Als de veiligheid verbetert, maar de Rotterdammers dat niet lijken te merken, schiet het veiligheidsbeleid tekort. Bij de behandeling van het nieuwe veiligheidsprogramma, #Veilig010 (Gemeente Rotterdam, 2013), werd een raadsbrede motie ingediend om te achterhalen wat achter deze ontwikkeling schuilgaat. En vooral natuurlijk, wat daaraan gedaan zou kunnen worden. Dus werd besloten tot een zogenaamde ‘brede consultatie’. Als Rotterdamse lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid legt Marnix Eysink Smeets zich al geruime tijd toe op de vraag hoe burgers hun veiligheid ervaren, waardoor die ervaring wordt beïnvloed en – vooral – wat je als bestuur eraan kunt doen om de veiligheidsbeleving op een voldoende niveau te brengen of te houden.
DOCUMENT
In deze lezing wil ik u in het eerste gedeelte voeren langs een aantal thema’s die voor de positionering van vraaggerichtheid van belang zijn, zoals opvoeding, normen en waarden, het wisselende tijdbeeld in de laatste decennia, en enkele kentheoretische noties. In het tweede gedeelte wil ik aan de hand van gevalsbeschrijvingen enkele centrale mechanismen binnen vraaggerichtheid illustreren. Aan de orde komen onder meer aspecten als responsiviteit of wederkerigheid en duurzaamheid van de autonomie. Deze gevalsbeschrijvingen zijn gesitueerd binnen verschillende contexten, allereerst binnen de vroege moeder-kindomgang, maar ze handelen ook over meer molaire systemen als de kindersterfte in een slum in Bombay en de overlastproblemen en het veiligheidsbeleid in grote steden. Ik eindig met een schets van de plannen en aanzetten rond onderzoek rond vraaggerichtheid, die de kwaliteitsverbetering en de aantrekkelijkheid van het hoger beroepsonderwijs voor de buitenwereld moeten concretiseren en verbeteren.
DOCUMENT
Rapportage van de tweede editie van het jaarlijkse RUIT onderzoek. RUIT staat voor: Regionaal Utrechts Integraal Veiligheidsbeleid & Trends. Centraal in het RUIT 2 onderzoek staat de vraag naar publiek vertrouwen en burgerparticipatie op veiligheidsgebied. Aan dit onderzoek namen zes gemeenten uit de Regio Midden-Nederland deel: drie grote/middelgrote gemeenten en drie kleine(re) gemeenten. Dit rapport geeft een eerste overzicht over de onderzoeksresultaten. In het volgende hoofdstuk wordt een korte theoretische inleiding in het vraagstuk van burgerparticipatie gepresenteerd (hoofdstuk 2). Aansluitend worden de gemeenten, de onderzoeksvragen en de erbij horende opzet per gemeente beschreven (hoofdstuk 3). In hoofdstuk wordt per gemeente beknopt gepresenteerd welke resultaten het onderzoek heeft opgeleverd. Daarna volgt in hoofdstuk 5 de conclusie en enkele bijlagen.
