Op 30 september 2009 vond in Maastricht de slotconferentie plaats van het tweejarige onderzoeksproject “Procivi”. De slotconferentie van het Procivi project was georganiseerd teneinde de doelen van RAAK te dissemineren. Procivi is een RAAK project, dat zich richt op de professionalisering van het welzijnswerk. In dit project heeft lectoraat CESRT, Hogeschool Zuyd, samengewerkt met de welzijnsorganisaties Trajekt en Wel.Kom om een aantal doelen te bereiken. Dit zijn het gezamenlijk expliciteren en ontwikkelen van werkpraktijken op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, het gezamenlijk ontwikkelen van een methodiekboek om de ervaringen van de social workers systematisch te beschrijven en documenteren, het verspreiden van de inzichten en resultaten onder social workers, onderwijsprofessionals en andere betrokkenen, en als laatste het verankeren en implementeren van inzichten en resultaten in de beroepspraktijk evenals in de opleidingen. Hogescholen en werkvelden werken de laatste jaren intensief samen. Professionalisering en vernieuwing zijn daarbij de belangrijkste thema’s. Die professionalisering was en is hard nodig. De bijdrage van de welzijnssector in vergelijking met de andere sectoren van wonen en zorg, leek nogal onzichtbaar. Hierdoor leek het moeilijk de eigen bijdrage aan de verbetering van maatschappelijke problematiek aan te tonen. Ook vroegen de politiek, overheid en de financierder meer en meer aan het welzijnswerk om zich duidelijker te profileren en te legitimeren. Uit deze context zijn de bovengenoemde projectdoelen naar voor gekomen, waarbij de slotconferentie ingaat op de hieruit bereikte resultaten en producten. Bijgevoegd zijn welkomstwoord, lezingen en presentaties.
De diamant reflectie als reflectie-instrument is voor het onderzoeksproject Procivi ontwikkeld door en voor studenten. Lectoraat CESRT van Hogeschool Zuyd en de welzijnsorganisaties Trajekt en Wel.Kom zijn partners in dit project. In Procivi staan professionaliteit, professionalisering en (reflectie op) werkpraktijken in het welzijnswerk centraal (Sniekers, Dinjens, Lamers, Potting, en Reverda, 2009). Dit is ook het geval bij studenten die binnen de opleiding Social Work opgeleid worden. Zes studenten1 CMV, SPH en MWD van Hogeschool Zuyd hebben in opdracht van CESRT de diamantfiguur ontwikkeld en de vragen opgesteld, die als basis dienen voor dit reflectiedocument. CESRT heeft de studenten gevraagd om een reflectie-instrument te ontwikkelen omdat gedurende het project Procivi is gebleken dat reflectie essentieel is voor een professional in het welzijnswerk. Onderzoekers hebben in samenwerking met welzijnsprofessionals reflectie-instrumenten voor professionals ontwikkeld (Lamers, van Engelen, Dinjens, Potting, Sniekers, en Reverda, 2009; Lamers, Dinjens, Potting, Sniekers, van Engelen, en Reverda, 2009). Deze Diamant reflectie hebben de studenten in samenwerking met de onderzoekers ontwikkeld. Studenten starten bij aanvang van hun opleiding ook met reflectie, op zowel hun studieloopbaan als op praktijkleren. De bedoeling van het ontwerpen van dit reflectie-instrument is dat het door studenten zelf ontwikkeld wordt, vanuit een praktijkperspectief. De studenten kennen zelf het beste hun eigen ervaringen vanuit werkveld en opleiding. Om die reden zijn vierdejaars studenten gevraagd, want zij hebben de meeste werkervaring kunnen opdoen, zijn bekend met het werkveld en met wat de opleiding van hen vraagt ten aanzien van reflectie. De keuze voor studenten van zowel de MWD, SPH en CMV opleiding is bewust gemaakt, omdat de volgende generaties studenten in Social Work worden opgeleid; een brede bachelor in het welzijnsdomein. Dit diamantmodel en bijbehorende vragen zijn dus door studenten voor studenten opgesteld. Het doel is om studenten Social Work te ondersteunen met reflecteren op de werkpraktijk tijdens hun praktijkleren in het derde studiejaar.
In het welzijnswerk speelt legitimatie van het eigen handelen een steeds belangrijkere rol. Welke rol speelt de welzijnswerker bij het uitvoeren van projecten en hoe ondersteunt hij de burger? Hoe bereikt hij zijn doelen en wat zijn die dan? Vragen die geleid hebben tot het Raak project, waarvan het Procivi reflectie-instrument één van de eindproducten vormt. Een verkorte versie van dit instrument is de Procivi Quick scan. Dit document bevat de Procivi Quick scan en de bijbehorende verantwoording. De originele, langere versie van het reflectie-instrument wordt gepresenteerd en verantwoord in het rapport Professionalisering van de welzijnswerker. Zelfreflectie als instrument. (Lamers et al. 2009)
Alle Nederlandse huishoudens krijgen te maken met de energietransitie. Dit heeft grote gevolgen, omdat ze bijvoorbeeld drastisch moeten omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’.Doel Het onderzoek heeft als doel om welzijnswerkers en beleidsbepalers te ondersteunen in het bevorderen van draagvlak en acceptatie voor de energietransitie bij bewoners in kwetsbare wijken. Resultaten Het onderzoek heeft als beoogd resultaat om concrete handvatten aan te reiken voor welzijnswerkers en beleidsbepalers om het draagvlak voor de energietransitie te vergroten. Lees hieronder drie nieuwsberichten over het project door de Provincie Utrecht. Looptijd 01 september 2020 - 31 augustus 2022 Aanpak Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van participatieve kwalitatieve onderzoeksmethoden, waarbij ook de koppeling naar meer kwantitatieve onderzoeksmethoden zal worden gemaakt. Een van de uitgangspunten is om sociale verandering in samenspraak met degenen die het aangaat te ontwikkelen. Dit zorgt ervoor dat interventies beter aansluiten bij de wensen en behoeften van respondenten en voorkomt mogelijke weerstand, omdat interventies niet top down worden opgelegd. De impact op het onderwijs en beroepspraktijk Het serieus betrekken van bewoners bevordert acceptatie en draagvlak. Dit vergroot het succes van de energietransitie als geheel. Daarnaast zorgt de samenwerking met het onderwijs ervoor dat relevante kennis en ervaring direct ten goede komt aan studenten. Ook brengen zij hun perspectieven in om bij te dragen aan het onderzoeksdoel. Cofinanciering Dit project wordt gecofinancierd door SIA als SIA post doc met dossiernummer HBOPD.2018.04.004.
