Veel onderzoek naar de ontwikkeling van vakdidactische kennis is uitgevoerd bij studenten van universitaire lerarenopleidingen. Hbo-bachelor studenten hebben in tegenstelling tot deze groep geen vakinhoudelijke opleiding afgerond. In deze verkennende casestudy is daarom onderzocht hoe hbo-bachelor studenten van de lerarenopleiding aardrijkskunde van Fontys in Tilburg denken over hun vakdidactische ontwikkeling. In vijf groepsinterviews gaven twaalf studenten blijk van een praktische instelling, waarin ze vooral zeggen te leren van vakdidactische cursussen, het leren op de werkplek en van voorbeelden van lerarenopleiders. Bij het leren op de werkplek lijkt de werkplekbegeleider een sleutelpositie te hebben, maar studenten merken een grote variatie in kwaliteit van werkplekbegeleiding op. Tenslotte is opvallend dat deze hbo-bachelorstudenten pas na twee à drie jaar studie het nut van vakdidactiek inzien en dan behoefte krijgen aan meer verdieping.
In lerarenopleidingen in Nederland wordt gezocht naar mogelijkheden om een flexibel curriculum te ontwerpen dat vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch, een goede weergave is voor het beroep van leraar. Landelijk zijn ontwikkelingen gaande in zowel primair- als voortgezet onderwijs om het leren vanuit onderwijs zo passend mogelijk te maken voor leerlingen. Elke schoolorganisatie doet dit op eigen wijze en binnen aanwezige mogelijkheden. In een groeiend aantal netwerken van opleidingsinstituten en daaraan verbonden scholen is men in gezamenlijkheid op zoek naar opleidingsroutes voor leraren die aansluiten bij die veranderingen in de onderwijspraktijk. Het doel van dit onderzoek is om in netwerken van Samen Opleiden zicht te krijgen op de dynamiek en uitdagingen van het ontwerpen, uitvoeren van nieuwe opleidingsroutes en de opbrengsten daarvan in termen van beoogd, uitgevoerd en gerealiseerd curriculum. Hiervoor worden drie jaar lang vijf innovatieve opleidingsinitiatieven gevolgd en geportretteerd door middel van documentanalyses, storylines en interviews met betrokkenen van lerarenopleidingen en scholen. Op basis van deze onderzoeksgegevens worden in elke fase casus overstijgende dilemma’s, uitdagingen en opbrengsten geïnventariseerd en beschreven. We willen deelnemers de tot nu toe gevonden data voorleggen vanuit Fase 1 en in gesprek gaan over de manier waarop samen opleiden in balans blijft tussen lerarenopleidingen en de praktijk.
MULTIFILE
De natuurwetenschappelijke en technische vakken bedienen zich van hun eigen vaktaal, hetgeen uitdagingen voor leerlingen met zich meebrengt. Deze studie laat zien hoe vakdocenten daarop kunnen worden voorbereid in de lerarenopleiding. De gevolgde onderzoeksmethode is ‘ontwerpgericht onderzoek’, waarbij gedurende drie jaar een curriculair ontwerp werd geconstrueerd, beproefd en verfijnd. Acht lerarenopleiders scheikunde, natuurkunde en techniek en 23 studenten participeerden in het onderzoek. De opbrengsten werden geformuleerd in termen van een concreet ontwerp en als ontwerpprincipes. Deze ontwerpprincipes zijn gestoeld op empirische werk en verankerd in theorieën over het opleiden van leraren, didactiek van natuurwetenschappen en techniek en toegepaste taalwetenschappen. Voor de inhoud van het opleidingsontwerp werd een variant van taalgericht vakonderwijs (TVO) beschreven die is verrijkt met genredidactiek, met als leerobject het practicumverslag. De interventies zijn verdeeld over A) vakcursussen waarin lerarenopleiders de taalgerichte benadering modelleerden, B) cursussen vakdidactiek waarin dezelfde taalgerichte benadering werd bestudeerd, en C) een stageopdracht om te oefenen met deze aanpak in de eigen onderwijspraktijk. Het onderzoek laat zien dat TVO als vorm van vakdidactiek kan worden aangeleerd in een bèta-technische lerarenopleiding en dat daarbij specificering nodig is van de vaktaal en functionele taaltaken. Ook is ruime aandacht nodig voor de uiteenlopende onderwijscontexten waarbinnen studenten werken.
