De natuurwetenschappelijke en technische vakken bedienen zich van hun eigen vaktaal, hetgeen uitdagingen voor leerlingen met zich meebrengt. Deze studie laat zien hoe vakdocenten daarop kunnen worden voorbereid in de lerarenopleiding. De gevolgde onderzoeksmethode is ‘ontwerpgericht onderzoek’, waarbij gedurende drie jaar een curriculair ontwerp werd geconstrueerd, beproefd en verfijnd. Acht lerarenopleiders scheikunde, natuurkunde en techniek en 23 studenten participeerden in het onderzoek. De opbrengsten werden geformuleerd in termen van een concreet ontwerp en als ontwerpprincipes. Deze ontwerpprincipes zijn gestoeld op empirische werk en verankerd in theorieën over het opleiden van leraren, didactiek van natuurwetenschappen en techniek en toegepaste taalwetenschappen. Voor de inhoud van het opleidingsontwerp werd een variant van taalgericht vakonderwijs (TVO) beschreven die is verrijkt met genredidactiek, met als leerobject het practicumverslag. De interventies zijn verdeeld over A) vakcursussen waarin lerarenopleiders de taalgerichte benadering modelleerden, B) cursussen vakdidactiek waarin dezelfde taalgerichte benadering werd bestudeerd, en C) een stageopdracht om te oefenen met deze aanpak in de eigen onderwijspraktijk. Het onderzoek laat zien dat TVO als vorm van vakdidactiek kan worden aangeleerd in een bèta-technische lerarenopleiding en dat daarbij specificering nodig is van de vaktaal en functionele taaltaken. Ook is ruime aandacht nodig voor de uiteenlopende onderwijscontexten waarbinnen studenten werken.
DOCUMENT
Taalgericht vakonderwijs is vijfentwintig jaar geleden in Nederland geïntroduceerd als didactiek om leerlingen bij het leren in alle vakken te ondersteunen via aandacht voor schooltaal en vaktaal. Maar bereiden lerarenopleidingen toekomstige leraren wel voldoende voor op het geven van taalgericht vakonderwijs?
LINK
Bij Wetenschap & Technologie (W&T) in het basisonderwijs leren kinderen de wereld om hen heen begrijpen en onderzoeken. Taal speelt een sleutelrol in het begrijpen en verklaren van de waarnemingen en ervaringen. Leerkrachten missen echter handvatten om W&T-onderwijs te realiseren. Hiertoe is er in het onderzoeksproject Minds-On (https://www.minds-on.nl/) in de afgelopen twee jaar een didactisch instrument ontwikkeld met lessen waarin leerlingen experimenten opzetten en uitvoeren (hands-on) en daarnaast met een interactief diagram gestimuleerd worden hierover te redeneren (minds-on). Echter, uit de resultaten kwam naar voren dat leerlingen de bijbehorende vaktaal (vocabulaire van het kennisdomein) missen en slechts beperkt redeneervaardigheden kunnen toepassen. Leerkrachten geven aan de behoefte te hebben om taalonderwijs geïntegreerd aan te bieden met W&T onderwijs. De lessen zouden dus effectiever gemaakt kunnen worden door meer aandacht te besteden aan de integratie van taalvaardigheden in de W&T-lessen. De onderzoeksvraag luidt: Welke vormen van interactie binnen de context van dit nieuwe didactische instrument stimuleren en ontwikkelen de natuurwetenschappelijke taalvaardigheden van leerlingen voor wat betreft domein specifieke woordenschat en natuurwetenschappelijk redeneren? In het voorgestelde project Minds-On Taal wordt het didactisch instrument (bestaand uit lessen en interactieve diagrammen) aangepast met nieuwe activiteiten, werkvormen en interacties vanuit de taaldidactiek met specifieke aandacht voor het aanleren van domein specifieke woorden en het ondersteunen van natuurwetenschappelijk redeneren. Tijdens de ontwerp- en evaluatiefasen zullen de lessen en interactieve diagrammen uitgeprobeerd worden in de groepen 7 en 8 op verschillende basisscholen in Amsterdam en omgeving. Hieruit opgedane inzichten zullen worden doorgevoerd in de volgende fase.