Bijna 40% van de basisschoolleerlingen voldoet niet aan de beweegrichtlijnen. Beweegplezier is een bekende stimulans voor het verhogen van deelname aan beweeg activiteiten. Vakleerkrachten bewegingsonderwijs geven echter aan niet inzichtelijk te hebben of hun lessen bijdragen aan het ervaren van beweegplezier. Dit project beoogt vakleerkrachten bewegingsonderwijs te ondersteunen door het plezier van kinderen tijdens het bewegingsonderwijs inzichtelijk te maken en te achterhalen welke factoren hieraan bijdragen. In dit vooronderzoek presenteren we de samenhang tussen beweegplezier en competentiebeleving.
Methode: 194 kinderen uit groep 3 en 4 beantwoorden een vragenlijst over vier beweegactiviteiten: het bewegingsonderwijs, pauze, naschools buitenspelen en deelname aan een sportvereniging. De kinderen scoorden hun beweegplezier en competentiebeleving op een vijfpunts likertschaal, die visueel gepresenteerd was in de vorm van smileys.
Resultaten: Kinderen scoorden het hoogst op plezier en competentiebeleving tijdens het bewegingsonderwijs. De meeste kinderen scoorden de 4e of 5e smiley voor plezier (92%) en competentiebeleving (77%). Plezier en competentiebeleving correleerden significant tijdens het bewegingsonderwijs (r=0.33), de pauze (r=0.45), het buitenspelen (r=0.57) en beweegactiviteiten bij de sportvereniging (r=0.47).
Discussie en conclusie: De relatief lage correlatie tussen plezier en competentiebeleving tijdens bewegingsonderwijs wijst erop dat additionele factoren bijdragen aan plezierbeleving in de lessen. In samenwerking met de zes ALO’s gaan we in een vervolgtraject kijken naar dergelijke additionele factoren. We zullen onder andere onderzoek doen naar de relatie tussen plezierbeleving en vier dimensies van het pedagogisch sportkompas: sociale veiligheid, ontwikkelingsgerichtheid, motivatie en een zorgzaam lesklimaat.