Mobiele robots (AGV’s) maken vaak gebruik van een fleet management systeem om hun werkzaamheden te coördineren. Iedere robotfabrikant heeft zijn eigen fleet management systeem dat alleen geschikt is voor robots van diezelfde fabrikant. De onderzoeksvraag van het Let’s Move IT project was om verschillende robots van verschillende fabrikanten probleemloos taken te laten uitvoeren in een gezamenlijke maakomgeving.
Er is in dit project vooral gekeken naar taakplanning en routeplanning van verschillende mobiele robots, communicatie tussen verschillende robots onderling, communicatie van robots met de omgeving, en er werd gekeken naar hoe robots de omgeving slimmer waar kunnen nemen. Ontwikkelde concepten zijn getest in proeftuinsituaties. De belangrijkste resultaten van het project zijn:
er zijn verschillende interfaces en nieuwe randapparaten ontwikkeld waarmee robots kunnen communiceren in een fabrieksomgeving;
er is onderzoek gedaan naar fleet managers en een concept architectuur opgesteld voor fleet managers en hier zijn experimenten mee uitgevoerd;
er is in kaart gebracht welke communicatie mogelijkheden er zijn tussen verschillende robots. Hier wordt verder meegegaan in een volgend onderzoeksproject;
sensoren: er zijn nieuwe technieken ontwikkeld voor sensorfusie en sensor data omzetten naar informatie voor mapping, objectherkenning en lokalisatie;
Er is onderzoek naar gedaan naar radio (Ultra Wide Band) communicatie en beacon lokalisatie en navigatie;
de verschillende partners hebben inzicht gekregen in de problemen en mogelijkheden rondom de onderzoeksvraag en deze hebben geleid tot nieuwe onderzoeksvragen en projecten.
In de MKB-maakindustrie zijn aanzienlijke kosten gemoeid met het intern transport van goederen en materialen. Het belang van gebruik van mobiele robots voor interne logistieke processen neemt dan ook razendsnel toe. Men wil betaalbare mobiele robotsystemen die betrouwbaar kunnen werken en navigeren binnen de unieke omgeving van de eigen werkvloer. Voor gerobotiseerde oplossingen wil en kan de MKB-maakindustrie echter niet afhankelijk zijn van één leverancier. Er is immers geen omgeving die geheel is toegespitst op en aangepast aan het gebruik van robots zoals in grootschalige logistieke bedrijven. Daarom is inzet van combinaties van robots van verschillende leveranciers met elk verschillende functionaliteiten noodzakelijk. Probleem is echter dat roboticaleveranciers specifieke verkeersmanagementsystemen (fleetmanagement) leveren en ook de interactie van robots met ERP (Enterprise Resource Planning) systemen, liften, deuren etc. op hun eigen wijze implementeren. Er bestaat geen generiek of geïntegreerd fleetmanagement systeem, waardoor de diverse typen robots nu letterlijk onafhankelijk van elkaar opereren. Dit resulteert in inefficiënt robotverkeer met een groot risico op verkeersproblemen, hinder voor personeel en dure parallelle koppelingen met interfaces (met deuren, liften etc.). Dit leidt tot verwarring, onzekerheid en potentiële veiligheidsproblemen bij werknemers op de werkvloer.
Ambitie van het project Let’s Move IT is om verschillende fabricaten en typen mobiele robots (met elk hun eigen logistieke taken) beter met elkaar te laten communiceren en samenwerken. In het project wordt daartoe gewerkt aan integraal verkeersmanagement, modulaire interfaces en slimme gecombineerde omgevingsinterpretatie. Zo kunnen logistieke robots veilig, flexibel, robuust en adaptief opereren in een steeds veranderende productieomgeving in aanwezigheid van mensen.
Het project is een samenwerking van Fontys Hogescholen, Haagse Hogeschool en NHL. Participerende (MKB-)bedrijven zijn werkzaam als ontwikkelaar, system integrator, toeleverancier en eindgebruiker van mobiele robotsystemen. Daarnaast zijn coöperatie Brainport Industries en Metaalunie nauw betrokken.
In het project zal bestaande kennis toepasbaar worden gemaakt en zal nieuwe kennis worden ontwikkeld ten behoeve van het verkeersmanagement van meerdere fabricaten mobiele robots tegelijkertijd. Verder zal verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten plaatsvinden en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders. Er zullen circa 18 (docent-)onderzoekers van de hogescholen en circa 100 studenten betrokken worden, die in de vorm van studentenprojecten, stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct uit de beroepspraktijk.