Dit eindrapport doet verslag van een door ZonMw gesubsidieerd, ontwerpgericht onderzoek (looptijd maart 2022 – juni 2024) met de volgende onderzoekvraag: Wat zijn de ontwerpprincipes voor jeugdparticipatieve pedagogische vrijplaatsen, die bijdragen aan een veerkrachtige identiteitsontwikkeling van jongeren? Jongeren en professionals uit de brede jeugdsector werkten samen aan het ontwerpen van fysieke en online pedagogische vrijplaatsen. Het resultaat is een blauwdruk met ontwerpprincipes voor het jeugdparticipatief ontwerpen van pedagogische vrijplaatsen. Het rapport beschrijft de aanleiding voor het onderzoek, doel- en vraagstelling, een theoretische duiding van de centrale concepten, de methodesectie, analyse en resultaten en ten slotte de conclusie, reflectie en samenvatting.
DOCUMENT
Kun je toevallige voorbijgangers prikkelen om met elkaar over publieke vraagstukken te spreken - vraagstukken die het belang van het individu of de eigen groep overstijgen? Uit onderzoek blijkt dat hoe meer burgers betrokken zijn bij de vraagstukken die ons allemaal aangaan, hoe veerkrachtiger een samenleving is. Het is echter nog niet zo eenvoudig om hier ruimte voor te maken. Henriëtta Joosten en Flip Krabbendam vragen zich af het idee van ‘triangulation’ kan helpen. De opdracht werd ondersteund door het platform Connected Learning van De Haagse Hogeschool en uitgevoerd door zes studenten van de Faculteit IT&Design.
MULTIFILE
Dit rapport is de eerste editie van de monitor Staat van de Haagse Economie. Deze monitor volgt de economische welvaart van Den Haag: de economische groei van bedrijven en het werk en inkomen van bewoners. Het beschrijft ook de stand van zaken van de vier pijlers die aan deze welvaart ten grondslag liggen: de attractiviteit van de stad, de economische structuur, het ondernemingsklimaat en de ruimte voor bedrijvigheid. Den Haag heeft in 2020 voor zichzelf een ambitieuze doelstelling geformuleerd voor 2030. Den Haag wil: ● een brede economische bloei realiseren; ● een attractieve stad zijn om te wonen, zich te vestigen en te bezoeken; ● een economie hebben met een veerkrachtige structuur; ● een excellent ondernemingsklimaat hebben; ● en voldoende ruimte hebben voor bedrijvigheid. De monitor Staat van de Haagse Economie 2020 moet gezien worden als een nulmeting voor het te voeren beleid dat deze visie moet verwerkelijken. Volgende monitors laten zien of het op deze gebieden de goede kant op gaat en of Den Haag op weg is om de ambities voor 2030 te realiseren. Hoe staan de Haagse economie en de onderliggende vier pijlers er in 2019 en in de eerste helft van 2020 voor? Wat zijn de ontwikkelingen geweest in de afgelopen jaren — met als focus de periode na de banken- en eurocrisis tussen 2014 en 2019 — en hoe steekt Den Haag af ten opzichte van de andere drie grote steden? In deze samenvatting maken we de balans op en kijken daarbij naar de sterke elementen in de Haagse economie en welke elementen aandacht nodig hebben. We gaan daarbij achtereenvolgens in op de staat van de economie en de vier pijlers: stad, structuur, ondernemingsklimaat en ruimte. We sluiten af met een duiding van de bevindingen.
DOCUMENT
Biodiversiteit is essentieel voor de land- en tuinbouw, maar staat onder druk door maatschappelijke en ecologische uitdagingen. Dit onderzoek richt zich praktische maatregelen om de biodiversiteit rondom kassen in de regio te vergroten, rekening houdend met de mogelijkheden en belangen van telers. Hoewel biodiversiteit rondom kassen risico’s met zich mee kan brengen, zoals plagen en ziekten, biedt het ook kansen voor een duurzamere en veerkrachtigere tuinbouwsector. Het project wordt uitgevoerd in opdracht van SIGN (Stichting Innovatie Glastuinbouw Nederland) en omvat onderzoeklocaties bij verschillende tuinbouwbedrijven en onderwijsinstellingen. In samenwerking met het waterschap, de gemeente en telers worden ecologische biobased vlotten geplaatst in sloten rondom de kassen en wordt via aangepast maaibeheer gunstige condities gecreëerd voor een meer biodivers kruidenrijk (oever)vegetatie, fauna en waterleven in de kasomgeving. Tot slot zal gewerkt worden met kruidenmengsels. De centrale onderzoeksvragen richten zich op effectieve biodiversiteitsmaatregelen en de verdeling van verantwoordelijkheden tussen betrokken partijen. Het onderzoek levert toepasbare en haalbare oplossingen op die direct in de praktijk kunnen worden geïmplementeerd. Dit draagt bij aan een natuurinclusieve glastuinbouw.
