© 2024 SURF
In het CSI Drone project is praktijkgericht onderzoek uitgevoerd naar het inzetten van een drone en
bijbehorende sensoren ten behoeve van het vinden van clandestiene graven. Het kan hierbij gaan om zowel
menselijke als dierlijke overschotten die begraven zijn. De Nationale Politie wil dergelijke drones inzetten voor
het oplossen van vermissingszaken en cold cases, de Nationale Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voor
het lokaliseren van illegaal begraven vee. Ook voor archeologische toepassingen van partner ArcheoPro is de
inzet van deze technieken nuttig.
In het project zijn protocollen opgesteld voor het effectief gebruik van verschillende sensortechnieken
toegespitst op de externe factoren die het consortium belemmert in hun huidige praktijken. Deze technieken
zijn ground penetrating radar (GPR), infrarood camera (IR), hyperspectrale camera en een elektromagnetische
sensor (EM).
Het huidige testveld is verder uitgebreid met biggenkadavers, begraven op verschillende dieptes. Deze nieuwe
kadavers bevatte alle bloed en inwendige organen voor een meer actueel beeld van het decompositie proces.
Het decompositieproces over tijd is gemonitord door geïmplementeerde temperatuurloggers en het nemen
van verschillende monsters. Daarnaast is dit gehele testveld gebruikt voor het testen van de sensoren en
automatische dronevluchten. Dit betekent dat de verschillende testen zijn uitgevoerd op de huidige
biggenkadavers zowel als de kadavers die drie jaar eerder waren geplaatst. Op deze manier konden
verschillende fases van decompositie worden meegenomen binnen het onderzoek.
De mate van autonomie van het dronevliegen is verhoogd om effectief en efficiënt velden te kunnen scannen
en daarnaast operators te ontlasten. Dit is gedaan door padplanningsmodules te ontwikkelen voor volledige
gebiedsdekking en voor het ontwijken van obstakels (obstacle avoidance).
De sensoren en dronetechnologieën zijn getest in praktische use cases van de partners NVWA en ArcheoPro.
Every year the police are confronted with an ever increasing number of complex cases involving missing persons. About 100 people are reported missing every year in the Netherlands, of which, an unknown number become victims of crime, and presumed buried in clandestine graves. Similarly, according to NWVA, several dead animals are also often buried illegally in clandestine graves in farm lands, which may result in the spread of diseases that have significant consequences to other animals and humans in general.
Forensic investigators from both the national police (NP) and NWVA are often confronted with a dilemma: speed versus carefulness and precision. However, the current forensic investigation process of identifying and localizing clandestine graves are often labor intensive, time consuming and employ classical techniques, such as walking sticks and dogs (Police), which are not effective. Therefore, there is an urgent request from the forensic investigators to develop a new method to detect and localize clandestine graves quickly, efficiently and effectively.
In this project, together with practitioners, knowledge institutes, SMEs and Field labs, practical research will be carried out to devise a new forensic investigation process to identify clandestine graves using an autonomous Crime Scene Investigative (CSI) drone. The new work process will exploit the newly adopted EU-wide drone regulation that relaxes a number of previously imposed flight restrictions. Moreover, it will effectively optimize the available drone and perception technologies in order to achieve the desired functionality, performance and operational safety in detecting/localizing clandestine graves autonomously. The proposed method will be demonstrated and validated in practical operational environments.
This project will also make a demonstrable contribution to the renewal of higher professional education. The police and NVWA will be equipped with operating procedures, legislative knowledge, skills and technological expertise needed to effectively and efficiently performed their forensic investigations.