Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Although homelessness is inherently associated with social exclusion, homeless individuals are rarely included in conventional studies on social exclusion. Use of longitudinal survey data from a cohort study on homeless people in four major Dutch cities (n = 378) allowed to examine: changes in indicators of social exclusion among homeless people over a 2.5-year period after reporting to the social relief system, and associations between changes in indicators of social exclusion and changes in psychological distress. Multinomial logistic regression analysis was applied to investigate the associations between changes in indicators of social exclusion and changes in psychological distress. Improvements were found in various indicators of social exclusion, whereas financial debts showed no significant improvement. Changes in unmet care needs, health insurance, social support from family and relatedness to others were related to changes in psychological distress. This study demonstrated improvements in various indicators of social exclusion among homeless people over a period of 2.5 years, and sheds light on the concept of social exclusion in relation to homelessness.
Participatie van kwetsbare burgers en de vermaatschappelijking van de zorg vormen belangrijke beleidsthema’s van landelijke en lokale overheden en van organisaties op het gebied van zorg en welzijn. Ervaringsdeskundigheid, die gebaseerd is op persoonlijke ervaringen met ontwrichting en het herstel daarvan, is in dit kader sterk in opmars. Ervaringsdeskundigen hebben vaak creatieve oplossingen, kunnen vanuit eigen ervaring bemoedigen en verminderen het stigma dat participatie kan blokkeren. GGZ Nederland, het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn van mening dat ervaringsdeskundigheid het herstel en de participatie van ‘verwarde’ en kwetsbare burgers kan bespoedigen. De behoefte aan ervaringsdeskundigen binnen de zorgverlening is groot. HBO-opgeleide zorgverleners met eigen cliënt- of probleemervaringen op het gebied van verslaving of psychiatrie geven aan het moeilijk te vinden om hun ervaringsdeskundigheid een duidelijke en volwaardige plek te geven in hun werk. Veel zorgorganisaties moeten wennen aan het idee dat ook zorgprofessionals ervaringsdeskundig kunnen zijn. Deze zorgprofessionals hebben behoefte aan kennis en praktische handvatten zodat zij hun ervaringsdeskundigheid goed kunnen benutten. In dit praktijkgerichte onderzoeksproject wordt samengewerkt tussen Windesheim en hogeschool Utrecht en vier grote zorginstellingen (GG-Net, RIBW-GO, MEE-IJsseloevers en Trajectum), met cliëntenpopulaties met complexe problematiek. De centrale onderzoeksvraag luidt: Op welke manier kan de ervaringsdeskundigheid van zorgprofessionals een bijdrage leveren aan het persoonlijk en maatschappelijk herstel van mensen met psychiatrische problemen en verslaving? Doelstelling van dit project is het opdoen van nieuwe kennis waarmee zorgprofessionals hun ervaringsdeskundigheid op een professionele en effectieve manier kunnen inzetten. Het onderzoek beoogt hiermee bij te dragen aan het bestrijden van de participatieachterstand van mensen met verslavings- en psychiatrische problemen. Dit project levert naast praktijkverbetering producten voor zorg en onderwijs: handleidingen voor zorgprofessionals-ervaringsdeskundigen (in opleiding); kennis over duurzame positionering en kwalitatieve borging van ervaringsdeskundigheid en tot slot een verzameling inspirerende, gevalideerde exemplarische voorbeelden van de bijdrage van ervaringsdeskundigheid van zorgprofessionals.
