Wekelijkse, fysieke consulten bij een sociaal werker… Volgens Aafke Brinkhuijsen en Niels Hermens van Hogeschool Inholland past dat niet meer bij de huidige, digitale tijd. Het innoveren en digitaliseren van social work is geen luxe, maar noodzaak met de huidige schaarste aan zorgverleners. Aafke en Niels van Hogeschool Inholland onderzoeken hoe zorgverleners en patiënten kunnen profiteren van digitale hulpverlening. Hoe ziet de toekomst van social work er volgens hen uit? Dat vertellen ze in deze podcast van Hogeschool Inholland, New Scientist en het Centre of Expertise Preventie in Zorg & Welzijn.
LINK
Een Duits verzorgingstehuis nodigde recent aangekomen vluchtelingen uit die geïnteresseerd waren in werken in de ouderenzorg. Het doel van deze studie was om inzicht te krijgen in hoe gevestigde zorgverleners en eerstegeneratie immigranten nieuwkomers sleutelden aan waarden om de zorg voor mensen met dementie vorm te geven. Deze etnografische studie omvatte 200 uur observatie, 24 diepte-interviews en twee focusgroepinterviews met zes immigranten van de eerste generatie en zes gevestigde personeelsleden. De gevestigde zorgverleners en immigranten van de eerste generatie toonden zich bereid en in staat om te sleutelen aan situaties waarin verschillende waarden een rol speelden. Wanneer de werklast echter te zwaar wordt, kunnen medewerkers uit beide groepen gevoelens van machteloosheid, onverschilligheid en demotivatie ervaren. Institutionele beperkingen hebben een negatieve invloed op de interactie tussen gevestigde zorgverleners en immigranten van de eerste generatie die nieuwkomers zijn en beïnvloeden hun uitvoering van de zorg voor geriatrische bewoners met dementie. In dergelijke situaties wordt het cruciaal voor het personeel om een ondersteunende supervisor te hebben die hen kan helpen om te gaan met de dagelijkse stressfactoren van hun praktijk.
MULTIFILE
Hoe ziet de toekomst van de zorgverlener eruit? Het Nederlands zorgsysteem is sterk aan het veranderen, onder andere door de grondige bezuinigingen en een stijgende zorgvraag tegenover een dalend aanbod in zorgverleners. Een zorgsetting die onderhevig is aan zulke grote veranderingen vraag om innovatie. Meer hierover in dit derde deel van een vierluik over het project RAAK-mkb Ontwerpen voor Zorgverleners, uitgevoerd door het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie. Artikel verschenen is Product Magazine, oktober 2014.
MULTIFILE
Veel thuiswonende ouderen hebben problemen met het gebruik, bewaren en afvoeren van hun medicatie. Ook praten ze hierover niet altijd met zorgverleners. Dit leidt tot onveilige situaties en het uitblijven van behandeleffecten, stelt onderzoeker Nienke Dijkstra. Zij pleit voor betere ondersteuning en samenwerking tussen zorgverleners, patiënt en mantelzorger.
DOCUMENT
Een vrouw vertelt hoe zij vanaf haar 17e de mantelzorg aan haar moeder – NAH, epilepsie – heeft vormgegeven. Na de scheiding van haar ouders heeft zij de zorg op zich genomen en ook nu haar moeder is opgenomen is zij het eerste aanspreekpunt. Vanaf het ontstaan van de zorgsituatie heeft zij moeten ervaren dat de aandacht van de professionals alleen op haar moeder was gericht en dat zij zelf noch als medezorgverlener noch als zorgvrager werd gezien. “Nooit vroeg iemand aan mij hoe het met míj was..”. Terugkijkend op haar leven constateert zij dat ze veel meer heeft moeten inleveren – studie, baan, sociaal leven, gezondheid – dan met meer aandacht van en erkenning door professionele zorgverleners nodig was geweest.
