenwerking ontbreken, het lastiger is – of zelfs onmogelijk – om teams tot ontwikkeling te brengen. Ook ervaren veel teams weinig tijd om met elkaar te reflecteren op het eigen handelen en functioneren, en zij missen vaak de vrijheid om werk echt anders in te richten.Werkwijze onderzoekIn het onderzoek stonden condities voor de totstandkoming van collectief handelingsvermogen en de doorwerking in en verbetering van de onderwijspraktijk centraal. Zes docententeams, leidinggevenden en ondersteunende diensten in twee mbo-instellingen ontwikkelden hiervoor als ‘reflective practitioners' met elkaar interventies, begeleid door de onderzoeksgroep Teamprofessionalisering (HvA) en het lectoraat Beroepsonderwijs (HU).Dit actieonderzoeks- en ontwikkeltraject was een initiatief van de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met de Hogeschool Utrecht, het Regio College en Friesland College. Ondersteuning en facilitering van het traject wordt mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Nationaal Regieorgaan Onderwijs (NRO).

MULTIFILE

product

Feedback op het leerproces en de toetspraktijk

Dit verslag beschrijft de zoektocht van een groep docenten van het vmbo binnen de C.S.G. Jan Arentsz in Alkmaar. Er zijn drie ontwikkelingen kenmerkend voor de vestiging vmbo: Twee kenmerken hebben betrekking op de inhoudelijke focus van het vmbo: ‘leren in veiligheid’ en de inzet van zogenaamde ‘werkpleinen’. Dit gebeurt vanuit een gezamenlijke visie op de ontwikkeling van zelfstandigheid van leerlingen, welke is uitgewerkt in doelstellingen. De in het kader van dit onderzoek relevante doelstellingen zijn opgenomen in bijlage 1. Het derde kenmerk heeft te maken met het feit dat de C.S.G. Jan Arentsz deel uit maakt van de Academische Opleidingsschool Noord-Holland-West. Er is een toenemend besef van de noodzaak om onderwijsontwikkelingen en –innovaties te evalueren op hun effectiviteit, mede door middel van onderzoek door docenten Het is dan ook binnen deze context dat dit onderzoek heeft plaatsgevonden. Daarbij is nauw samengewerkt met het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam, en in het bijzonder het lectoraat Leren & Innoveren, waar de onderzoeker deel uitmaakte van de kenniskring.

PDF

product

Samenwerken aan effectieve teams in het mbo

Het ontwikkelen en verzorgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs is een teamopgave en collectief handelingsvermogen is een voorwaarde voor die opgave. In dit rapport presenteren we de resultaten van twee jaar onderzoek naar dat collectief handelingsvermogen in zes docententeams in twee mbo-instellingen. We onderzochten met een mixed method actieonderzoek in en met deze teams hoe dit handelingsvermogen tot stand komt en hoe via interventies team- en organisatiecondities kunnen worden versterkt. De interventies waren gericht op het versterken van het onderwijs en de samenwerking in het team. De zes teams ervoeren relatief veel collectief handelingsvermogen rond het verzorgen van het eigen onderwijs, maar veel minder rond het realiseren van verbeterdoelen of het beïnvloeden van condities in de organisatie. Het onderzoek en de interventies leidde niet tot een structurele versterking van het collectief handelingsvermogen in de zes teams. De oorzaak daarvan ligt in een combinatie van team- en organisatiecondities. In teams waar de basiscondities voor effectief teamwerk of de sociale veiligheid niet op orde waren, is het zeer lastig tot onmogelijk om teams tot ontwikkeling te brengen. Veel teams ervaren daarnaast weinig tot geen tijd om met elkaar te reflecteren op het eigen handelen en functioneren en komen dan ook niet of zeer beperkt zelfstandig tot die reflectie. Leiderschap blijkt een belangrijke organisatieconditie, met name voor de realisatie van verbeterdoelen. In de prioritering van doelen en planning en structurering kan een leidinggevende een belangrijke rol spelen. Een ondersteunende rol van een teamcoach was hierin ook positief, terwijl bij de invloed van de organisatiecondities de afstand tussen team en afdelingen in de meeste teams opvalt. Op organisatieniveau valt daarnaast de constant veranderende context op waarin de teams opereren, die een negatieve invloed lijkt te hebben op het functioneren van de teams. De teamcondities en organisatiecondities beïnvloeden elkaar en zijn voor elk team anders. Dit maakt het versterken van team- en organisatiecondities die het collectief handelingsvermogen bepalen een ‘wicked problem’. De reflecties en aanbevelingen in dit rapport zijn gericht op de vraag hoe team- en organisatiecondities en daarmee het collectief handelingsvermogen van teams versterkt kunnen worden, binnen deze complexe context.