We onderzoeken hoe bestaande, effectieve, valpreventie-programma’s goed kunnen worden geïmplementeerd. Dit doen we samen met belangrijke stakeholders, zoals thuiswonende ouderen met een verhoogd valrisico, fysiotherapeuten, wijkverpleegkundigen, apothekers, welzijnswerkers en beleidsmakers.Doel In dit onderzoeksproject streven we naar het identificeren van succesvolle implementatiestrategieën voor een effectieve, lokale en integrale implementatie van valpreventieprogramma’s in de wijk. Hierbij is specifiek aandacht voor de wensen van thuiswonende ouderen met een verhoogd valrisico en voor het verbeteren van interprofessionele samenwerking. Relevantie Zorgprofessionals ervaren nu veel barrières om valpreventie-interventies goed uit te voeren. Dit onderzoeksproject zal bijdragen aan het overwinnen van deze barrières en het benutten van facilitators. Inzichten uit het onderzoek zullen worden verwerkt in het onderwijsprogramma van toekomstige professionals. Resultaten Een aantal implementatiestrategieën zijn opgesteld naar aanleiding van in de literatuur en wijk geïdentificeerde belemmerende en bevorderende factoren voor de implementatie van valpreventie in de wijk. Op dit moment vinden evaluaties plaats om meetbaar te maken of de strategieën effectief zijn. Meer informatie vindt u ook hier: Projectwebsite FRIEND Stagemogelijkheden en afstudeeronderzoek Bachelor- en masterstudenten van opleidingen gerelateerd aan dit onderwerp worden uitgenodigd om een onderzoek te doen binnen dit project. Neem contact op met Saskia te Velde (Saskia.tevelde@hu.nl) om te vragen naar de mogelijkheden. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2023 Aanpak Middels een mixed-method aanpak, met zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden, volgen we in vier wijken of gemeenten in de regio Utrecht het implementatieproces van valpreventieprogramma’s. Voor dit project werken wij samen met de volgende kennispartners: UMC Utrecht Afdeling GeriatrieGGD Regio Utrecht Gemeente Utrecht Afdeling VolksgezondheidVeiligheid.nlPharosTrimbos InstituutVilans De betrokken wijken en gemeentes zijn: Leidsche Rijn Julius GezondheidscentrumGezondheidscentrum Oog in AlApotheek Orion, SchothorstGemeente Woudenberg Overige partners Zilveren KruisCOSBOKNGF
De gemeenten Stichtse Vecht en Utrecht willen graag voorzien in het beoefenen van Urban Sports in de openbare ruimte, dit op het gemeentegrenzen liggend gebied ‘Zuilense Vecht’. Samen met professionals en jongeren wordt gekeken naar hoe de programmering voor Urban Sports er op Zuilense Vecht uit kan zien.Doel Het uiteindelijke doel is de oplevering van een softwareadvies voor Zuilense Vecht. Daarnaast is het belangrijk om kennis en methodiek van het tot stand komen van het ontwikkelproces van deze software te borgen, als voorbeeld voor toekomstige urban sportparken. Resultaten Kennisbundeling met concrete aanbevelingen programmering Zuilense Vecht voor sport-, jongeren- en welzijnswerk. Kennisbundeling middels blauwdruk waarin proces en werkwijze tot de concrete aanbevelingen van een programmering op een urban sportpark gefaciliteerd kunnen worden. Nieuwsbrieven Downloads en links Poster ‘Programmering van urban sportparken’. Wat is belangrijk in het ontwikkelen van programmering voor urban sportparken? De inzichten op deze poster zijn gebaseerd op acht interviews met verschillende professionals. Zij deelden hun ervaringen over programmering en gebruik van urban sportparken. Onderlegger: toelichting bij poster ‘Programmering van urban sportparken’ Zuilense Vecht lin(k)t Urban Sports Looptijd 01 maart 2022 - 28 februari 2023 Aanpak Project loopt in twee fasen. Fase 1 betreft leren van eerdere ervaringen van ontwikkelprocessen van software van andere urban sportparken middels interviews met professionals. Fase 2 betreft co-design sessies met beide gemeenten, professionals en jongeren. Jongerenparticipatie en meiden in Urban Sports Binnen het project wordt ingezet op participatie van jongeren en kinderen (8-14 jaar) in het meedenken over de softwareprogrammering. Daarbij worden specifiek de wensen en behoeften van meiden meegenomen. Relevantie en impact Het project draagt bij aan kennis over gemeentegrensoverstijgende samenwerkingsverbanden. Daarnaast wordt er kennis opgedaan en geborgd over het programmeren van ongeorganiseerde sporten. Hierdoor kunnen kennis en opbrengsten van Zuilense Vecht op meer locaties benut worden.