De aanwezigheid van de omgangscomponent en de machtscomponent wordt m.b.v. principale componenten analyse duidelijk aangetoond.
De gemiddelde gedragsbeoordelingen van de respondent t.o.v. zowel succesleerling als puzzelleerling zijn op de omgangswerkwoorden aanzienlijk hoger dan op de machtswerkwoorden. De respondenten beschrijven hun gedrag dus meer in termen van omgangswerkwoorden dan in termen van machtswerkwoorden. Binnen de omgangswerkwoorden zijn de scores voor de succesleerling hoger dan die voor de puzzelleerling, terwijl binnen de machtswerkwoorden de scores van de puzzelleerling hoger zijn.
De succesleerlingen gedragen zich volgens de respondenten meer in termen van omgangswerkwoorden en de puzzelleerlingen meer in termen van machtswerkwoorden.
Er is sprake van een sekse-effect van de respondent:
- de manlijke respondenten beoordelen hun eigen gedrag t.o.v. zowel succesleerlingen als puzzel leerlingen meer in termen van machtswerkwoorden dan vrouwelijke respondenten dat doen.
- de succesleerling en de puzzelleerling scoren volgens de manlijke respondenten op de machtswerkwoorden hoger dan volgens de vrouwelijke respondenten.
Voorts was er een effect van het wel of niet voor de klas staan: de docenten scoorden hun gedrag t.o.v. zowel succesleerling als puzzelleerling op de machtswerkwoorden hoger dan de nietdocenten.