MULTIFILE
Het in 2006 ingevoerde zorgstelsel, met meer marktwerking, verwacht van zorgconsumenten dat ze bewust voor een zorgverlener kiezen. Het is daarom van belang te weten hoe het keuzeproces van zorgconsumenten verloopt. Dit keuzeproces is onderzocht door een vragenlijst af te nemen onder zorgconsumenten (n = 585). Uit de resultaten bleek dat het advies van of doorverwijzing door de (huis)arts en de afstand tot de zorgverlener redenen zijn die het vaakst een rol spelen in de keuze voor een zorgverlener. Verder is gebleken dat geslacht, opleidingsniveau, leeftijd, zorgtype en de ernst van de aandoening samenhangen met de reden(en) waarom er wordt gekozen voor een zorgverlener. Tevredenheid blijkt sterk samen te hangen met loyaliteit. De kans dat een zeer tevreden persoon loyaal is aan de zorgaanbieder is ruim vijf keer zo groot als voor een (‘gewoon’) tevreden persoon. Zorgverleners moeten streven naar zeer tevreden zorgconsumenten door hen (meer) inspraak te geven in de planning en te zorgen voor goede bereikbaarheid en goede nazorg. Zeer tevreden consumenten zijn loyaal aan de zorgverlener en dit maakt het waarschijnlijker dat de consument terug zal komen bij de zorgverlener.
LINK
Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
Steeds meer overheden rekenen voor hun criminaliteitsbestrijding op jongerenwerkers. Daarbij is niet altijd even duidelijk wat ze kunnen verwachten. We vroegen jongerenwerkers en stakeholders in Nederland naar hun huidige en gewenste rol in de preventie van jonge aanwas 1. En hoe samenwerking op dit thema kan worden versterkt. Wat blijkt? Jongerenwerk draait om het winnen en behouden van vertrouwen met jongeren 2. Tegelijk vraagt samenwerking in de preventie van jeugdcriminaliteit om professioneel vertrouwen tussen partners. Beide vormen van vertrouwen komen onder druk door kort termijn beleidsdoelen. Het is dus belangrijk dat alle betrokkenen en beslissers deze ‘dubbele’ vertrouwensband beschermen
DOCUMENT
Op basis van desk research en interviews met 15 stakeholders (7 professionele zorgverleners, 5 managers/experts in de thuiszorg en 3 cliënten) is inzicht verkregen in zowel de oorzaken van de medicatieproblematiek als ontwerpkansen. Alle inzichten en kansen die in dit document worden gepresenteerd zijn gebaseerd op onderzoek dat is uitgevoerd door ontwerpstudio Moorgen in de periodeseptember tot en met december 2012. De medicatieproblematiek in de thuiszorg blijkt te worden veroorzaakt door factoren op twee gebieden: zorgnetwerk en clientwoning. Het zorgnetwerk slaat op het grote, complexe net werk van zorgverleners rondom een thuiszorgcliënt die elk hun eigen taak hebben in de zorgverlening en hierover met elkaar moeten communiceren. Naast de professionele zorgverleners en mantelzorgers zijn de huiisarts, thuiszorgorganisatie, specialisten in het ziekenhuis, de ziekenhuisapotheek, de “reguliere” apotheek, en eventueel nog andere partijen ( zoals een huishoudelijke hulp) onderdeel van dit netwerk. Het tweede gebied –cliëntwoning- heeft betrekking op fouten die ontstaan op het moment dat een zorgverlener daadwerkelijk bij de cliënt thuis is om zorg te verlenen.
DOCUMENT
De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) staat, net zoals andere sectoren in de zorg, voor een grote maatschappelijke opgave: er moet fors bezuinigd worden terwijl de kwaliteit van de zorg gehandhaafd moet blijven. Verwacht wordt dat de inzet van beeldcommunicatie in de zorg hieraan een bijdrage kan leveren. Beeldcommunicatie is echter iets dat de zorgverleners “overkomt”: ze zijn er vanuit de genoten opleidingen niet of nauwelijks op toegerust, terwijl ze juist geoefend zijn om subtiele signalen te interpreteren die via beeldcommunicatie niet of veel moeilijker waarneembaar zijn. GGZ-zorgverleners zitten dus klem tussen de maatschappelijke opgave van bezuinigen enerzijds, en de verantwoordelijkheid die ze voelen voor hun cliënten anderzijds.
DOCUMENT