In 2023 treedt de Omgevingswet (OW) in werking. Veel aandacht gaat uit naar juridische en digitale aspecten; weinig naar fysiek-ruimtelijke en sociale aspecten. HBO-instellingen werken nog niet complementair aan de vraag hoe zij kunnen meegroeien met en anticiperen op implementatie van de Omgevingswet. Het platform GROW wil hier verandering in brengen door te zorgen voor synergie van praktijkgericht onderzoek gericht op de duurzame – GRoene – ontwikkeling van de leefomgeving gekoppeld aan implementatie van de Omgevingswet. Dit moet leiden tot meer kennis over de impact van de Omgevingswet op de hogescholen, een gezamenlijke onderzoeksagenda en aanpassing van curricula. We richten ons daarbij op zowel inhoud, de processen als de governance en stellen ecologische en circulaire principes centraal. Via het platform gaan we onze netwerken, kennis en ervaring delen en worden voorstellen uitgewerkt voor gezamenlijk praktijkonderzoek naar de duurzame, groene effectuering van de Omgevingswet. GROW duidt ook de ambitie om het netwerk van 8 enthousiaste lectoren te laten groeien samen met experts en relevante publieke en private belanghebbenden. GROW sluit aan op de missie van de topsectoren en de daarop gebaseerde Kennis- en Innovatie Agenda’s; met name de thema’s ‘Energietransitie en duurzaamheid’, ‘Landbouw, water, voedsel’ en ‘Gezondheid en zorg’. We bepleiten een systeem- en gebiedsaanpak om de beoogde doelen te halen en cross-overs tot stand te brengen, in lijn met de KIA Land, Water, Voedsel. We sluiten aan op de thema’s ‘Gezondheid en welzijn’, ‘Veerkrachtige samenleving: in de wijk, stad en regio’ en ‘Gebouwde omgeving duurzaam en leefbaar’ van de strategische onderzoekagenda voor het hbo. GROW kan dankzij het wijdverbreide netwerk de ambitie van SIA voor nauwere samenwerking met de VNG ondersteunen. Het platform is verbonden met de Nationale Wetenschapsagenda en het programma ‘Aan de slag met de Omgevingswet’. Planbureau van de Leefomgeving heeft de intentie om ons platform te ondersteunen.
Het sinds 2002 bestaande Kennisnetwerk Beroepsonderwijs richt zich op vraagstukken van beroepsonderwijs in relatie met ontwikkelingen in de (regionale) beroepspraktijk en maatschappelijke uitdagingen. Deelnemers zijn lectoren, hoogleraren en recent ook practoren met een breed scala aan expertise, zowel vanuit de praktijk van beroepsonderwijs als de disciplines die vraagstukken van beroepsonderwijs bestuderen zoals de onderwijswetenschappen, psychologie, pedagogiek, economie, organisatiewetenschappen. Het netwerk is onderscheidend en uniek omdat de kennispartners uit de volledige beroepsonderwijsketen samenwerken en sterk verankerd zijn in de praktijk van het beroepsonderwijs zelf. Het Kennisnetwerk beoogt de continue kennisontwikkeling over, in en met het beroepsonderwijs te versterken en is daarmee gericht op de fundamentele bijdrage die beroepsonderwijs levert aan de ontwikkelkracht van Nederland in de breedte. Het Kennisnetwerk richt zich dus niet op één van de topsectoren maar op - de Human Capital Agenda van - alle sectoren en past daarmee naadloos bij de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen en sluit aan bij de NWA-route Veerkrachtige Samenleving. Het Kennisnetwerk wil via de platformregeling een duurzame en verbindende werkwijze ontwikkelen én praktiseren waarin vraagarticulatie, agendering en doorwerking met, door en voor het beroepsonderwijs en de samenwerkingspartners de bouwstenen zijn voor krachtenbundeling. Cruciaal is dat beroepsonderwijs samen met bedrijven en sociale partners werkt aan een toekomstbestendige regio. Kennisontwikkeling met het oog op het vormgeven en realiseren van deze partnerschappen vormt de motivatie voor dit platform. De inhoudelijke focus van het Kennisnetwerk betreft de kwaliteit van het beroepsonderwijs in het algemeen, de bijdrage van het beroepsonderwijs aan het leven lang ontwikkelen en het onderzoekende en responsieve vermogen van het beroepsonderwijs. Het Kennisnetwerk is ook een strategische alliantie om de kennisinfrastructuur over leren en ontwikkelen van en voor het gehele beroepsonderwijs te versterken omdat de omvang van het onderzoek en onderzoekscapaciteit gericht op beroepsonderwijs, achterlopen op de omvang en het belang van het beroepsonderwijs in Nederland.