Nederlands is een kernvak op school dat een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van taalvaardigheid van alle leerlingen. Inzicht in de grammatica van een taal kan daaraan bijdragen. Het huidige grammaticaonderwijs in scholen is echter nog (te) vaak gericht op het leren van ezelbruggetjes, trucjes en ‘teaching to the test’, en draagt in die vorm nauwelijks bij aan taalinzicht van leerlingen. Leraren weten vaak niet goed hoe ze grammaticaonderwijs op een betekenisvolle manier kunnen vormgeven en leerlingen begrijpen vaak niet waar ze grammatica voor nodig hebben. Uit onderzoek bij vwo-leerlingen blijkt dat grammaticaonderwijs betekenisvoller wordt door het gebruik van zogeheten ‘metaconcepten’ en het stimuleren van grammaticale redeneervaardigheid. Een dergelijke benadering leidt bij die leerlingenpopulatie eveneens tot sterke verbeteringen in het redeneren over grammaticale problemen, en daarmee tot een dieper inzicht in de materie. Over de invloed van een ‘metaconceptuele’ didactische aanpak gericht op taalinzicht van vmbo-leerlingen is echter nog weinig bekend, terwijl juist bij deze leerlingen de ontwikkeling van taalvaardigheid doorgaans extra aandacht vraagt. Taalbeheersing speelt immers een belangrijke rol in kansen en mogelijkheden die leerlingen zowel tijdens als na hun schoolloopbaan krijgen. Het hier voorgestelde onderzoek heeft als doel betekenisgericht grammaticaonderwijs te ontwikkelen voor vmbo-kaderleerlingen. In de eerste fase van het project wordt de Lesson Study-methodiek ingezet om grammaticaonderwijs voor vmbo-kader leerlingen te ontwerpen gericht op de ontwikkeling van taalinzicht en redeneervermogen en, parallel daaraan, de vakdidactische professionalisering van de deelnemende leraren Nederlands te stimuleren. Vervolgens wordt in de tweede fase van het project een quasi-experimenteel interventieonderzoek uitgevoerd om zicht te krijgen op de invloed van de ontworpen didactische aanpak op de ontwikkeling van het grammaticale inzicht en redeneervermogen van de onderzoeksgroep.
De zomer van 2021: extreme hitte aan de westkust van de VS, overstromingen in Nederland en Duitsland, de wereldwijde coronacrisis en een humanitaire ramp in Afghanistan. Aardrijkskunde is bij uitstek het schoolvak om leerlingen voor te bereiden op hun rol in de toekomst en de maatschappij. In dit onderzoek zoeken we uit wat ervoor nodig is om de best mogelijke aardrijkskundeleraren op te leiden.
De zomer van 2021: extreme hitte aan de westkust van de VS, overstromingen in Nederland en Duitsland, de wereldwijde coronacrisis en een humanitaire ramp in Afghanistan. Aardrijkskunde is bij uitstek het schoolvak om leerlingen voor te bereiden op hun rol in de toekomst en de maatschappij. In dit onderzoek zoeken we uit wat ervoor nodig is om de best mogelijke aardrijkskundeleraren op te leiden.Doel Er is in Nederland een groeiend lerarentekort: er is behoefte aan meer leraren en vooral aan goede leraren. Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de vakdidactische ontwikkeling van aardrijkskunde leraren-in-opleiding. Met deze kennis kunnen lerarenopleiders hun studenten optimaal begeleiden in hun ontwikkeling tot leraar. Resultaten Met dit onderzoek ontwikkelen we kennis van en krijgen we inzicht in: de vakdidactische kennis van de startbekwame leraar aardrijkskunde de manier waarop werkplekbegeleiders hun studenten vakdidactisch begeleiden de overeenkomsten en verschillen tussen hbo-bachelor lerarenopleidingen aardrijkskunde in Nederland Waardoor we uiteindelijk: van 24 aardrijkskunde leraren-in-opleiding leerportretten kunnen maken die een beeld geven van hun vakdidactische ontwikkeling handvaten hebben voor de optimale vakdidactische begeleiding van leraren-in-opleiding Looptijd 01 september 2021 - 31 augustus 2026 Aanpak We volgen een groep aardrijkskundestudenten tijdens drie opeenvolgende jaren van hun opleiding tot leraar en onderzoeken hoe zij zich vakdidactisch ontwikkelen. We bekijken de invloed van de lerarenopleiding en de invloed van de werkplekbegeleider. Daarvoor leggen we elk jaar een lesbezoek af en interviewen we studenten over hun eigen vakdidactische ontwikkeling. Cofinanciering Dit project wordt mogelijk gemaakt door een financiering van de NWO promotiebeurs voor leraren.