Dit artikel gaat over het jaarboek 2008 van de Duitse Presserat, de evenknie van de Raad voor de Journalistiek. Het jaarboek opent met een aantal artikelen over online journalistiek. Daarna volgt de Spruchpraxis, onder meer over schokkende foto's van zwaargewonde Duitse soldaten in Afganistan en over sluikreclame in tijdschriften.
LINK
'Europa, wie wil daar nu over weten? Dat is toch een saai verhaal!' - een uitspraak van een deelnemer aan het Europa-debat op 5 oktober 2005 in de Haagsche Kluis, die meteen een reactie bij me oproept. Wat is er aan de hand met Nederland, vraag ik me af. Eerst een 'nee' tegen de Europese Grondwet, dan een afwijzen van een breed nationaal debat over Europa 'omdat dit toch niemand interesseert'. Vervolgens allerlei opmerkingen op straat, op de werkvloer, op televisie, artikelen in kranten en tijdschriften - ze getuigen telkens opnieuw van een Europa in crisis, 'ontzield', niets dan een geldzuiger en een product van enkele politici en anderen die er profijt van hebben.
- ‘We hebben een Nederlandstalig tijdschrift voor de forensische gedragskunde opgericht.’ - ‘Oh wat leuk, maar bestaat dat dan nog niet?’ Dit was een veelvoorkomende reactie van mensen die iets verder van het forensische veld af staan. De tekenende vanzelfsprekendheid waarmee zij van het bestaan ervan uitgaan, weerklinkt ook in de aanwezigheid van vergelijkbare specialistische wetenschappelijke tijdschriften in de taalgebieden om ons heen. Uiteraard zijn er veel Engelstalige tijdschriften op het gebied van de forensische gedragskunde, die immers de nationale markt in verschillende landen die Engels als voertaal hebben bedienen, naast de internationale markt (of Noord-Amerikaanse of Europese) met het Engels als wetenschappelijke lingua franca. The Journal for Forensic Psychiatry and Psychology is voor deze vergelijking een vrij letterlijk voorbeeld van zo’n tijdschrift, maar er zijn er vele. Ook in het Duitse taalgebied zijn er verschillende tijdschriften, waaronder Forensische Psychiatrie, Psychologie, Kriminologie en Forensische Psychiatrie und Psychotherapie. Wie zich in het forensisch gedragskundige onderzoeksveld zelf begeeft, wordt vroeg of laat deze leemte in Nederland gewaar. Voor ons werd die steeds meer onontkoombaar, doordat we zelf als relatief nieuwbakken hoogleraren steeds meer jonge onderzoekers te begeleiden kregen. Denk aan promovendi, maar ook aan klinisch psychologen in opleiding die in het kader van die opleiding onderzoek verrichten dat een publicabel artikel moet opleveren, en andere startende onderzoekers in het forensische veld, waaronder behandelaars die naast hun behandelwerk onderzoek verrichten. Zij worden door deze leemte gedwongen hun studies aan te passen aan de eisen van meer algemene tijdschriften in onder meer de psychiatrie, de psychologie, de criminologie en het (straf)recht. Hoewel publicatie in dergelijke tijdschriften ook interessant kan zijn om een breder publiek te bereiken, is de inhoud niet altijd passend of vereist het veel extra uitleg over het forensische veld, terwijl de kans op afwijzing groter is vanwege de concurrentie met allerlei andere deeldisciplines daarbinnen. Uitwijken naar specialistische internationale tijdschriften vraagt soms juist binnen de forensische disciplines om aanpassing van de eigen nieuwsgierigheid en onderzoeksvragen, om deze begrijpelijk en relevant te maken voor de internationale context. Echter, juist omdat de context van het (straf)recht zo nationaal is, bestaat al met al de kans dat veel relevant onderzoek niet gedaan of gedeeld wordt omdat voor de publicatie ervan het juiste gremium niet bestaat. Deze zorgelijke conclusie, gecombineerd met een gedeelde gevoelde verantwoordelijkheid en een flinke dosis enthousiasme voor ons vakgebied, heeft ons doen besluiten in dit gat te springen.
LINK
Onderzocht wordt in hoeverre embodied cognition activiteiten bij meetkundeonderwijs in de bovenbouw van de basisschool leerlingen aanzetten tot wiskundig denken (abstraheren) en op welke manier leerkrachten dit proces kunnen begeleiden.
Aanleiding Nieuwsuitgeverijen bevinden zich in zwaar weer. Economische malaise en toegenomen concurrentie in het pluriforme medialandschap dwingen uitgeverijen om enerzijds kosten te besparen en tegelijkertijd te investeren in innovatie. De verdere automatisering van de nieuwsredactie vormt hierbij een uitdaging. Buiten de branche ontstaan technieken die uitgeverijen hierbij zouden kunnen gebruiken. Deze zijn nog niet 'vertaald' naar gebruiksvriendelijke systemen voor redactieprocessen. De deelnemers aan het project formuleren voor dit braakliggend terrein een praktijkgericht onderzoek. Doelstelling Dit onderzoek wil antwoord geven op de vraag: Hoe kunnen bewezen en nieuw te ontwikkelen technieken uit het domein van 'natural language processing' een bijdrage leveren aan de automatisering van een nieuwsredactie en het journalistieke product? 'Natural language processing' - het automatisch genereren van taal - is het onderwerp van het onderzoek. In het werkveld staat deze ontwikkeling bekend als 'automated journalism' of 'robotjournalistiek'. Het onderzoek richt zich enerzijds op ontwikkeling van algoritmes ('robots') en anderzijds op de impact van deze technologische ontwikkelingen op het nieuwsveld. De impact wordt onderzocht uit zowel het perspectief van de journalist als de nieuwsconsument. De projectdeelnemers ontwikkelen binnen dit onderzoek twee prototypes die samen het automated-journalismsysteem vormen. Dit systeem gaat tijdens en na het project gebruikt worden door onderzoekers, journalisten, docenten en studenten. Beoogde resultaten Het concrete resultaat van het project is een prototype van een geautomatiseerd redactiesysteem. Verder levert het project inzicht op in de verankering van dit soort systemen binnen een nieuwsredactie. Het onderzoek biedt een nieuw perspectief op de manier waarop de nieuwsconsument de ontwikkeling van 'automated journalism' in Nederland waardeert. Het projectteam deelt de onderzoekresultaten door middel van presentaties voor de uitgeverijbranche, presentaties op wetenschappelijke conferenties, publicaties in (vak)tijdschriften, reflectiebijeenkomsten met collega-opleidingen en een samenvattende white paper.