In de volksmond staat het International Facility Management Programme bekend als 'Summerschool'. Het programma, waarmee acht samenwerkende opleidingen uit Duitsland, Finland, Nederland en Oostenrijk mede gestalte geven aan internationalisering, speelt zich namelijk grotendeels in de zomervakantie af. Dit jaar was het - jaarlijks wisselende, internationaal relevante - thema bedrijfscontinuïteit.
Background and aim ʹ Many countries signed the Paris Agreement to mitigate global average temperature rise. In this context, Dutch government decided to realize a reduction of 50% using resources and raw materials in 2030. This paper explores how practice-based research into facility operations can contribute to this aim. Methods / Methodology ʹ Practice-based research which includes direct observations, desk research, and participatory action research. Results ʹ This explorative research presents principles and suggestions for facility managers and procurement managers on how they can embed sustainable materials management in the organisation and how to take control of waste. The proposed suggestions are derived from practice-based research and presented as topics of attention for facility professionals. Originality ʹ Within education of Dutch universities of applied sciences and daily professional facility practices, the phenomenon of materials management is underexposed. To contribute to the national and international climate objectives, (future) facility professionals need better support to reduce waste. Bachelor students were involved throughout this research. This approach gave refreshing insights into waste at the end of the supply chain (control separation units) that can improve informed decisionmaking at the beginning of the supply chain. Practical or social implications ʹ Facility management professionals have an important role to play in the mitigation of global average temperature rise, because of their leading role in procurement, service operations, and materials management. However, they struggle to find sustainable solutions. This paper seeks to inspire professionals with interventions that have proven effectiveness on the reduction of waste. Type of paper ʹ Short research paper.
Met het rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ wil de Rijksoverheid een omslag maken naar een circulaire economie, met als uitgangspunt 50% minder verbruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) in 2030. In hun voorbeeldfunctie tegenover bedrijven en consumenten hebben overheidsorganisaties als doel gesteld om in 2020 slechts 35% restafval te genereren binnen hun bedrijfsvoering. Een afdeling Facility Management, gericht op ondersteuning van het primaire proces, kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Maar hoe doe je dat? Facilitaire professionals van overheidsorganisaties ervaren knelpunten die hen belemmeren om de doelstellingen te behalen. Zij vinden het bijvoorbeeld lastig om de circulaire gedachte en circulair gedrag in alle schakels van het bedrijfsproces te stimuleren. En beschikken niet altijd over de juiste kennis om gericht actie te ondernemen. In dit project wordt dan ook handelingsgericht onderzoek verricht rondom de vraag: “Met welk handelingsprotocol kunnen facilitaire professionals van de Rijksoverheid duurzaam gebruikersgedrag stimuleren, de afval- en grondstofstromen verduurzamen en daarmee bijdragen aan een circulaire bedrijfsvoering?” De projectpartners Dienst Justitiële Inrichtingen en FM Haaglanden willen samen met De Haagse Hogeschool een handelingsprotocol ontwikkelen zodat facilitaire professionals de circulaire bedrijfsvoering binnen overheidsorganisaties kunnen optimaliseren. Het project speelt daarmee in op de huidige handelingsverlegenheid bij facilitaire professionals die in zeer korte tijd de ambitie van 35% restafval in 2020 dienen te halen. De urgentie van het project is daarmee zeer groot. In twee jaar ontwikkelt De Haagse Hogeschool dit handelingsprotocol samen met de projectpartners. Het projectplan bestaat uit activiteiten die zijn gericht op 1) het inventariseren en stimuleren van duurzaam gedrag bij eindgebruikers, 2) het inventariseren en stimuleren van duurzaam gedrag bij facilitaire professionals, 3) het ontwikkelen en toepassen van een praktisch handelingsprotocol voor facilitaire professionals van de Rijksoverheid en 4) het dissemineren in praktijk, onderwijs en onderzoek.
The IMPULS-2020 project DIGIREAL (BUas, 2021) aims to significantly strengthen BUAS’ Research and Development (R&D) on Digital Realities for the benefit of innovation in our sectoral industries. The project will furthermore help BUas to position itself in the emerging innovation ecosystems on Human Interaction, AI and Interactive Technologies. The pandemic has had a tremendous negative impact on BUas industrial sectors of research: Tourism, Leisure and Events, Hospitality and Facility, Built Environment and Logistics. Our partner industries are in great need of innovative responses to the crises. Data, AI combined with Interactive and Immersive Technologies (Games, VR/AR) can provide a partial solution, in line with the key-enabling technologies of the Smart Industry agenda. DIGIREAL builds upon our well-established expertise and capacity in entertainment and serious games and digital media (VR/AR). It furthermore strengthens our initial plans to venture into Data and Applied AI. Digital Realities offer great opportunities for sectoral industry research and innovation, such as experience measurement in Leisure and Hospitality, data-driven decision-making for (sustainable) tourism, geo-data simulations for Logistics and Digital Twins for Spatial Planning. Although BUas already has successful R&D projects in these areas, the synergy can and should significantly be improved. We propose a coherent one-year Impuls funded package to develop (in 2021): 1. A multi-year R&D program on Digital Realities, that leads to, 2. Strategic R&D proposals, in particular a SPRONG/sleuteltechnologie proposal; 3. Partnerships in the regional and national innovation ecosystem, in particular Mind Labs and Data Development Lab (DDL); 4. A shared Digital Realities Lab infrastructure, in particular hardware/software/peopleware for Augmented and Mixed Reality; 5. Leadership, support and operational capacity to achieve and support the above. The proposal presents a work program and management structure, with external partners in an advisory role.
Al ruim tien jaar is Healthy Ageing hét thema in Noord-Nederland. Kennisinstellingen, openbaar bestuur en hetbedrijfsleven hebben zich gecommitteerd om op allerlei fronten inzichten, beleid en producten te ontwikkelen die desamenleving helpen om gezonder oud te worden. Een van de meest relevante, actuele en urgente thema’s van dekomende jaren is ‘De Gezonde Stad’. De gemeente, VanWonen Vastgoedontwikkeling B.V., de Hanzehogeschool en hetUMCG willen daarom in een unieke publiek-private samenwerking met elkaar bouwen aan een IWP Healthy Cities,waarin de relatie tussen de gebouwde, sociale en fysieke leefomgeving en de leefstijl en gezondheid van de inwoners vanGroningen centraal staat en de stad Groningen fungeert als proeftuin. Hiertoe hebben zij de handen ineengeslagen omeen lector Gezonde Stad aan te stellen; deze is in september 2019 begonnen voor een periode van 4 jaar. Volgende stapis de inrichting van de IWP Healthy Cities. De aangevraagde subsidie wordt gebruikt voor het bekostigen van debetrokkenheid van twee docent-onderzoekers, die de verbinding van de IWP met het onderwijs zullen aanjagen, zodatonderzoekers, docenten en studenten hierbinnen kunnen experimenteren met interventies in de sociale en fysiekeleefomgeving om de gezondheid van de inwoners te stimuleren. Samen met inwoners worden interventies geselecteerd,geprioriteerd, uitgewerkt, onderzocht en toegepast. Inwoners van de stad participeren dus actief in de proeftuin.Inmiddels zijn ook de GGD en het RIVM als kennispartners betrokken bij de IWP. De IWP Healthy Cities sluit aan bij hetthema Gebouwde Omgeving in relatie tot Gezondheid en Welzijn van het Kenniscentrum NoorderRuimte en deactiviteiten van het lectoraat Facility Management.