Wereldwijd zorgen riffen, gebouwd door biobouwers zoals koralen en schelpdieren, voor belangrijke ecosysteemdiensten waaronder kustveiligheid, visserij en recreatie. Deze riffen staan echter onder toenemende druk en door het verlies van natuurlijke harde substraten gaat ook de biodiversiteit en productiviteit van het mariene ecosysteem achteruit. Tegelijkertijd is er juist een toename van kunstmatig hard substraat voor mariene infrastructuur, zoals dijken, havens en golfbrekers. Vanwege de goede verwerkbaarheid en grote toepasbaarheid, is het meest gebruikte materiaal voor mariene infrastructuur beton. Beton heeft echter grote nadelen: 1) De cementindustrie is verantwoordelijk voor 5-7% van de wereldwijde CO2-uitstoot en 2) op beton groeien door de suboptimale chemische samenstelling andere bentische gemeenschappen dan op natuurlijke riffen. De komende jaren zal er, door klimaatverandering en economische ontwikkeling, nog meer op zee gebouwd worden. Er is daarom een wereldwijde noodzaak voor materialen die een lagere CO2 footprint hebben dan beton en ecologisch beter functioneren. In het RAAK-publiek ECODAMI (Ecologisch Optimale en Duurzame Alternatieve materialen voor Mariene Infrastructuur) project werkt hogeschool VHL samen met publieke partijen Waterschap Noorderzijlvest, Rijkswaterstaat, Public Entity Saba en partners uit zowel de bouwkundige als ecologische hoek aan de interdisciplinaire vraag “Welke alternatieve materialen kunnen gebruikt worden om mariene infrastructuur te verduurzamen en tegelijk de onderwaternatuur te verrijken?” Om deze vraag te beantwoorden worden alternatieve materialen voor beton geproduceerd en getest op conventionele eigenschappen zoals verwerkbaarheid en sterkte. De meest kansrijke materialen worden in experimenteel labonderzoek getest op de vestiging van indicatorsoorten, waarna de best functionerende materialen worden gecombineerd. Via experimenteel veldonderzoek in de Waddenzee, de Zeeuwse delta en bij Saba (Caribisch Nederland) wordt de ontwikkeling van bentische gemeenschappen op de proefblokken onderzocht en wordt een laatste selectie gemaakt. Op deze manier resulteert het ECODAMI project in duurzame en ecologisch optimale bouwmaterialen die direct toepasbaar zijn in mariene infrastructuur.
Wereldwijd zorgen riffen, gebouwd door biobouwers zoals koralen en schelpdieren, voor belangrijke ecosysteemdiensten waaronder kustveiligheid, visserij en recreatie. Deze riffen staan echter onder toenemende druk en door het verlies van natuurlijke harde substraten gaat ook de biodiversiteit en productiviteit van het mariene ecosysteem achteruit. Tegelijkertijd is er juist een toename van kunstmatig hard substraat voor mariene infrastructuur, zoals dijken, havens en golfbrekers. Vanwege de goede verwerkbaarheid en grote toepasbaarheid, is het meest gebruikte materiaal voor mariene infrastructuur beton. Beton heeft echter grote nadelen: 1) De cementindustrie is verantwoordelijk voor 5-7% van de wereldwijde CO2 uitstoot en 2) op beton groeien door de suboptimale chemische samenstelling andere ecologische gemeenschappen dan op natuurlijke riffen. De komende jaren zal er, door klimaatverandering en economische ontwikkeling, nog meer op zee gebouwd worden. Er is daarom een wereldwijde noodzaak voor materialen die een lagere CO2 footprint hebben dan beton en ecologisch beter functioneren. In het RAAK-publiek ECODAMI (Ecologisch Optimale en Duurzame Alternatieve materialen voor Mariene Infrastructuur) project werkt hogeschool VHL samen met publieke partijen Waterschap Noorderzijlvest, Rijkswaterstaat, Public Entity Saba en partners uit zowel de bouwkundige als ecologische hoek aan de interdisciplinaire vraag “Welke alternatieve materialen kunnen gebruikt worden om mariene infrastructuur te verduurzamen en tegelijk de onderwaternatuur te verrijken?” Om deze vraag te beantwoorden worden alternatieve materialen voor beton geproduceerd en getest op conventionele eigenschappen zoals verwerkbaarheid en sterkte. De meest kansrijke materialen worden in experimenteel labonderzoek getest op de vestiging van indicatorsoorten, waarna de best functionerende materialen worden gecombineerd. Via experimenteel veldonderzoek in de Waddenzee, de Zeeuwse delta en bij Saba (Caribisch Nederland) wordt de ontwikkeling van ecologische gemeenschappen op de proefblokken onderzocht en wordt een laatste selectie gemaakt. Op deze manier resulteert het ECODAMI project in duurzame en ecologisch optimale bouwmaterialen die direct toepasbaar zijn in mariene infrastructuur.