Background: Despite the growing importance of eHealth it is not consistently embedded in the curricula of functional exercise and physical therapy education. Insight in barriers and facilitators for embedding eHealth in education is required for the development of tailored strategies to implement eHealth in curricula. This study aims to identify barriers/facilitators perceived by teachers and students of functional exercise/physical therapy for uptake of eHealth in education. Methods: A qualitative study including six focus groups (two with teachers/four with students) was conducted to identify barriers/facilitators. Focus groups were audiotaped and transcribed in full. Reported barriers and facilitators were identified, grouped and classified using a generally accepted framework for implementation including the following categories: innovation, individual teacher/student, social context, organizational context and political and economic factors. Results: Teachers (n = 11) and students (n = 24) of functional exercise/physical therapy faculties of two universities of applied sciences in the Netherlands participated in the focus groups. A total of 109 barriers/facilitators were identified during the focus groups. Most related to the Innovation category (n = 26), followed by the individual teacher (n = 22) and the organization (n = 20). Teachers and students identified similar barriers/facilitators for uptake of eHealth in curricula: e.g. unclear concept of eHealth, lack of quality and evidence for eHealth, (lack of) capabilities of students/teachers on how to use eHealth, negative/positive attitude of students/teachers towards eHealth. Conclusion: The successful uptake of eHealth in the curriculum of functional exercise/physical therapists needs a systematic multi-facetted approach considering the barriers and facilitators for uptake identified from the perspective of teachers and students. A relatively large amount of the identified barriers and facilitators were overlapping between teachers and students. Starting points for developing effective implementation strategies can potentially be found in those overlapping barriers and facilitators.
MULTIFILE
Het boek ‘Create Health Ways of Working: Insights from ten eHealth innovation research projects’ presenteert inzichten uit het meta-onderzoeksproject ‘Create & Health Innovation WAys of Working Analysis’, ook wel CHIWAWA genoemd. Binnen dit meta-onderzoeksproject inventariseerden onderzoekers van de Hogeschool Utrecht (Lectoraat Onderzoekend Vermogen en Lectoraat Co-design) het gebruik van creatieve manieren van werken bij innovatieprocessen in de zorg, waarvoor zij tien onderzoeksprojecten van Nederlandse kennisinstellingen volgende in de periode 2018 – 2022. Deze tien onderzoeksprojecten en het meta-onderzoek waren onderdeel van het ZonMw-programma Create Health. Het boek presenteert case-portretten van de tien onderzoeksprojecten naar eHealth innovatie die zich concentreerden rondom de thema’s dementie, eenzaamheid en overgewicht. Vervolgens geeft het boek verdieping met betrekking tot de creatieve manieren van werken in de tien Create Health-onderzoeksprojecten, begrip van relationele processen bij het creëren van kennisuitwisseling en zicht op de impact die een dergelijke samenwerking heeft op de zorg- en welzijnssector en op de creatieve industrie. Het boek bevat aanbevelingen voor toekomstige onderzoeksconsortia, financiers en de praktijk (creatieve industrie, zorgsector en doelgroep) en sluit af met de beschrijving van een tool die gebaseerd is op het Research Pathway Model, dat als instrument gebruikt kan worden om het gesprek tussen stakeholders van innovatieprocessen in de zorg te ondersteunen.
Alongside the growing number of older persons, the prevalence of chronic diseases is increasing, leading to higher pressure on health care services. eHealth is considered a solution for better and more efficient health care. However, not every patient is able to use eHealth, for several reasons. This study aims to provide an overview of: (1) sociodemographic factors that influence the use of eHealth; and (2) suggest directions for interventions that will improve the use of eHealth in patients with chronic disease. A structured literature review of PubMed, ScienceDirect, Association for Computing Machinery Digital Library (ACMDL), and Cumulative Index to Nursing and Allied Health Literature (CINAHL) was conducted using four sets of keywords: “chronic disease”, “eHealth”, “factors”, and “suggested interventions”. Qualitative, quantitative, and mixed-method studies were included. Four researchers each assessed quality and extracted data. Twenty-two out of 1639 articles were included. Higher age and lower income, lower education, living alone, and living in rural areas were found to be associated with lower eHealth use. Ethnicity revealed mixed outcomes. Suggested solutions were personalized support, social support, use of different types of Internet devices to deliver eHealth, and involvement of patients in the development of eHealth interventions. It is concluded that eHealth is least used by persons who need it most. Tailored delivery of eHealth is recommended
Intervisieproces met Femke Merkx als begeleider t.b.v. dossier 2015-02-72P eHealth in de wijk: Ondersteuning voor de wijkverpleegkundige bij het indiceren van eHealth.
