Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen geven zorgtechnologie een impuls. Een update van het hoger gezondheidszorgonderwijs is dan ook nodig om dit aan te laten sluiten bij alle ontwikkelingen. Het is belangrijk dat zorgprofessionals de juiste kennis en vaardigheden hebben. Dit rapport geeft suggesties hoe dit aan te pakken.
DOCUMENT
Door landelijke ontwikkelingen binnen Zorg en Welzijn heeft het domein Gezondheidszorg van Hogeschool Utrecht (HU) een nieuwe visie geformuleerd om zorgprofessionals voor nu en later op te leiden. Voor die toekomstige zorgprofessional is het belangrijk dat hij of zij weet hoe je met technologie het zorgproces doelmatig kunt vormgeven en verbeteren. In deze Leerpraktijk wordt het belang van zorgtechnologie in het onderwijs beschreven en handreikingen voor het ontwerpen van onderwijs over zorgtechnologie gegeven.
DOCUMENT
De (iets) oudere ergotherapeuten weten het misschien nog: zelf slings maken op de naaimachine, of een drempelhulp van hout zagen. Met de komst van commerciële leveranciers van hulpmiddelen werd de ergotherapeut vooral adviseur. Brengt de opkomst van Do It Yourself (DIY) technologie ons weer terug naar de rol van ontwerper?
DOCUMENT
Wat vraagt het van een verpleegkundige om geen fysieke patiënten te zien, maar op afstand te beoordelen of zorg nodig is door gebruik van technologie? En hoe oefen je als verpleegkundestudent met zo’n digitale vorm van zorg verlenen? In een vernieuwde les voor tweedejaars verpleegkundestudenten aan de Hogeschool Utrecht, staat het oefenen van ‘triage op afstand’ (onderdeel van telemonitoring) centraal. Deze les, ontwikkeld in samenwerking met docenten Verpleegkunde, de vakgroep zorgtechnologie en hbo-verpleegkundigen van het Medisch Regiecentrum (UMC Utrecht), laat verpleegkundestudenten kennismaken met het snelgroeiend domein in de verpleegkundige zorgpraktijk: digitale zorg thuis (telemonitoring).
DOCUMENT
Gepubliceerd interview in ICT&health: Zorgaanbieder Omring heeft samen met Hogeschool InHolland een bijzonder lectoraat in het leven geroepen om inzichtelijk te maken welke kansrijke innovaties op het gebied van zorg en behandeling en technologie toepasbaar en uiteindelijk bewezen effectief zijn voor geriatrische revalidatie. Ook heeft Omring samen met onderwijsorganisatie Vonk het practoraat zorgtechnologie ingesteld. Het doel is praktijkgericht onderzoek te koppelen aan toekomstbestendige ouderenzorg, aan innovatie en aan professionalisering in het onderwijs en de beroepspraktijk.
DOCUMENT
Het lectorenplatform Inzet van Technologie voor Gezondheid en Zorg (PIT) richt zich op de implementatie van technologische innovaties in de dagelijkse praktijk met zorg- en welzijnsprofessionals en burgers. In dit projectplan voor 2023-2026 staat beschreven wat de motivatie van PIT is, welke doelstellingen het nastreeft, hoe PIT georganiseerd is en wat de strategische agenda is.
DOCUMENT
De meeste mensen kennen de robotstofzuiger wel. Dit apparaat lijkt een ideale oplossing bij de hulp in het huishouden. Maar welke uitdagingen brengt een robotstofzuiger met zich mee als deze door thuiszorgorganisaties wordt gebruikt in de ondersteuning die zij bij cliënten leveren? Iedereen weet dat de zorg en ondersteuning onder druk staan en dat het aantal medewerkers op alle niveaus onvoldoende is om het werk te verzetten. Maar we zien ook dat technologische innovaties in hoog tempo beschikbaar komen. Helpt dit om het arbeidsmarktprobleem en de toegenomen zorgvraag op te lossen? Een robotsamenleving is nog lastig voor te stellen maar slimme technologie is al op veel plekken in de maatschappij aanwezig: zelfscankassa’s, een groot aantal online tools en slimme sensoren die automatisch alarmeren in geval van nood. In dit rijtje hoort ook de robotstofzuiger thuis. Deze stofzuiger is inmiddels een bekend consumentenproduct en wordt al in vele huishoudens gebruikt. Een robotstofzuiger ziet eruit als een platte stofzuiger zonder kabels en snoeren. De robotstofzuiger werkt op een accu en doet geheel zelfstandig zijn werk. Sommige robotstofzuigers zijn te programmeren, zodat ze op vaste tijdstippen of met een vaste routine de ruimtes schoonmaken. Andere robotstofzuigers kunnen met een aan/uit knop bediend worden waarna ze aan het werk gaan. Het is een interessante vraag of robotstofzuigers ook in te zetten zijn bij hulp in de huishouding die veel ouderen en mensen met beperkingen ontvangen via de gemeente (via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)). De robotstofzuiger kan al het werk van de thuishulp niet