Een gezonde onderwijsarbeidsmarkt vraagt om een aantrekkelijk(er) carrièreperspectief voor leraren, en dus om een visie én om concrete ideeën die bruikbaar zijn in de context van het Nederlandse (voortgezet) onderwijs. In dit rapport doen we verslag van twee deelstudies naar loopbaanmogelijkheden voor leraren in het voortgezet onderwijs. In de eerste deelstudie is een inventarisatie uitgevoerd van de verschillende rollen die leraren vervullen in het voortgezet onderwijs in combinatie met hun kerntaak, het lesgeven. De tweede deelstudie bevat een inventarisatie van loopbaanopbouw en beleid in enkele andere sectoren (verpleging en politie) en landen (Polen, Slowakije en Europa in het algemeen). In beide deelstudies gaan we in op zowel de verticale als de horizontale groeimogelijkheden in de lerarenloopbaan.
Taal speelt een essentiële rol in het leren, ook in zaakvakken zoals wereldoriëntatie of geschiedenis. Soms worden deze vakken in het Engels gegeven (CLIL). We ontwerpen lesstrategieën en lesmaterialen om het leren in CLIL-contexten bevorderen door.
De PLG (Professionele Leergemeenschap) bestaat uit academische leerkrachten die naast hun werk in de klas graag worden uitgedaagd door het doen van onderzoek. De afgelopen anderhalf jaar hebben zij onderzoek gedaan naar motiverende factoren die helpen om Utrechtse onderwijsprofessionals te behouden voor het basisonderwijs. Uit het onderzoek komen vier thema’s naar voren die bijdragen aan de motivatie van leerkrachten én schoolleiders. De groep doet enkele duidelijke aanbevelingen richting schoolleiders en bestuurders
In de lerarenopleiding wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van pedagogisch handelen waarbij aangesloten wordt bij de ‘bekwaamheidseisen voor leraren basisonderwijs’. Het gaat dan om de ontwikkeling van pedagogische kennis en kunde en het stimuleren van bewustwording van het eigen handelen. Het expliciteren van het pedagogisch handelen van leraren is vaak nog lastig en blijft impliciet. Aanstaande leraren lijken zich wel bewust van het belang van hun pedagogische opdracht, maar kunnen hun pedagogisch handelen soms lastig verwoorden, onderbouwen of expliciteren. Zo ook bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Het ontbreekt hen aan taal om situaties te herkennen en hun pedagogisch handelen te duiden, terwijl ze er wel degelijk vorm aan geven. Dit onderzoeksproject heeft als doel om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij het expliciteren van hun pedagogische opdracht bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Met behulp van de centrale vraag: “Op welke wijze kunnen alledaagse ervaringen – gericht op pedagogisch handelen bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming – benut worden om het handelen van (aanstaande) leraren te verstevigen?” wil de postdoc inzicht creëren in: - de manieren om alledaagse pedagogische ervaringen tot uitdrukking te brengen; en - de manier waarop deze ervaringen gebruikt kunnen worden om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij de bewustwording van hun pedagogisch handelen en het zodoende te verstevigen. Het startpunt voor bewustwording is het expliciteren van alledaagse pedagogische ervaringen, zogenaamde lived experiences. Deze zijn de basis voor reflectie, dialoog met anderen en daarmee bewustwording. Het delen van verhalen over praktijkervaringen wordt gezien als een belangrijk startpunt bij het ontwikkelen van pedagogisch handelen . Bovenstaande sluit aan bij het instellingsplan 2017-2022 genaamd ‘Le(ra)ren met Lef’ en het onderzoeksprofiel van het onderzoekscentrum. De hbo-postdoc besteedt 50% van haar tijd aan onderzoek, de andere 50% wordt besteed aan het geven van onderwijs.
