Over de onzekere toestand waarin het medium televisie zich bevindt zijn verschillende publicaties verschenen, slechts weinigen hebben zich de vraag gesteld wat deze veranderingen betekenen voor de televisiewetenschap. De auteurs van After the Break gaan in op de gevolgen voor dit vakgebied. Zit het medium echt in een crisis, of is de huidige situatie helemaal niet zo bijzonder als men naar de ontwikkeling kijkt die televisie door de jaren heen heeft ondergaan? En moeten er nieuwe theoretische kaders bedacht worden om het huidige medium te beoordelen, of zijn onze oude kaders nog relevant?
DOCUMENT
Van oorsprong worden televisieprogramma’s op een lineaire manier aangeboden aan kijkers: een omroep bepaalt in welke volgorde programma’s worden getoond. Dit verandert echter langzaam. Ondemand mogelijkheden via internet en settopboxen zorgen ervoor dat kijkers zelf kunnen bepalen wanneer ze welk programma willen kijken. De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) speelt op die mogelijkheden in met onder meer de dienst Uitzending Gemist, een NPOapplicatie voor mobiele apparaten en verschillende themakanalen. Eén van die themakanalen is NPO Spirit. Ze biedt via internet ondemand video’s aan op het gebied van levensbeschouwing, spiritualiteit en diversiteit. Het aanbod is zo pluriform mogelijk. Dat wil zeggen dat verschillende religies en levensbeschouwingen naast elkaar worden aangeboden. NPO Spirit formuleert haar propositie dan ook als volgt: “NPO Spirit laat de kijker genieten en brengt op toegankelijke wijze (nieuwe) inzichten!" De uiteindelijke doelstelling van dit project is om méér mensen en meer verschillende groepen te bereiken. Het eindresultaat bestaat uit (1) een specifiek overzicht voor NPO Spirit van relevante trefwoorden, groepen ( hubs ) en sleutelfiguren ( influencers ) op internet, en (2) een algemene werkwijze om vanuit een organisatie of merk te bepalen welke groepen, trefwoorden en sleutelfiguren op het internet relevant zijn. Dit moet ertoe leiden dat NPO Spirit beter in staat raakt om video’s naar consumenten ‘toe te brengen’.
MULTIFILE
Het eerste deel van Televisiestudies biedt theoretische handvatten die voortkomen uit het internationale perspectief van cultural studies. In het deel daarna gebruiken de auteurs datzelfde kader om televisie heel praktisch te bespreken. Televisieproductie komt dan aan de orde, maar ook de discussie over de macht van het medium en over de vraag of kijkers nu wel of niet kwetsbaar zijn. Omdat we gewend zijn televisie te herkennen in kenmerkende genres, gaat het vervolgens over ‘make-over’ programma’s, over sport op tv en over televisie voor kinderen. Het vierde deel beziet televisie als het mondiale medium dat het eigenlijk al heel lang is. Zo leent televisie wereldwijd genres en ‘formats’ bij de buren, en beheersen Amerikaanse televisiemakers het geheim om de rest van de wereld het gevoel te geven voor ons allemaal te spreken. Hoe het zit met de handel in formats en hoe het moet met de journalistiek in een gemondialiseerde en snel veranderende wereld, zijn de andere onderwerpen in dit deel van het boek. Televisiestudies eindigt met een beknopte geschiedenis van televisie in Nederland, een waar jongensboek, en een blik op de toekomst van het medium.
DOCUMENT
Dit onderzoeksrapport past in een nieuwe ontwikkeling in de gezondheidscommunicatie, waarbij medische wenselijkheden (hier: afvallen) worden verbonden met sociale omstandigheden. Het laatste betekent twee dingen. Ten eerste accepteren we hiermee dat veel mensen zelf niet actief op zoek gaan naar, en vaak ook niet zitten te wachten op, gezondheidsinformatie. De boodschap moet dus in een aantrekkelijke vorm en op een toegankelijke manier naar hen toe gebracht worden, waardoor deze toch (eventueel terloops) wordt meegenomen. Ten tweede accepteren we ook dat, in tegenstelling tot wat vaak wordt verondersteld, veel mensen niet leren en veranderen door een toename in kennis van het gezondheidskundige probleem en het gewenste gedrag. Een dergelijke leerroute is wel mogelijk, maar het alternatief gaat veeleer uit van de alledaagse praktijk, waarin mensen (soms) proberen gezonder te leven, in een bepaalde sociale omgeving, in relatie met anderen, waarin heel diverse zaken meespelen en motieven voor gezond gedrag botsen met verschillende concurrerende motieven (zoals bijvoorbeeld gemak, gewoonte, en geld). Hoe je in zo'n context dan van a naar b moet, hoe je je leven dan anders moet inrichten, dat is de inzet van die alternatieve leerroute. Een van de meest opvallende varianten van dit nieuwe denken is de Entertainment-Education (E&E) Strategy, waarbij educatieve boodschappen worden verweven met amusement. Dat is in Nederland geprobeerd in de TV-serie 'Voor dik & dun'. Deze serie is volgens de E&E formule ontwikkeld. De vraag was of dit werkt (zowel in de praktijk als met betrekking tot het effect). Om die vraag te beantwoorden hebben we - en dit wordt nog weinig gedaan - een opzet gekozen waarin meerdere perspectieven zijn geïntegreerd: het perspectief van de programmamakers, dat van gezondheidsprofessionals en (uiteraard) dat van de kijkers zelf. Bij de laatsten hebben we zowel een kwalitatieve als kwantitatieve onderzoekslijn gevolgd.
