Welzijnswerk is uiterst gevoelig voor trends, veranderingen en discussies. De vraag hoe je het sociaal leven van mensen tot op zekere hoogte kunt reguleren en versterken levert geen eenduidige antwoorden op. Voor gemeentes en gemeenschappen is één ding wel duidelijk, er zijn momenten dat je in actie moet komen, dat je iets moet doen. Soms vanwege het gevoel van solidariteit, bewogenheid, rechtvaardigheid soms omdat je mensen moet beschermen, omdat mensen bedreigd worden, omdat het minder prettig wordt om er te wonen. In het spel tussen burgers en overheden heeft het welzijnswerk een vaste plek gekregen. 'Vast' niet in de zin van een duidelijke positie of een sterk profiel maar wel als niet meer weg te denken, je komt het steeds weer tegen. Het werk is permanent in uitvoering ondanks alle trends, veranderingen en twijfels. Dat is een troostrijke gedachte voor werkers in de sector maar geen excuus om niet te zoeken naar een steviger profiel en grotere herkenbaarheid. Dat is ook het debat van vandaag. Ik zal in dit debat stelling nemen. Ik doe dit door eerst kort drie belangrijke ontwikkelingen die het welzijnswerk raken toe te lichten om daarna een profielschets te geven van een moderne maatschappelijke dienstverlening, waarvan het welzijnswerk deel uitmaakt.
DOCUMENT
Wie verdere gezondheidswinst wil boeken, moet vooral ook inzetten op het verbeteren van het sociaal functioneren van mensen. Bij steeds meer zorgpartijen vindt deze stelregel aanhang. Zij richten een deel van hun eigen activiteiten op welzijn of zoeken de samenwerking met het sociaal domein. Een groeiend aantal evaluaties wijst uit dat de inzet op preventie van het Nederlandse welzijnswerk positieve effecten heeft op iemands gezondheid of goedkoper is dan een alternatieve inzet. Er is echter veel variatie in de effectiviteit. De vraag is dan ook: wat werkt?
LINK
In dit boek worden computertoepassingen voor de sociaal-agogische beroepspraktijk beschreven die tot voor kort nog science-fiction leken, maar dat inmiddels niet meer zijn. Het gaat om bestaande applicaties, die echter maar sporadisch in de praktijk worden toegepast omdat velen in de beroepspraktijk (nog) niet van de mogelijkheden afweten. Dit boek wil dan ook een 'eye-opener' zijn en beschrijven wat er zoal in het beroep gebruikt wordt of gebruikt kan worden.
DOCUMENT
Alle Nederlandse huishoudens krijgen te maken met de energietransitie. Dit heeft grote gevolgen, omdat ze bijvoorbeeld drastisch moeten omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’.
Alle Nederlandse huishoudens krijgen te maken met de energietransitie. Dit heeft grote gevolgen, omdat ze bijvoorbeeld drastisch moeten omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’.Doel Het onderzoek heeft als doel om welzijnswerkers en beleidsbepalers te ondersteunen in het bevorderen van draagvlak en acceptatie voor de energietransitie bij bewoners in kwetsbare wijken. Resultaten Het onderzoek heeft als beoogd resultaat om concrete handvatten aan te reiken voor welzijnswerkers en beleidsbepalers om het draagvlak voor de energietransitie te vergroten. Lees hieronder drie nieuwsberichten over het project door de Provincie Utrecht. Looptijd 01 september 2020 - 31 augustus 2022 Aanpak Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van participatieve kwalitatieve onderzoeksmethoden, waarbij ook de koppeling naar meer kwantitatieve onderzoeksmethoden zal worden gemaakt. Een van de uitgangspunten is om sociale verandering in samenspraak met degenen die het aangaat te ontwikkelen. Dit zorgt ervoor dat interventies beter aansluiten bij de wensen en behoeften van respondenten en voorkomt mogelijke weerstand, omdat interventies niet top down worden opgelegd. De impact op het onderwijs en beroepspraktijk Het serieus betrekken van bewoners bevordert acceptatie en draagvlak. Dit vergroot het succes van de energietransitie als geheel. Daarnaast zorgt de samenwerking met het onderwijs ervoor dat relevante kennis en ervaring direct ten goede komt aan studenten. Ook brengen zij hun perspectieven in om bij te dragen aan het onderzoeksdoel. Cofinanciering Dit project wordt gecofinancierd door SIA als SIA post doc met dossiernummer HBOPD.2018.04.004.
We onderzoeken hoe bestaande, effectieve, valpreventie-programma’s goed kunnen worden geïmplementeerd. Dit doen we samen met belangrijke stakeholders, zoals thuiswonende ouderen met een verhoogd valrisico, fysiotherapeuten, wijkverpleegkundigen, apothekers, welzijnswerkers en beleidsmakers.Doel In dit onderzoeksproject streven we naar het identificeren van succesvolle implementatiestrategieën voor een effectieve, lokale en integrale implementatie van valpreventieprogramma’s in de wijk. Hierbij is specifiek aandacht voor de wensen van thuiswonende ouderen met een verhoogd valrisico en voor het verbeteren van interprofessionele samenwerking. Relevantie Zorgprofessionals ervaren nu veel barrières om valpreventie-interventies goed uit te voeren. Dit onderzoeksproject zal bijdragen aan het overwinnen van deze barrières en het benutten van facilitators. Inzichten uit het onderzoek zullen worden verwerkt in het onderwijsprogramma van toekomstige professionals. Resultaten Een aantal implementatiestrategieën zijn opgesteld naar aanleiding van in de literatuur en wijk geïdentificeerde belemmerende en bevorderende factoren voor de implementatie van valpreventie in de wijk. Op dit moment vinden evaluaties plaats om meetbaar te maken of de strategieën effectief zijn. Meer informatie vindt u ook hier: Projectwebsite FRIEND Stagemogelijkheden en afstudeeronderzoek Bachelor- en masterstudenten van opleidingen gerelateerd aan dit onderwerp worden uitgenodigd om een onderzoek te doen binnen dit project. Neem contact op met Saskia te Velde (Saskia.tevelde@hu.nl) om te vragen naar de mogelijkheden. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2023 Aanpak Middels een mixed-method aanpak, met zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden, volgen we in vier wijken of gemeenten in de regio Utrecht het implementatieproces van valpreventieprogramma’s. Voor dit project werken wij samen met de volgende kennispartners: UMC Utrecht Afdeling GeriatrieGGD Regio Utrecht Gemeente Utrecht Afdeling VolksgezondheidVeiligheid.nlPharosTrimbos InstituutVilans De betrokken wijken en gemeentes zijn: Leidsche Rijn Julius GezondheidscentrumGezondheidscentrum Oog in AlApotheek Orion, SchothorstGemeente Woudenberg Overige partners Zilveren KruisCOSBOKNGF