Meertalig toetsen van nieuwkomers bij rekenen - Multi-Assessment
Start:
Eind:
Alle leerlingen verdienen een eerlijke kans in het onderwijs; de mogelijkheid om te laten zien wat ze weten en kunnen en wat hun potentieel is. Met meertalig toetsen krijgen ook nieuwkomers in het Nederlandse onderwijs deze kans. Marian van Popta werkt als hoofddocent bij de Hogeschool Utrecht (HU) en is senior onderzoeker voor het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs. Ze leidde het project Multi-Assessment, waarin onderzoek werd gedaan naar nieuwe meertalige toetspraktijken in het rekenonderwijs.
Wat je leest in dit artikel
Het doel van het project Multi-Assessment is een eerlijkere toetscultuur creëren voor nieuwkomers in het Nederlandse rekenonderwijs. Uit de resultaten zijn verschillende inzichten naar voren gekomen. Deze inzichten hebben betrekking op het toepassen van het theoretische model van functioneel meertalige assessments, op nieuwe meertalige toetspraktijken en de kansen en hobbels bij deze meertalige toetspraktijken.
Over het onderzoek
In het project gingen veertien onderwijsprofessionals van vijf basisscholen aan de slag met het ontwerpen van nieuwe meertalige toetspraktijken. Dit deden ze onder begeleiding van docent-onderzoekers van de HU. Deze toetsvormen werden uitgevoerd, geëvalueerd en daarna uitgebreid beschreven. Zo ontstonden nuttige inzichten in wat wel en niet werkt bij meertalig toetsen in het rekenonderwijs.
Het project is gebaseerd op een theoretisch model van Fauve de Backer: Functional Multilingual Assessment. Marian van Popta vertelt: “Het begrip assessment is veel breder dan alleen toetsen. Het gaat om alle mogelijkheden die een leraar en leerling gebruiken om meer inzicht te krijgen in het leren. Alle manieren van evalueren, beoordelen en toetsen horen daarbij. Daarom past dit model goed bij ons project. We wilden meer inzicht krijgen in het rekenpotentieel van nieuwkomers.”
Het model gaat over twee bewegingen die van belang zijn in het meertalige onderwijs. “De eerste beweging is van eentalig assessment naar meertalig assessment; dus naast het Nederlands ook thuistalen gebruiken in lessen en toetsmomenten, om meer zicht te krijgen op het potentieel van een leerling. De tweede beweging is van testcultuur naar assessmentcultuur: in plaats van alleen maar opbrengstgericht werken met meetbare toetsen, breder inzetten op meerdere assessmentmogelijkheden die andere inzichten kunnen brengen.”
Van Popta trok een aantal conclusies: “We ontdekten dat het mogelijk is voor onderwijsprofessionals om een toetspraktijk te ontwikkelen die bijdraagt aan beide bewegingen; en ook wat daarvoor nodig is. We gebruikten een methode genaamd Assessment Study, afgeleid van de Lesson Study-aanpak, waarin twee tot vier onderwijsprofessionals voor hun school samen nieuwe toetspraktijken ontwikkelden. Met elkaar hebben ze het bedacht, uitgevoerd, bijgesteld en beschreven. Dat werkte ontzettend goed.”
“Wel bleek de beweging van eentalig naar meertalig assessment makkelijker te maken dan de beweging van testcultuur naar assessmentcultuur. Elke school is verschillend en hanteert andere les- en toetsmethodes, waardoor het in de praktijk lastig bleek om die beweging met een enkele nieuwe toetspraktijk in gang te zetten.”
Op vijf basisscholen werden vijf verschillende toetspraktijken opgezet en uitgevoerd. Door het in de praktijk uitvoeren van de toetsvormen werd duidelijk wat wel en niet werkt. Onderzoeker Van Popta geeft twee voorbeelden van toetspraktijken die ze scholen wel en niet zou aanraden.
“Een van de deelnemende scholen wil beter inzicht krijgen in wat nieuwe leerlingen, die nog maar net in Nederland zijn, al kunnen. Die school bedacht een intakegesprek in de moedertaal van het kind met een tolk erbij. Een goed idee om meer zicht te krijgen op het potentieel van een nieuwe leerling.”
“Maar toch heeft het een aantal struikelblokken. Het kost veel tijd en geld. Ook voor de tolken bleek het soms lastig. Bijvoorbeeld: een van hen sprak vloeiend Turks, maar kon de rekenbegrippen niet goed vertalen. Om deze toetsvorm te laten werken, is het dus belangrijk dat de tolk ook de vaktaal beheerst. Als dit het geval is, levert een intakegesprek met een tolk erbij zeker meer inzicht op in het rekenpotentieel van de leerling, maar de vraag is of het haalbaar is om dit altijd voor alle nieuwkomers te doen. Wegen de kosten en tijd op tegen wat het oplevert?”
“Een ander voorbeeld wat ik voor alle scholen zou aanraden is preteaching. Op een andere deelnemende school gaven ze voorafgaand aan een les uitleg aan een groep kinderen met een bepaalde thuistaal. In dit geval kregen leerlingen in de vorm van een YouTubefilmpje in het Syrisch Arabisch uitleg over klokkijken. Hierdoor konden ze beter meedoen in de les en pikten ze meer op. Deze toetspraktijk is voor de meeste scholen redelijk makkelijk op te zetten en uit te voeren.”
Uit de resultaten van het onderzoek werden conclusies getrokken over de kansen en hobbels van nieuwe toetspraktijken in het meertalige rekenonderwijs. “Het invoeren van nieuwe toetspraktijken en het bewegen naar een meertalige assessmentcultuur kent hindernissen: het zelf ontwerpen van de toetspraktijken kost veel tijd en geld. Veel scholen gaven aan dat ze na dit project niet zo gauw weer zelf toetspraktijken gaan ontwerpen, omdat daar geen tijd voor is”, vertelt onderzoeker Van Popta.
Ze gaat verder: “Ook bouwen aan een meertalige assessmentcultuur blijkt lastig. Veel scholen werken met een bepaalde visie en daarbij behorende methodes en volgsystemen om te toetsen wat leerlingen kunnen en waar ze staan. Er is meer voor nodig dan we in dit project konden doen, om de visie van een school en de manier van toetsen en volgen aan te passen. Het inzetten van meertaligheid in de lessen gebeurt dus sneller dan het invoeren van meertaligheid in de toetsen.”
Natuurlijk biedt dit project ook mooie kansen. “Het benutten van de meertaligheid gaf meer inzicht in de vaardigheden van de leerlingen. En niet alleen dat: ook op sociaal-emotioneel gebied bracht het een hoop. Leraren voelden meer connectie met de kinderen. Dat merkten de leerlingen ook: zij kregen het gevoel dat ze erbij hoorden en voelden zich meer gezien. Ze waren heel blij.”
“Er kwam nog een andere grote kans naar voren. Als schoolleiders het belang ervan snappen en meertalig toetsen stimuleren, kan dat enorm helpen. Zij kunnen formatief handelen opnemen in het schoolbeleid om langzaam naar een bredere assessmentcultuur te gaan”, besluit van Popta.