PDF

Samenwerken aan effectieve teams in het mbo

Projecten 31

project

ARV Renovatie innovaties

ARV is een Europees gesubsidieerd project. Hierin werken we aan klimaat positieve en circulaire gemeenschappen in Europa door onder andere het woningrenovatietempo te verhogen. Hogeschool Utrecht creëert en test samen met haar partners enkele renovatie innovaties zoals het Inside Out concept en de Circulaire hub.

Lopend
project

Boundary spanners in actie. Bouwen aan domeinoverstijgende grootstedelijke vraagstukken

Grote steden staan de komende decennia voor enorme uitdagingen om ruimtelijke herstructurering en versterking van sociaaleconomische posities van bepaalde wijken, te combineren met leefbaarheids-, duurzaamheids-, en mobiliteitsambities. Dit zijn vraagstukken waar bij uitstek verschillende fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dit onderzoek richt zicht op boundary spanners, professionals die een sleutelrol spelen in het verbinden van domeinoverstijgende vraagstukken. Met de toename en complexiteit van maatschappelijke vragen in het grootstedelijke domein groeit ook de behoefte aan en het belang van boundary spanners in het realiseren van effectieve samenwerking. Kennis over de effectiviteit van hun werkpraktijken blijft echter achter. Gezien de urgentie van grootstedelijke vraagstukken, is het van groot belang deze kennis te ontwikkelen. De (grootstedelijke) professionals die in de rol van boundary spanner vervullen of die rol ambiëren vragen zich dan ook af: Hoe krijg ik zicht op mijn eigen boundary spanner praktijk als individu of binnen een team werken, welke mogelijke verbeteringen zijn er in ons handelen en wat daarvan is overdraagbaar naar andere professionals en andere situaties? Door deze praktijkvraag te combineren met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en verandermanagement, geeft dit onderzoek antwoord op de overkoepelende onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarin (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als of boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen? Het onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in teams van vijf praktijkcases: het programma Haven-Stad (Amsterdam); de regiodeal Den Haag Zuidwest; het project Cruciale Mijl (Amsterdam); Combiwel buurtwerk (Amsterdam) en het team gebiedsadviseurs (Amsterdam), met onderzoekers van de Centres of Expertise van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool. Dit onderzoek expliciteert de werkregels die boundary spanners in staat stelt om domeinoverstijgend te werken en levert op die manier een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van deze grootstedelijke vraagstukken.

Afgerond
project

De KlimaatBoom

Afgelopen januari werd het concept voor een nepboom door Niels Kuijpens gepresenteerd. Naar aanleiding daarvan kwam een storm aan media-aandacht en mailtjes binnen. Daarin werd de grote interesse voor het idee duidelijk gemaakt. Jammer genoeg is er nog helemaal geen nepboom (inmiddels ‘KlimaatBoom’)! Met dit take-off project gaan we daarom een grote stap zetten om te komen van concept naar realisatie van dit idee. Uitdaging: Door het veranderende klimaat vormen hittestress en wateroverlast een steeds groter risico voor de leefbaarheid in binnensteden. Voor veel bestaande maatregelen om steden te vergroenen is vaak bovengronds, maar vooral ook ondergronds weinig ruimte. Innovatie: De KlimaatBoom is een constructie die de vorm van een boom nabootst, met klimop als vervanger van het bladerdek en binnenin ruimte voor wateropvang. Deze neemt de functies van een normale boom over zonder dezelfde ruimte inname ondergronds. Gemaakt van gerecyclede materialen en circulair ontworpen bieden KlimaatBomen ruimte voor wateropvang en zorgt een combinatie van klimopplanten voor verkoeling. Opzet onderzoek: In dit onderzoek ontwikkelen we het concept door tot product en brengen we de effectiviteit en haalbaarheid van een KlimaatBoom in beeld. Aan de hand van het lokale waardenketenmodel worden zes werkpakketten doorlopen, variërend van ontwerp tot materiaal-, productie- en logistiek onderzoek en circulaire businessmodellen. Elk werkpakket wordt samen met een multidisciplinair team van studenten uitgewerkt. Uitkomsten: Er wordt naar verschillende uitkomsten gewerkt, zoals programma’s van eisen, daaraan gelinkte keuzes voor materialen, ontwerpen, productiemethoden en logistieke plannen, ontwerpen en prototypes van de KlimaatBoom en een circulair businessmodel. Samen leveren deze resultaten inzicht in de effectiviteit en haalbaarheid van het concept. Team: Aan dit project wordt gewerkt door een team van onderzoekers, studenten en mkb’ers, gespecialiseerd in thema’s als circulair ontwerp, recyclen, klimaatadaptatie en stedelijke vergroening. Deze samenwerking nog wordt verder aangevuld door samenwerking met een aantal gemeenten.

Afgerond

Partijen 1

partij

Lectoraat Zorg voor Jeugd

Lectoraat

Redactie-artikelen 1

redactie

Onnodig antibioticagebruik reduceren met twee e-health-apps