In deze bijdrage worden, met als voorbeeld “Trainerskracht”, de mogelijkheden om sport als middel in te zetten om maatschappelijke participatie van jongeren te bevorderen, verkend en worden aanbevelingen gedaan op welke punten verdere ontwikkeling wenselijk is.
DOCUMENT
In deze bijdrage wordt een beeld gegeven van de organisatie van het overheidsbeleid inzake breedtesport. Men focust op de Vlaamse beleidscontext, zonder de internationale ontwikkelingen en perspectieven uit het oog te verliezen. In eerste instantie worden een aantal concepten en modellen toegelicht die voor de sportbeleidscontext relevant zijn. In het tweede deel wordt specifiek ingegaan op de ontwikkeling en de rol van het overheidsbeleid inzake sport, alsook op de actoren en structuren die hierin een beleidssturende functie vervullen. In het derde deel wordt dieper ingegaan op het wetgevende kader van het breedtesportbeleid in Vlaanderen
LINK
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Diverse partijen, zowel marktpartijen als kennisinstellingen, gaan in 2020 samenwerken in een pilot om te toetsen in hoeverre zij de plant kardoen (familie van de artisjok distel) in haar volle potentieel kunnen gebruiken voor diverse commerciële doeleinden, zoals bloemen, voedsel, composiet en een lamp. Er wordt in deze pilot onderzoek gedaan naar: - Gebruik van reststromen als bodemverbeteraar - Teelt van kardoen - Verwerking van kardoen
Het doel van dit project is het onderzoeken of CO2 en kosten kunnen worden gereduceerd in twee zorginstellen door het Specifiek Ziekenhuis Afval (SZA) anders te verzamelen en verwerken. Dit praktijkgerichte onderzoek wordt mogelijk door een samenwerking van Windesheim, Flynther, Dermatologisch Centrum en Isala. SZA wordt verzameld in speciale vaten en getransporteerd naar speciale verbrandingsovens in Dordrecht, waar het afval inclusief het vat onder hoge temperatuur wordt verbrand. Dit leidt tot een hoge CO2 uitstoot en onnodig hoge afvalkosten voor zorgpartijen. Tijdens de voorbereidende interviews voor dit onderzoek hebben respondenten uit de zorgsector al verschillende suggesties gedaan om de hoeveelheid afval te reduceren: • Alleen medisch afval in het vat stoppen, geen andere afvalstromen; • Vaten zo veel mogelijk vullen voordat deze worden vervangen; • Beter scheiden van SZA. Een deel van het SZA hoeft niet onder speciale omstandigheden te worden verbrand, door deze apart in te zamelen kan het in de buurt van de zorginstelling worden vernietigd in plaats van in Dordrecht. • Gebruik van andere soorten vaten die gemaakt zijn uit karton of dunner kunststof. Vanuit Flynther en het Dermatologisch centrum is de praktijkvraag; “Als door diverse partijen wordt aangegeven dat er kan worden bespaard, waarom hebben partijen uit de zorg hier dan geen of nauwelijks aandacht voor? Zijn er nog meer manieren om SZA te reduceren?” De praktijkvraag van dit onderzoek is:Op welke wijze kunnen zorginstellingen door aanpassingen in het inzamelen van SZA, de hoeveelheid CO2 uitstoot en kosten binnen deze afvalstoom reduceren?Om deze vraag te beantwoorden worden de mogelijkheden zoals hierboven beschreven getoetst en de impact bepaald. Daarnaast wordt gekeken hoe het SZA inzamelingsproces moet worden aangepast om deze besparing te realiseren. Ook wordt onderzocht wat beperkende factoren zijn voor deze besparingen. De onderzoeksvragen worden beantwoord door een verkennend onderzoek dat wordt gebaseerd op twee case studies.
"Box-achtige” sandwichproducten komen veelvuldig voor in de mobiliteits- en logistiektoepassingen o.a. vanwege hun lichte gewicht en stijfheid. Denk hierbij aan elektrische “thuisbezorg-autootjes”, lichte bestelwagens en trailers (paardentransport) en transportkisten. Deze producten bestaan in hun huidige vorm uit stijve en lichte wanden (vaak composiet sandwichpanelen) die samengesteld worden met randverstijving en brackets: veelal aluminium inkoopdelen. De verbindingstechnologie bestaat uit verlijming, boutverbindingen of klinknageltechnologie. De product is vaak een Multi-Material Solution en hierdoor moeilijk te recyclen. De toekomstige Europese wetgeving 2030 (Green Deal) dwingt de bedrijven die deze boxen anders te ontwerpen en produceren, en na te denken over “End of Life” consequenties. Hierbij is vooral de inzet van te hergebruiken of recyclen van materialen.. Voor de bedrijven betekent dit onder andere: kan ik de panelen hergebruiken ‘as is’ of moeten deze panelen omgezet worden naar een soort van grondstofvorm (bijvoorbeeld ‘flakes’), welke wederom voor een hoogwaardige toepassing kunnen worden ingezet. En welke technologieën (inclusief procesautomatisering) zijn daarvoor van toepassing. Het huidige project, een samenwerking tussen bedrijven, hogeschool en brancheorganisatie, richt zich op bovenstaande vragen. Het spitst zich vooral toe op de circulariteit van deze ‘box-achtige’ sandwichproducten en doet onderzoek naar het hergebruik of recycling van de gebruikte thermoplastische sandwichpanelen en de demontage/assemblage-technieken daarvoor. Het project start bij de classificering van het recyclaat uit sandwichpanelen en het kwalificeren van de verschillende grondstof vormen. Vervolgens wordt gekeken hoe deze materialen, al in een vroeg stadium in het ontwerpproces kunnen worden meegenomen. De verschillende materiaal verschijningsvormen zullen vervolgens via dit (her-)ontwerp in een demonstrator worden ondergebracht. Dit op basis van diverse productieprocessen, procescondities, andere randvoorwaarden. Tenslotte zal de economische haalbaarheid worden bestudeerd met aandacht voor businessmodellen rondom integratie van recycling in de bestaande productie en/of aangevuld met automatisering. Naar inschatting gaat het in West-Europese om een verbruik van circa 12,5 km2/jaar.