Wat leren we uit onderzoek naar gemengde-woonprojecten? Hoe kijken bewoners, medewerkers van woningcorporaties, zorg- en opvangorganisaties en gemeenten naar deze vormen van huisvesting? Onderzoekers en studenten van de Hogeschool Utrecht onderzoeken in de regio Utrecht en daarbuiten wat er nodig is om goede buren van elkaar te worden in dit soort woonprojecten. De Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen (2016-2019) vormde de start daarvan, inmiddels gevolgd door meerdere evaluaties en actie-onderzoeken in de regio Utrecht en daarbuiten. De Hogeschool deelt haar kennis met de praktijk ook via de landelijke Leergang Gemengd Wonen en door middel van presentaties en publicaties.Doel Er is steeds meer belangstelling voor gemengd wonen. Gemengd wonen gaat over woonprojecten waarbinnen verschillende groepen mensen doelbewust en in een georganiseerd verband samen wonen, contact onderhouden en soms ook gezamenlijk activiteiten ondernemen. In gemengde-woonprojecten wonen reguliere huurders samen met bewoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld mensen die eerder dak- of thuisloos waren, jongeren met een licht verstandelijke beperking, mensen die psychisch kwetsbaar zijn of statushouders. In onze onderzoeken kijken we naar de positieve en negatieve ervaringen van bewoners, medewerkers en bestuurders van deze bijzondere wooncomplexen. En trekken we lessen voor bestaande en toekomstige projecten. Resultaten Wat hebben we tot nu toe geleerd uit ons onderzoek? In de publicaties hieronder (onderzoeksrapporten en mediapublicaties) worden veel lessen getrokken. Enkele belangrijke zijn: Gemengd wonen biedt passende huisvesting voor een brede groep mensen, waaronder huurders die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben. Om de woonprojecten te laten slagen moeten huisvestingsorganisaties (vaak maar niet alleen woningcorporaties), zorg- of opvangorganisaties en gemeenten al vanaf de eerste voorbereiding samen optrekken en dat ook blijven doen. Bewoners van gemengd wonen zijn over het algemeen tevreden. Ze ervaren een positieve sociale controle, hebben het gevoel erbij te horen en te kunnen bijdragen aan een prettige woonomgeving. ‘Goede buur’ van elkaar proberen te zijn is het belangrijkste dat de bewoners kunnen doen. Voor de rest moeten de verwachtingen niet te hoog gesteld worden. Een gemeenschap ontstaat niet vanzelf. Verschillen in belevingswereld zorgen soms voor ongemak en onbegrip. Bewoners zijn gebaat bij goede raad voor de onderlinge omgang. De eigen inzet van bewoners voor hun woon-community is belangrijk en waardevol. Ze is gebaat bij sterk sociaal beheer en een goede begeleiding van individuele bewoners én de community. Publicaties Welkom in onze woonkamer. Gemeenten willen door met gemengd wonen. ('23) Eerst een thuis Utrecht. ('23) Psychische zorg voor statushouders toegankelijker ('23) Een goede woonstart ('23) Wat we kunnen leren van eerdere projecten waarin jongeren en statushouders samenwonen ('22) Verslag webinar maart '22: Gemengd wonen: weinig nodig voor een landelijk succes. Goed wonen! Evaluatie van het gemengd-wonenproject De Molen in Houten (feb '22). Trouw.nl: wie een goede buur wil zijn is welkom in de woonvereniging ('22). Als je wijkbewoners mixt, worden ze dan aardiger voor elkaar? ('20). Gemengd wonen met statushouders: een onderzoek naar de stek-projecten in Amsterdam ('20) Goede buren. Lessen uit gemengde woonprojecten in Utrecht ('18). Looptijd 01 november 2016 - 01 januari 2026 Interview Oranjefonds Niels doet mee aan het project Veelzijdig wonen en is een van de Nieuwe Buren in een flat waar veel kwetsbare mensen wonen. De Nieuwe Buren kijken naar de bewoners om, organiseren activiteiten en hebben veel contact met elkaar. Niels: "Dat spinnenweb van contact is heel handig als je bijvoorbeeld een verwarde bewoner tegenkomt. Een berichtje in de groepsapp en iemand schiet te hulp." Artikel over gemengd wonen in Utrecht Nico is als projectleider bij de Tussenvoorziening, een organisatie voor maatschappelijke opvang in Utrecht, voornamelijk bezig met het zogenoemd gemengd wonen. In dit artikel vertelt hij waarom gemengd wonen zo belangrijk is en deelt hij zijn ervaringen. Aanpak Dit onderzoek is onderdeel van de Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen. In deze Ontwikkelwerkplaats komen bewoners, medewerkers en bestuurders bij elkaar om hun ervaringen te delen. Van deze bijeenkomsten hebben we veel geleerd over wat mensen vinden van gemengd wonen. Ook zijn er interviews en groepsgesprekken gehouden met bewoners, medewerkers en begeleiders. Vervolg De inzichten uit het onderzoek staan centraal in de leergang 'Gemengd wonen'. Werk jij bij een gemeente, woningcorporatie, zorginstelling of opvangorganisatie? Of wil je als sociaal ondernemer of actieve bewoner een woonproject opzetten? Dan kun je je aanmelden voor de achtste editie van deze interactieve cursus die in 2023 van start zal gaan. In vijf bijeenkomsten tussen februari en juni 2023 ga je aan de slag met de theorie en praktijk van gemengd wonen. Je kunt samenwerken aan nieuwe woonprojecten of bestaande projecten verbeteren. Samenwerking met kennispartners De Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen heeft dit onderzoek uitgevoerd. De Ontwikkelwerkplaats is een initiatief van lector Lia van Doorn, Nico Ooms ('t Groene Sticht/Tussenvoorziening) en zelfstandig onderzoeker en projectleider Maarten Davelaar. In dit project werkten onderzoekers van Hogeschool Utrecht met veel organisaties samen: Stichting ’t Groene Sticht Stichting De Tussenvoorziening Woningcorporatie Portaal Lister Abrona Woonwerkgemeenschap Emmaus