vervangen, maar zal het takenpakket er door verschuiven? Deze vraag lag ten grondslag aan een pilot met twintig robotstofzuigers in de gemeente Amsterdam. In die pilot werd gekeken of robotstofzuigers een bijdrage konden leveren binnen de WMO-voorziening hulp bij huishouden. Bij 20 cliënten werd gedurende drie maanden een robotstofzuiger ingezet. De eerste resultaten waren positief: thuishulpen gaven aan dat de robotstofzuiger een verlichting van de werkdruk opleverde, en er werd een geschatte tijdsbesparing ervaren van gemiddeld 10 minuten tot een half uur (Cosijn, 2021). Gezien het kleine aantal deelnemers zijn de resultaten onvoldoende overtuigend om een definitief besluit te nemen over de inzet van de robotstofzuigers. Ook pilots in andere gemeenten leidden niet tot overtuigende conclusies (Das & Kuil, 2015; Stam, 2013). Op basis van de ervaringen met de genoemde pilot in Amsterdam besloten de gemeenten Den Haag en Amsterdam een groter onderzoek op te zetten met meer deelnemers. Deze werd ingebed in het Living Lab Sociaal Domein en Technologie, waain de gemeente Den Haag intensief samenwerkt met de Haagse Hogeschool als kennispartner. In deze nieuwe studie zijn 100 robotstofzuigers ingezet bij Haagse en Amsterdamse inwoners die hulp bij het huishouden ontvangen vanuit de gemeenten via twee uitvoerende zorgorganisaties: Tzorg en Cordaan Thuisdiensten/Axxicom Thuishulp.
DOCUMENT
Binnen de ouderenzorg in Nederland speelt zorginnovatie en technologische vooruitgang een cruciale rol om de uitdagingen van de krimpende arbeidsmarkt aan te pakken en de zorgkwaliteit te handhaven of te verbeteren. In het project 'Regionale inventarisatie en infrastructuur zorgtechnologie', gefinancierd door het Zorgkantoor, bundelt ZorgScala de krachten om gezamenlijk aan zorginnovatie te werken. In fase 1 van dit project is een inventarisatie gedaan van de recent ingezette zorginnovaties binnen de ZorgScala-organisaties. Er stonden twee kernvragen centraal: 1 Welke zorginnovaties zijn ingezet binnen ZorgScala in de afgelopen twee jaar tot nu? 2. Wat zijn de opgedane ervaringen met de inzet van deze zorginnovaties? Deze vragen zijn beantwoord door het uitzetten van een vragenlijst onder alle ZorgScala-organisaties. De vragenlijst bestond uit twee delen: een brede inventarisatie van alle ingezette innovaties van de afgelopen twee jaar en een verdiepende vragenlijst met vragen over onder andere de doelstelling van de innovatie, de doelgroep, de setting, de status van het project, de evaluatie en de bekostiging. e inventarisatie heeft een overzicht opgeleverd van 93 unieke innovaties. Deze zijn ingedeeld in zes categorieen, namelijk: 1. domotica en veiligheid 2. zorg op afstand en digitale communicatie 3. sociale robots en innovaties ter vergroting van het welzijn 4. ondersteuning van zorgmedewerkers 5. andere organisatie van zorg en werkprocessen 6. implementatiestrategieen en optimalisatie. Dit rapport geeft een uitgebreid overzicht van de innovaties per categorie. Voor 62 van deze innovaties is de verdiepende vragenlijst ingevuld. Wat betreft de doelstelling zijn innovaties meestal gericht op clienten, ter bevordering van o.a. mentaal en fysiek welzijn, vrijheid, veiligheid, privacy, hygiene en zelfredzaamheid. Ten tweede heeft een groot deel van de innovaties de zorgverlener als focus, met als doel arbeidsbesparing, grip op het werk, tijd voor de client, en taakdifferentiatie. Ten derde zijn er innovaties gericht op een efficiente organisatie, met nadruk op procesen kwaliteitsverbeteringen. De laatste categorie omvat diverse doelen zoals duurzaamheid en het ontzorgen van mantelzorgers. De beoogde doelgroep van de innovaties varieert, met algemene groepen clienten en zorgverleners als meest genoemde. Specifieke groepen worden ook benoemd, met een focus op nieuwe intramurale clienten, thuiswonende clienten met dementie, en ontslagen ziekenhuispatienten. Qua setting worden de innovaties zowel intra- als extramuraal toegepast, waarbij intramurale settings zoals huiskamers en woonzorg het vaakst genoemd worden. De helft van de innovaties is ge"implementeerd in de dagelijkse praktijk, terwijl anderen zich in verschillende stadia van ontwikkeling bevinden. Evaluaties van innovaties worden niet standaard uitgevoerd, bij 32 van de 62 innovaties was dit wel het geval. Vaak gebeurde dit via gesprekken met gebruikers, evaluatieformulieren of dossiersteekproeven. Kosten en bekostiging van innovaties varieren sterk, met uiteenlopende bedragen en financieringsmethoden, waardoor een directe vergelijking moeilijk is.
DOCUMENT