De inzet van blended care in de zorg neemt toe. Hierbij wordt fysieke begeleiding (face-to-face) met persoonlijke aandacht door een zorgprofessional afgewisseld met digitale zorg in de vorm van een platform of mobiele applicatie (eHealth). De digitale zorg versterkt de mogelijkheden van cliënten om in hun eigen omgeving te werken aan gezondheidsdoelen en handvatten tijdens de face-to-face momenten. Een specifieke groep die baat kan hebben bij blended care zijn ouderen die na revalidatie in de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) thuis verder revalideren. Focus op zowel bewegen (door fysio- en oefentherapeut) en voedingsgedrag (door diëtist) is hierbij essentieel. Echter, na een intensieve zorgperiode tijdens hun opname wordt revalidatie veelal thuis afgeschaald en overgenomen door een ambulant begeleidingstraject of de eerste lijn. Een groot gedeelte van de ouderen ervaart een terugval in fysiek functioneren en zelfredzaamheid bij thuiskomt en heeft baat bij intensieve zorg omtrent voeding en beweging. Een blended interventie die gezond beweeg- en voedingsgedrag combineert biedt kansen. Hierbij is maatwerk voor deze kwetsbare ouderen vereist. Ambulante en eerste lijn diëtisten, fysio- en oefentherapeuten erkennen de meerwaarde van blended care maar missen handvatten en kennis over hoe blended-care ingezet kan worden bij kwetsbare ouderen. Het doel van het huidige project is ouderen én hun behandelaren te ondersteunen bij het optimaliseren van fysiek functioneren in de thuissituatie, door een blended voeding- en beweegprogramma te ontwikkelen en te testen in de praktijk. Ouderen, professionals en ICT-professionals worden betrokken in verschillende co-creatie sessies om gebruikersbehoefte, acceptatie en technische eisen te verkennen als mede inhoudelijke eisen zoals verhouding face-to-face en online. In samenspraak met gebruikers wordt de blended BITE-IT interventie ontwikkeld op basis van een bestaand platform, waarbij ook gekeken wordt naar het gebruik van bestaande en succesvolle applicaties. De BITE-IT interventie wordt uitgebreid getoetst op haalbaarheid en eerste effectiviteit in de praktijk.
Veel patiënten binnen de GGZ kampen met chronische pijn en depressie. Het bevorderen van een gezond beweegpatroon speelt een belangrijke rol in hun behandeling. Deze patiënten kunnen echter door emoties en veranderde prikkelverwerking signalen van het lichaam niet goed inschatten. Daarbij zijn hun klachten belemmerend in hun activiteiten waardoor motivatie vaak afwezig is. GGZ-professionals gebruiken zorgstandaarden waarbij uitgegaan wordt van 'one-size-fits-all' behandelprogramma's. Deze sluiten onvoldoende aan bij de behoefte aan gepersonaliseerde interventies uitgaande van zelfmanagement van de individuele patiënt. Dit pleit voor een instrument dat professionals helpt objectief inzicht te krijgen in het beweegpatroon van hun patiënten, dat gepersonaliseerde feedback geeft en ondersteunt bij de verdere individueel passende begeleiding van de patiënt. Zelfmeettechnologie ('activity trackers') lijkt hier goed te passen. De mogelijkheden om zelfmeettechnologie als basis voor de behandeling van deze patiënten te gebruiken zijn echter bij GGZ-professionals veelal onbekend. Daarnaast is het inzetten van alleen zelfmeettechnologie waarschijnlijk onvoldoende en is niet goed bekend hoe deze patiënten gemotiveerd kunnen worden om deze technologie te (blijven) gebruiken. In dit project willen de Hanzehogeschool Groningen, Inter-Psy, Transcare en MobileCare samen met professionals en patiënten en andere nog te betrekken partners (o.a. het Rob Giel Onderzoekscentrum als trekker van het eHealth netwerk Noord-Nederland heeft aangegeven een bijdrage te willen leveren) ontdekken hoe op een goede manier aan de bovenbeschreven behoefte van GGZ-professionals kan worden bijgedragen. Beoogd wordt om met deze subsidie een proof of concept te leveren van een digitaal instrument dat op basis van zelfmeettechnologie meerwaarde biedt in de behandeling van patiënten met chronische pijn en depressie. Deze proof of concept vormt de basis voor een te schrijven subsidievoorstel om dit verder te ontwikkelen.