DOCUMENT
Snelheid is één van de belangrijkste basisrisicofactoren in het verkeer. Hoe sneller er gereden wordt in een auto hoe groter de kans op (zware) ongevallen2 en hoe hoger de uitstoot. Veel verkeersveiligheidsbeleid spitst zich daarom toe op het voorkomen van te hoge snelheden en het voorkomen van te grote snelheidsverschillen. ISA, Intelligente Snelheid Adaptatie, is een van de technologische oplossingen die kan bijdragen aan het voorkomen van te hoge snelheden in auto’s. ISA kent vele verschijningsvormen, van informerend (via slimme technologie wordt de bestuurder geïnformeerd over de geldende maximumsnelheid) tot dwingend (de auto wordt fysiek beperkt om harder te rijden dan de maximumsnelheid). Inmiddels bestaat voldoende bewijs dat de acceptatiegraad van ISA hoog kan zijn, wanneer het systeem perfect werkt. De praktijk is echter weerbarstig, doordat systemen (soms) technisch kunnen falen of onvoldoende correcte informatie doorgeven aan de bestuurder. Dit staat de acceptatie van ISA in de weg; niet in de laatste plaats omdat onderzoek heeft aangetoond dat bestuurders hogere normen hanteren voor het accepteren van technisch falen in zelfrijdende voertuigen5. Een (rijtaakondersteunend)systeem moet ten alle tijden beter functioneren dan de mens. In ACTI-I wordt dit spanningsveld onderzocht. De vraag luidt: Welke impact heeft technisch falen op de acceptatie van ISA? Deze vraag wordt beantwoord middels 1) literatuuronderzoek naar falen en acceptatie van technologische systemen; 2) rijsimulator/deelnemersonderzoek naar de waardering voor ISA en of, en zo ja hoe, de waardering verandert al naar gelang het falen van het systeem toeneemt. We werken hiervoor samen met drie MKB’s die ISA systemen ontwikkelen en verkopen aan particulieren en de overheid. De resultaten van ACTI-I zullen worden gepubliceerd en vormen de basis voor een RAAK-MKB onderzoek naar de relatie tussen technisch falen en de bestuurdersacceptatie van ISA en andere geavanceerde rijhulpsystemen
In het RUIT-project wordt jaarlijks bekeken hoe onderzoek, onderwijs en werkveld rond het thema veiligheid beter kunnen samenwerken in de regio Midden-Nederland. Het meest recente onderzoeksproject richt zich op een andere uitvoering van straffen en hoe de Nederlandse bevolking over strafdoelen denkt.Doel In het terugkerende RUIT-onderzoeksproject werkt het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid samen met de opleiding Integrale Veiligheidskunde, het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie en Veiligheidsregio Utrecht. Jaarlijks kiezen we een onderzoeksvraag, waarmee tweedejaarsstudenten Integrale Veiligheidskunde aan de slag gaan. Het doel van alle RUIT-onderzoeksprojecten is om de samenwerking te verbeteren tussen onderwijs, onderzoek en praktijk. Resultaten RUIT 1: Lokaal veiligheidsbeleid Het eerste RUIT-onderzoek (2012-2013) had als doel om inzicht te krijgen in de theorie en de praktijk van het lokaal veiligheidsbeleid, specifiek in de Utrechtse gemeenten en over meerdere jaren. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 2: Burgerparticipatie bij veiligheidsproblemen RUIT 2 (2013-2014) keek naar de beleving van bewoners over burgerparticipatie bij het werken aan lokale veiligheids- en leefbaarheidsproblemen. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 3: Woninginbraak zelf voorkomen In RUIT 3 ( 2014-2015) stond het voorkomen van woninginbraak door bewoners centraal. Welke preventiemaatregelen nemen mensen zich voor en wat voeren ze daadwerkelijk uit? Lees het onderzoeksrapport. RUIT 4, onderzoek 1: Zelfredzaamheid bij brand Het eerste onderzoek van RUIT 4 (2015-2016) keek hoe zelfredzaam ouderen, die zelfstandig wonen in een seniorencomplex, waren bij brand. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 4, onderzoek 2: Nieuwe leeftijdgrens Drank- en Horecawet Het tweede onderzoek van RUIT 4 ging over de effecten van de wijziging van de leeftijdgrens in de Drank- en Horecawet 2014 in de gemeenten Almere, Huizen en Zeist. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 5: Deelnemen aan een Whatsappgroep voor veiligheid in de buurt RUIT 5 (2016-2017) onderzocht de factoren waardoor buurtbewoners wel of niet deelnemen aan een Whatsappgroep voor veiligheid in de wijk. Uit dit onderzoek bleek dat deelnemers niet erg verschilden van niet-deelnemers. De belangrijkste reden dat bewoners niet deelnamen was dat zij niet wisten van het bestaan van de Whatsappgroep. Bekijk de factsheet. RUIT 6: Alcoholbeleid in (para)commerciële horecagelegenheden RUIT 6 (2017-2018) ging dieper in op het onderwerp van RUIT 4, deelonderzoek 2. Studenten keken in Almere hoe de Drank- en Horecawet werd uitgevoerd in (para)commerciële horecabedrijven. RUIT 7 en RUIT 8: Meningen over strafdoelen Strafrecht is een middel om controle te krijgen over het gedrag van de bevolking. Straf was vroeger vooral gericht op leedtoevoeging en wraak, tegenwoordig zetten wij als samenleving ook in op strafdoelen als resocialisatie of afschrikking. Maar blijkbaar doen wij het niet zo goed, want de recidivecijfers zijn hoog. Vanuit het programma ‘Koers en Kansen van de sanctie-uitvoering’ van het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gewerkt aan andere uitvoering van straffen, opdat de recidive minder wordt. Bijvoorbeeld door meer vakkundig maatwerk bij het begeleiden van resocialisatie. Maar sluit dit ook aan bij hoe de Nederlandse bevolking denkt over strafdoelen? De studies van RUIT 7 en RUIT 8 proberen meer duidelijkheid te geven over deze vraag. Welke strafdoelen zijn bekend en hoe wordt over deze doelen gedacht? En zijn er verschillen vast te stellen in dit denken over strafdoelen tussen bevolkingsgroepen, zoals bijvoorbeeld vrouwen en mannen? Deze vragen staan centraal in de zevende en in de achtste uitgave van dit samenwerkingsproject tussen de opleiding Integrale Veiligheidskunde en het lectoraat. Looptijd 01 januari 2012 - 31 december 2020
Voor het project Vitale Infrastructuur in de Veerkrachtige Delta is een consortium opgericht bestaande uit HZ University of Applied Sciences (penvoerder), Provincie Zeeland, gemeente Reimerswaal, Veiligheidsregio Zeeland, Rijkswaterstaat Zee & Delta, Waterschap Scheldestromen en kennispartner Deltares. Dit consortium heeft als doelstelling nieuwe kennis te ontwikkelen over cascade-effecten door het wegvallen van vitale infrastructuur bij een overstroming en maatregelen in pro-actie, respons en herstel fase te ontwikkelen om daarmee de betrokken professionals te helpen de veerkracht van de samenleving te vergroten. Dit onderzoek is maatschappelijk relevant vanwege de toenemende kans op overstromingen (hevige regenbuien en zeespiegelstijging). Het ontbreken van kennis over cascade-effecten in vitale sectoren als gevolg van een overstroming en onvoldoende verankering in het waterveiligheidsbeleid (meerlaagsveiligheid) kan leiden tot grote maatschappelijke verstoringen. Praktijkgericht onderzoek op basis van een integrale resilience benadering naar deze cascade-effecten en impact op de samenleving is dan ook nieuw. In de periode van 01-02-2017 t/m 31-01-2019 wordt onderzoek verricht met behulp van: • Kwalitatieve methoden (deskresearch, interviews, case Reimerswaal) • Modellering via CIrcle en 4+1resilience model • Workshops en validatiesessies • Simulaties van overstromingen en testen maatregelen Het onderzoek resulteert in een handboek waarmee professionals die werken in de 2e en 3e laag van meerlaagsveiligheid weloverwogen keuzes kunnen maken over inzet van maatregelen in pro-actie, respons en herstel fase. Deze maatregelen komen beschikbaar in een online experimenteer-leer-en-werkomgeving waar beroepspraktijk en onderwijs deze in samenhang kunnen testen. Het onderzoek sluit aan bij de Kennis- en innovatieagenda Delta Technologie van Topsector water en de route Veerkrachtige en Zinvolle Samenleving van de Nationale Wetenschapsagenda. Resultaten van het onderzoek vinden hun plek in de beroepspraktijk van betrokken partners, publicaties over resilience en uitvoering van meerlaagsveiligheid in vakbladen, versterking van de onderzoekpraktijk van de onderzoeksgroep en Deltares en vernieuwing van casuïstiek in het curriculum van de HZ Delta Academy.