Lifelong learning is necessary for nurses and caregivers to provide good, person-centred care. To facilitate such learning and embed it into regular working processes, learning communities of practice are considered promising. However, there is little insight into how learning networks contribute to learning exactly and what factors of success can be found. The study is part of a ZonMw-funded research project ‘LeerSaam Noord’ in the Netherlands, which aims to strengthen the professionalization of the nursing workforce and promote person-centred care. We describe what learning in learning communities looks like in four different healthcare contexts during the start-up phase of the research project. A thematic analysis of eleven patient case-discussions in these learning communities took place. In addition, quantitative measurements on learning climate, reciprocity behavior, and perceptions of professional attitude and autonomy, were used to underpin findings. Reflective questioning and discussing professional dilemma's i.e. patient cases in which conflicting interests between the patient and the professional emerge, are of importance for successful learning.
MULTIFILE
Lerende netwerken kunnen een belangrijke katalysator zijn voor leren van, tijdens en over vernieuwing. Zowel bij de lectoraten als bij de onderwijs-instituten van Hogeschool Utrecht (HU) bestaat een veelheid aan begrippen, aanverwante termen en vele varianten daarop. In een gezamenlijk project doen we in een lerend netwerk onderzoek naar de overeenkomsten en verschillen tussen deze vormen van lerende netwerken, hoe ze bijdragen aan duurzame innovatie en welke theorieën er achter zitten. Vorm is inhoud: het is een lab over labs en daarom hebben we het Overlab gedoopt.
In het nieuwste nummer van de Nieuwe Meso, het vakblad voor bestuurders en schoolleiders in het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het Focus-deel dit keer gewijd aan het opleiden van leraren. De gastredactie bestaande uit HvA-lector Marco Snoek, Fontys-lector Quinta Kools en de DNM-redacteuren Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin belichten het thema vanuit verschillende invalshoeken: de initiële lerarenopleidingen, ervaringen van startende leraren, en de wijze waarop de initiële lerarenopleiding en professionalisering van ervaren leraren kan samenkomen in professionele leergemeenschappen en in lesson studies. Daarbij gaan de verschillende artikelen in op de rol van schoolleiders en besturen bij het opleiden van nieuwe leraren en het ondersteuning van professionaliseren van ervaren leraren.Het focusdeel bevat bijdragen van verschillende HvA medewerkers: Marco Snoek, Evelien van Geffen, Tom van Eijck en Ed van den Berg.
Om tegemoet te komen aan de eisen die gesteld worden aan werknemers in de huidig snel veranderende samenleving heeft de NHL Stenden Hogeschool gekozen voor een nieuw onderwijsconcept, namelijk Design Based Education (DBE). DBE is gebaseerd op het gedachtegoed van Design Thinking en stimuleert iteratieve en creatieve denkprocessen. DBE is een student-georiënteerde leeromgeving, gebaseerd op praktijk-, dialoog-, en vraaggestuurde onderwijsprincipes en op zelfsturend, constructief, contextueel en samenwerkend leren. Studenten construeren gezamenlijk kennis en ontwikkelen een prototype voor een praktijkvraagstuk. Student-georiënteerde leeromgevingen vragen andere begeleidingsstrategieën van docenten dan zij gewend zijn. Van docenten wordt verwacht dat zij studenten activeren gezamenlijk kennis te construeren en dat zij nauw samenwerken met werkveldprofessionals. Eerder onderzoek toont aan dat docenten, zelfs in een student-georiënteerde leeromgeving, geneigd zijn terug te vallen op conventionele strategieën. De overstap naar een ander onderwijsconcept gaat dus blijkbaar niet vanzelf. Collectief leren stimuleert docenten de dialoog aan te gaan met andere docenten en werkveldprofessionals met als doel gezamenlijk te experimenteren en collectief te handelen. De centrale vraag van het postdoc-onderzoek is het ontwerpen en ontwikkelen van (karakteristieken van) interventies die collectief leren van docenten en werkveldprofessionals stimuleren. Het doel van het postdoconderzoek is om de overstap naar DBE zo probleemloos mogelijk te laten verlopen door docenten te ondersteunen DBE leeromgevingen te ontwikkelen in samenwerking met werkveldprofessionals en DBE te integreren in hun docentactiviteiten. De onderzoeksmethode is Educational Design Research en bestaat uit vier fasen: preliminair onderzoek, ontwikkelen van prototypes, evaluatie en bijdrage aan de praktijk. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Sustainable Educational Concepts in Higher Education en wordt hiërarchisch en inhoudelijk aangestuurd door de lector. Docenten, experts, werkveldprofessionals en studenten worden betrokken bij het onderzoek. Dit onderzoek kan zowel binnen als buiten de hogeschool een bijdrage leveren omdat steeds meer hogescholen kiezen voor een ander onderwijsconcept.