DOCUMENT
Televisiestudies is de opvolger van Inleiding televisiestudies, de eerste Nederlandstalige introductie op dit sterk gegroeide vakgebied. Televisie is nog altijd het grootste alles-in-één medium. Het biedt vermaak, debat en informatie. Het houdt ons op de hoogte van wat er in de wereld gebeurt in kaders die ons vriendelijk uitnodigend toch graag een bepaalde kant op sturen. Hoe voorziet televisie ons van wereldbeelden en hoe helpt het medium ons onszelf te herkennen als een bepaald soort persoon, burger of consument?
DOCUMENT
DOCUMENT
Het toenemend gebruik van internet en mobiele telefoons vormt soms aanleiding voor bezorgdheid over de kwaliteit van onze sociale netwerken. Toch scheppen de digitale mogelijkheden eerder nieuwe kansen voor communicatie dan dat zij bijdragen aan bijvoorbeeld vereenzaming. Internet wordt weliswaar veel gebruikt voor surfen en spelletjes, maar ook voor e-mail en chatten. Onduidelijk is nog of de internettijd ten koste gaat van tijd die eerder besteed werd aan televisie, lezen, deelname aan verenigingsleven of een andere activiteit. Dit artikel geeft ook aan dat de relatie tussen nieuwe media en sociale netwerken georganiseerd kan worden, dat via beleid de 'sociale winst' van technologie gekapitaliseerd kan worden.
DOCUMENT
De Nederlandse media-industrie merkt elke dag hoe groot de impact is van het voortschrijdende proces van digitalisering en dataficering. De transitie van analoge (broadcast) naar digitale (over-the top: OTT) netwerken zorgt er niet alleen voor dat mensen televisie kunnen kijken op ieder gewenst moment met het apparaat naar keuze, het maakt tevens interactie mogelijk met de kijker. Bij die interactie wordt allerhande data over de gebruiker verzameld. De kansen om hiermee nieuwe diensten te ontwikkelen blijven echter veelal onbenut. Vooral voor interactieve mediabedrijven ligt hier een kans omdat het hun apps zijn die grote hoeveelheden gebruikersdata verzamelen. Interactieve mediabedrijven hebben echter momenteel moeite om de gebruikersdata uit hun apps zodanig te analyseren dat nieuwe inzichten ontstaan waarop bestaande diensten (continue) verbeterd kunnen worden, nieuwe diensten voor hun klanten kunnen worden ontwikkeld én zijzelf diensten kunnen gaan vermarkten vanuit een zelfstandige positie. De terugkerende vraag is dan ook: Hoe kunnen nieuwe inzichten uit gebruikersdata systematisch worden verzameld, geanalyseerd en gevalideerd, en welke businessmodellen helpen om deze nieuwe inzichten te borgen in de strategie van de organisatie?
MULTIFILE
De geruchtmakende uitzending van Peter R. de Vries op 3 februari 2008 over de raadselachtige verdwijning van Natalee Holloway heeft naast psychologische en strafrechtelijke ook media-ethische vragen opgeroepen. Zo is er de vraag wanneer je in een informatief programma gebruik mag maken van de verborgen camera. En mag je iemand interviewen wanneer je merkt dat hij stoned is? Moet zo iemand niet tegen zichzelf in bescherming worden genomen? Wat te doen wanneer je als redactie tot de conclusie komt, dat iemand een pathologische leugenaar is? Moet je dat dan niet minstens expliciet in de uitzending melden? Zonder twijfel was er sprake van wat wel 'trial by media' genoemd wordt: los van de strafrechtelijke schuld en veroordeling is er de veroordeling door de media bij wijze van volksgericht. Voor het grote publiek is Joran van der Sloot de schuldige. De schandpaal staat niet meer op het marktplein, maar in onze huiskamers.
LINK