Purpose: Small and medium-sized entities (SMEs) operating in the alternative financing sector are typically heterogenous in nature making them differ greatly from traditional banks. Where traditional banks must comply with strict banking regulations, developing uniform regulations for the alternative financing sector remains a challenge. This paper examines the current challenges and solutions from a sociological and institutional perspective in developing standards for SMEs operating in the alternative financing sector in the Netherlands. Adopting minimum quality standards should lead to increased transparency and public trust in the non-banking sector.
LINK
The Procurement Platform Groningen is a cooperation of 15 tendering authorities in the northern part of the Netherlands. The Platform requested Hanze to start a research project concerning the Social Added Value of the Platform’s spend. The first phase of this research has now been completed. This phase has resulted in more insight into the spend of the Platform. The subject of this working paper concerns one of the next steps in this research. How can tendering authorities stimulate innovation within SMEs through tenders below threshold values? Most of the Platform members’ spend is put to market through non-European tenders. This paper describes a theoretical research into Platform’s possibilities to encourage innovation in SMEs, by using tendering for contracts that are below the threshold value. The results of this research show that the Platform can use several tendering procedures.
Draft research proposal; 20 JAN 2013. Preliminary proposal for a 3 (max 4) year research project leading to a PhD. In preparation for the WION workshops on Advanced Purchasing Research and to be worked out in more detail as a PhD research proposal before MAY 2013. The research objective is to find out: How innovating SMEs can best use Industrial Property Rights (patents) within value chains with their (SME) suppliers and their (SME) customers, what are best practices and improvement areas, what is a suitable theoretical framework, how can enterprises, business researchers & practitioners benefit from applying this framework.
Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) komen te vaak in de problemen in het onderwijs, waarbij een deel van de kinderen zelfs uit het onderwijs valt. Dit heeft mogelijkerwijs te maken met twee duidelijke knelpunten van het beleid van passend onderwijs. Ten eerste is passend onderwijs nog te veel een bestuurlijk construct en nauwelijks op het handelingsniveau van professionals gericht. Ten tweede vormen de grenzen van onderwijs en de jeugdhulpverlening nog te veel een belemmering om met vereende kracht leerlingen op maat te ondersteunen. Het op maat ondersteunen vraagt om een versteviging van vaardigheden van leerkrachten en jeugdhulpverleners om het welbevinden en leergedrag van ASS-leerlingen te stimuleren. Daarbij kunnen professionals elkaars expertise beter benutten om op deze manier samen in de klas op een talentgerichte wijze het welbevinden en leergedrag van leerlingen met ASS te ondersteunen. Het doel van deze aanvraag is het ontwikkelen van een bruikbaar prototype van een professionaliseringsaanbod voor leerkrachten en jeugdhulpverleners dat de vaardigheden die deze professionals in de klas nodig hebben versterkt, zodat leerlingen met ASS op een passende wijze ondersteund worden in hun leergedrag en welbevinden. Het consortium –bestaande uit leerkrachten uit het (speciaal) primair onderwijs, jeugdhulpverleners, gedragsdeskundigen – managers en onderzoekers, brengt via een ontwerponderzoek de behoeftes en benodigde vaardigheden in kaart en ontwikkelt ontwerpprincipes en een concept professionaliseringsaanbod. Dit concept is de basis van een professionaliseringsaanbod waarmee een bredere groep leerkrachten en jeugdhulpverleners tools krijgt om leerlingen met ASS effectief te ondersteunen. Het doel van deze aanvraag is in lijn met het landelijk beleid rondom passend onderwijs en de nationale wetenschapsagenda bij het thema ‘Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’. Verbetering van het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners in een integrale aanpak zorgt voor betere schoolresultaten, minder schooluitval en een betere communicatie tussen leerkrachten en hulpverleners en draagt bij aan een inclusieve maatschappij.