Het technische beroepenveld vraagt tegenwoordig naast inhoudelijke vakkennis om een breder scala aan vaardigheden van afgestudeerden dan voorheen. Het aantal banen met routinematig productiewerk neemt af, terwijl er steeds meer vraag is naar professionals met een lerend, onderzoekend en ondernemend vermogen die met andere professionals kunnen samenwerken aan complexe vraagstukken. Met het oefenen van de hiervoor benodigde vaardigheden dient al tijdens de opleiding gestart te worden. In dit project voeren wij praktijkgericht onderzoek uit waarbij mbo, hbo, een leerwerkbedrijf en het voortgezet onderwijs elkaar ontmoeten en waarbij deze vaardigheden, de 21st Century Skills, gestimuleerd worden. Het praktijkgericht onderzoek omvat de ontwikkeling van een Do It Yourself (DIY) DNA kit voor gebruik in het primair en secundair onderwijs. De ontwikkeling van deze kit is het middel om ons doel te bereiken, namelijk het stimuleren van werken met de 21st Century Skills waarbij het creatieve potentieel van het team wordt aangesproken. We willen docenten en leerlingen/studenten van de drie typen onderwijs (vo, mbo, hbo) verbinden door hen in teamverband deze kit te laten ontwikkelen en te testen. De teamleden zijn complementair aan elkaar op verworven competenties, ervaring en expertise. Het uiteindelijke resultaat is een nieuw type samenwerking tussen verschillende onderwijsniveaus en een grotere verbinding tussen organisaties in de Leidse regio.
Driestar hogeschool (met opleidingen in het educatieve en pedagogische domein) maakt samen met Driestar onderwijsadvies deel uit van Driestar educatief. Het praktijkgerichte onderzoek wordt uitgevoerd door het onderzoekscentrum, dat zich ontwikkelde tot een stevige, onderscheiden organisatie-eenheid. De visitatie die in 2019 plaatsvond, resulteerde in een positieve beoordeling. In het visitatierapport (Hobéon, 2019) werden aanbevelingen gedaan voor doorontwikkeling van het onderzoekscentrum middels versterking van a) de inbedding van het onderzoekscentrum in de organisatie, b) de doorwerking van de opbrengsten in de verschillende afdelingen en c) de onderzoeksbekwaamheid van de docenten en onderzoekers. Deze aanbevelingen passen bij de ambitie van Driestar educatief om de onderzoeksfunctie niet uitsluitend bij het onderzoekscentrum te beleggen, maar deze ook stimulerend te laten zijn bij de rol van onderzoek in andere afdelingen. De visitatie heeft geleid tot een plan om onderzoek, ontwikkeling en innovatie (OO&I) meer op elkaar te betrekken en een centrale plaats in de organisatie te geven. Begin 2020 is gestart met de uitvoering van dat plan, echter door de coronacrisis is de realisatie hiervan opgeschort. Een nieuwe impuls is nodig om dit plan weer in beweging te zetten. Deze Impuls-subsidieaanvraag heeft de naam ‘Verbinden van onderzoek, ontwikkeling en innovatie’ gekregen. In dit project wordt een heuristisch denk- en handelingsmodel ontworpen, uitgeprobeerd en bijgesteld. Dit OO&I-model gaat gebruikt worden om onderzoek een vaste plek te geven in ontwikkel- en innovatieprocessen binnen Driestar educatief. Daarmee wordt een onderzoekende houding van docenten en onderwijsadviseurs bevorderd. De onderzoeksfunctie wordt op die manier uitgebreid naar andere afdelingen en draagt steviger bij aan de missie van de organisatie en de professionaliteit van de medewerkers. Dit sluit aan bij het binnen Driestar educatief door de coronacrisis op gang gebrachte WHY-project, waarin bezinning plaatsvindt op de missie van Driestar educatief en de betekenis daarvan voor het geheel van de organisatie.