In het nieuwste nummer van de Nieuwe Meso, het vakblad voor bestuurders en schoolleiders in het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het Focus-deel dit keer gewijd aan het opleiden van leraren. De gastredactie bestaande uit HvA-lector Marco Snoek, Fontys-lector Quinta Kools en de DNM-redacteuren Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin belichten het thema vanuit verschillende invalshoeken: de initiële lerarenopleidingen, ervaringen van startende leraren, en de wijze waarop de initiële lerarenopleiding en professionalisering van ervaren leraren kan samenkomen in professionele leergemeenschappen en in lesson studies. Daarbij gaan de verschillende artikelen in op de rol van schoolleiders en besturen bij het opleiden van nieuwe leraren en het ondersteuning van professionaliseren van ervaren leraren.Het focusdeel bevat bijdragen van verschillende HvA medewerkers: Marco Snoek, Evelien van Geffen, Tom van Eijck en Ed van den Berg.
Deze publicatie richt zich vooral op het concept Design Based Research,gezien vanuit het perspectief van de bijna 40 lectoren die de hogeschool rijk is. Dit lectoratenoverzicht kan worden beschouwd als een atlas of reisgids waarmee de lezer een route kan afleggen langs de verschillende lectoraten. De lectoraten die actief zijn op het gebied van de Service Economy worden beschreven in hoofdstuk 2. De lectoraten die actief zijn op het gebied van Vitale Regio worden beschreven in hoofdstuk 3. De lectoraten die actief zijn op het gebied van Smart Sustainable Industries worden beschreven in hoofdstuk 4. De lectoraten die actief zijn op het gebied van de hogeschoolbrede thema’s Design Based Education en Research worden beschreven in hoofdstuk 5. Tenslotte wordt er in hoofdstuk 6 een eerste aanzet gedaan om één of meer verbindende thema’s of werkwijzen te ontdekken in de aanpak van de verschillende lectoraten. Het is niet de bedoeling van deze publicatie om een definitief antwoord te geven op de vraag wat NHL Stenden precies bedoelt met het concept Design Based Research. Het doel van deze publicatie is wel om een indruk te krijgen van wat er allemaal gebeurt binnnen de lectoraten van NHL Stenden, en om nieuwsgierig te worden naar meer.
Nederlands is een kernvak op school dat een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van taalvaardigheid van alle leerlingen. Inzicht in de grammatica van een taal kan daaraan bijdragen. Het huidige grammaticaonderwijs in scholen is echter nog (te) vaak gericht op het leren van ezelbruggetjes, trucjes en ‘teaching to the test’, en draagt in die vorm nauwelijks bij aan taalinzicht van leerlingen. Leraren weten vaak niet goed hoe ze grammaticaonderwijs op een betekenisvolle manier kunnen vormgeven en leerlingen begrijpen vaak niet waar ze grammatica voor nodig hebben. Uit onderzoek bij vwo-leerlingen blijkt dat grammaticaonderwijs betekenisvoller wordt door het gebruik van zogeheten ‘metaconcepten’ en het stimuleren van grammaticale redeneervaardigheid. Een dergelijke benadering leidt bij die leerlingenpopulatie eveneens tot sterke verbeteringen in het redeneren over grammaticale problemen, en daarmee tot een dieper inzicht in de materie. Over de invloed van een ‘metaconceptuele’ didactische aanpak gericht op taalinzicht van vmbo-leerlingen is echter nog weinig bekend, terwijl juist bij deze leerlingen de ontwikkeling van taalvaardigheid doorgaans extra aandacht vraagt. Taalbeheersing speelt immers een belangrijke rol in kansen en mogelijkheden die leerlingen zowel tijdens als na hun schoolloopbaan krijgen. Het hier voorgestelde onderzoek heeft als doel betekenisgericht grammaticaonderwijs te ontwikkelen voor vmbo-kaderleerlingen. In de eerste fase van het project wordt de Lesson Study-methodiek ingezet om grammaticaonderwijs voor vmbo-kader leerlingen te ontwerpen gericht op de ontwikkeling van taalinzicht en redeneervermogen en, parallel daaraan, de vakdidactische professionalisering van de deelnemende leraren Nederlands te stimuleren. Vervolgens wordt in de tweede fase van het project een quasi-experimenteel interventieonderzoek uitgevoerd om zicht te krijgen op de invloed van de ontworpen didactische aanpak op de ontwikkeling van het grammaticale inzicht en redeneervermogen van de onderzoeksgroep.
