Een ontwikkelteam heeft een jaar lang gewerkt aan de actualisatie van kerndoelen voor rekenen en wiskunde voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het is de bedoeling dat deze conceptkerndoelen na een fase van beproeven vastgesteld worden. Wat staat leerkrachten te wachten?
“Leer kinderen problemen oplossen.” Dat is een belangrijk doel van het onderwijs van de toekomst, zowel binnen als buiten de rekenles. Als het gaat om het oplossen van non-routine rekenopgaven (opgaven waarbij kinderen zelf een oplossingsmanier construeren) is het van belang dat leerlingen daarover met elkaar in gesprek gaan. Dat vereist een adequate rekentaal waarmee ze hun rekenideeën kunnen verwoorden en die van anderen kunnen begrijpen. Leerlingen kunnen die rekentaal verwerven door met elkaar in gesprek te gaan over het oplossen van non-routine rekenopgaven. Dit lijkt een vicieuze cirkel, maar leerkrachten die zich ervan bewust zijn dat hun leerlingen tijdens het uitwisselen van oplossingsmanieren aan een dubbel doel werken, kunnen zorgen voor niveauverhoging, zowel in rekentaal als in probleemoplossende vaardigheden. Door feedback te geven op zowel het taalgebruik van de leerlingen als hun oplossingsmanieren, creëren ze een win-win-onderwijs-situatie.
In 2009 is bij alle brugklasleerlingen van de scholen van de Stichting BOOR de DIA-taal toets afgenomen in het kader van het ontwikkelen van taalbeleid. In 2010 zijn de scholen begonnen met het ontwikkelen van rekenbeleid en rekenonderwijs. Daartoe is het APS gevraagd de scholen te begeleiden. Om het beginniveau van de eerstejaars leerlingen te bepalen is aan het lectoraat Gecijferdheid van de Hogeschool Utrecht gevraagd om de ABC-toets voor rekenen in het voortgezet onderwijs af te nemen. Dit is uitgevoerd in het najaar van 2010. In totaal hebben 15 scholen en 1780 leerlingen deelgenomen aan de toets. De scholen hebben alle in november 2010 een schoolrapportage ontvangen. Daarin staan de resultaten van de leerlingen op leerling-niveau. Op basis daarvan kunnen de scholen hun onderwijsaanbod afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. In deze bovenschoolse rapportage vergelijken we de resultaten van de scholen met de landelijke norm en met elkaar