Om pabo-studenten betere feedback te geven tijdens hun stage, ontwikkelen we nieuwe formulieren waarmee studenten hun lessen kunnen voorbereiden.Doel De instructie die leraren aan leerlingen in het basisonderwijs geven moet beter. Dit is een belangrijke factor in het verbeteren van de prestaties van leerlingen. Tijdens hun stage krijgen pabo-studenten feedback op de manier waarop ze les geven. De formulieren voor lesvoorbereiding en voor feedback zijn niet voldoende. We ontwikkelen nu formulieren die de student beter ondersteunen in zijn professionele ontwikkelingsfase. Ook onderzoeken we in de praktijk of studenten baat hebben bij dit nieuwe formulier. Resultaten Uit het onderzoek blijkt dat de studenten die via de nieuwe manier werken een grotere groei vertonen in hun pedagogisch-didactische vaardigheden dan studenten van pabo’s die werken met het oude formulier. De combinatie van een nieuw lesvoorbereidingsformulier en feedback en observatie door de praktijkbegeleider blijkt dus succesvol. De nieuwe formulieren zijn na het onderzoek in gebruik genomen bij alle pabo-opleidingen. We blijven nauw samenwerken met de opleidingsinstellingen en met scholen waar pabostudenten werkervaring opdoen. Als lectoraat zullen we data blijven verzamelen over deze werkwijze, zodat we de aanpak kunnen aanpassen en verbeteren waar nodig. Looptijd 01 september 2013 - 31 december 2020 Aanpak Als eerste stap voeren we een literatuurstudie uit naar de bruikbaarheid van theorieën over de professionele ontwikkeling van aanstaande leraren. Dit is een raamwerk voor lesvoorbereidingsformulieren die aansluit op de fase waarin de student zich bevindt. Vervolgens ontwikkelen we deze formulieren. In de volgende fase van het onderzoek vergelijken we groepen studenten met elkaar. De ene groep krijgt een fase georiënteerde coaching aanpak, de andere groep niet. Deze aanpak bestaat uit drie onderdelen: Studenten gebruiken het nieuwe lesvoorbereidingsformulier, dat is afgestemd op hoe ver ze in hun opleiding zijn. Praktijkbegeleiders of schoolopleiders observeren de studenten op systematische wijze. Praktijkbegeleiders of schoolopleiders geven de studenten feedback op basis van hun observaties.
De groeiende aandacht voor computational thinking (CT) en programmeren in de klas is voor basisschoolleerkrachten aanleiding om te verkennen hoe zij CT handen en voeten kunnen geven in hun onderwijs. Ontwikkelingen binnen curriculum.nu, de recent gelanceerde leerlijn digitale geletterdheid van SLO en het toenemende arsenaal aan technologische onderwijsmiddelen als de Bee-Bot, Lego Mindstorms en Scratch bieden nieuwe mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling, maar zorgen door de snelheid waarmee ze verschijnen tevens voor handelingsverlegenheid onder leerkrachten. Het resultaat is dat scholen materialen aanschaffen terwijl de leerkrachten niet altijd weten wat de mogelijkheden zijn van deze materialen, hoe ze van toegevoegde waarde kunnen zijn voor lesactiviteiten en leerdoelen en welke visie op CT ten grondslag ligt aan de inzet van deze materialen. Om binnen scholenbestuur SKBG op een eenduidige en doelgerichte manier te kunnen werken aan de CT-vaardigheden van leerlingen hebben leerkrachten en directeuren de handen ineen geslagen met docenten en onderzoekers van de lerarenopleiding basisonderwijs van Iselinge Hogeschool. Zij werken binnen de Academische Werkplaats Oost-Gelderland (AWOG) samen aan een op maat gemaakte leerlijn voor SKBG waarin een visie op CT en leerdoelen per leeftijdscategorie beschreven zijn, aangevuld met bij de doelen passende voorbeeldactiviteiten, suggesties voor het zinvol inzetten van technologische onderwijsmiddelen en informatie over CT in het basisonderwijs. Om de ontworpen materialen breed inzetbaar te maken binnen het bestuur is de wens om een online CT-kennisbank in te richten waar leerkrachten handvatten vinden om CT onderdeel te maken van hun onderwijs. Deze kennisbank kan door leerkrachten individueel gebruikt worden, maar ook als basis voor teamtraining en professionalisering. De inrichting en het gebruik van de kennisbank zijn context voor onderzoek naar de user journeys van basisschoolleerkrachten die op zoek zijn naar manieren om CT in de praktijk te brengen.