De zomer van 2021: extreme hitte aan de westkust van de VS, overstromingen in Nederland en Duitsland, de wereldwijde coronacrisis en een humanitaire ramp in Afghanistan. Aardrijkskunde is bij uitstek het schoolvak om leerlingen voor te bereiden op hun rol in de toekomst en de maatschappij. In dit onderzoek zoeken we uit wat ervoor nodig is om de best mogelijke aardrijkskundeleraren op te leiden.Doel Er is in Nederland een groeiend lerarentekort: er is behoefte aan meer leraren en vooral aan goede leraren. Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de vakdidactische ontwikkeling van aardrijkskunde leraren-in-opleiding. Met deze kennis kunnen lerarenopleiders hun studenten optimaal begeleiden in hun ontwikkeling tot leraar. Resultaten Met dit onderzoek ontwikkelen we kennis van en krijgen we inzicht in: de vakdidactische kennis van de startbekwame leraar aardrijkskunde de manier waarop werkplekbegeleiders hun studenten vakdidactisch begeleiden de overeenkomsten en verschillen tussen hbo-bachelor lerarenopleidingen aardrijkskunde in Nederland Waardoor we uiteindelijk: van 24 aardrijkskunde leraren-in-opleiding leerportretten kunnen maken die een beeld geven van hun vakdidactische ontwikkeling handvaten hebben voor de optimale vakdidactische begeleiding van leraren-in-opleiding Looptijd 01 september 2021 - 31 augustus 2026 Aanpak We volgen een groep aardrijkskundestudenten tijdens drie opeenvolgende jaren van hun opleiding tot leraar en onderzoeken hoe zij zich vakdidactisch ontwikkelen. We bekijken de invloed van de lerarenopleiding en de invloed van de werkplekbegeleider. Daarvoor leggen we elk jaar een lesbezoek af en interviewen we studenten over hun eigen vakdidactische ontwikkeling. Cofinanciering Dit project wordt mogelijk gemaakt door een financiering van de NWO promotiebeurs voor leraren.
Een leraar die een moderne vreemde taal onderwijst, geeft effectief les wanneer hij het communiceren in de vreemde taal centraal stelt, als leerdoel én leermiddel. We hebben een instrument ontwikkeld waarmee we het vakdidactisch handelen van leraren kunnen observeren en evalueren.Doel Met behulp van het instrument onderzoeken we of de huidige praktijk van het vreemdetalenonderwijs communicatief is ingericht. Met deze inzichten kunnen we de aansluiting tussen de opleiding tot leraar moderne vreemde talen en de onderwijspraktijk verbeteren. Resultaten Dit project liep tot 31 december 2020 en heeft een vakdidactisch observatie-instrument opgeleverd en een bijbehorende begrippenlijst. Beide documenten zijn beschikbaar in het Nederlands en in het Engels en vind je terug op deze projectpagina. Dit observatie-instrument is ontwikkeld en gevalideerd samen met de lerarenopleidingen Engels, Duits, Frans en Spaans van Instituut Archimedes, Hogeschool Utrecht. De instrumenten zijn hieronder te downloaden en kunnen worden gebruikt voor niet-commerciële onderwijs- en opleidingsdoelen, met bronvermelding en logo. Wij stellen het op prijs als u uw ervaringen, vragen en opmerkingen doorgeeft aan meertaligheid@hu.nl. Looptijd 01 september 2017 - 07 januari 2023 Aanpak Het onderzoek wat heeft geleid tot de ontwikkeling van het observatie-instrument is afgerond. Op dit moment wordt het observatie-instrument ingezet als feedbackinstrument in de vakdidactische leerlijn van de eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen moderne vreemde talen van de HU, Instituut Archimedes. Aan de ontwikkeling en invoering van het instrument is meegewerkt door: Catherine van Beuningen, Mariska Dinkelman, Kristina Goodnight, Rick de Graaff, Oliver Greiner, Karin Haan, Marleen IJzerman, Irene de Kleyn, Tobey Nelson, Charline Rouffet en Melissa Willemsen Downloads en links