Litska Strikwerda en Anke van Gorp (beiden hoofddocent en onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht) richten zich op de dilemma's bij het gebruik van OxRec, een digitaal instrument dat een inschatting maakt van recidiverisico's en dat wordt gebruikt door medewerkers van de reclassering.
Hogeschool Inholland heeft op dit moment een hoogwaardige digitale leeromgeving. Echter, gezien de continue ontwikkelingen binnen de onderwijstechnologie is het belangrijk om een alert en wendbaar digitaal leerlandschap te blijven aanbieden. Omdat technologie in sommige gevallen ook een versneller kan zijn van onderwijsinnovatie, is Inholland gestart met het project “Innovatie met EdTech” wat het mogelijk maakt om innovatieve technologieën experimenten uit te voeren. Er ontbreekt een objectief evaluatieinstrument om deze technologien op een objectieve maar inzichtelijk manier te beoordelen op hun meerwaarde om hiermee een eventuele grootschalige implementatie mogelijk te maken. Hiervoor is de Inholland Innovatie Index ontwikkeld: een multidisciplinaire evaluatiemethodiek die een kansrijke applicatie beoordeelt op drie hoofdcategorieën met diverse subcategorieën. In een workshops setting waarbij diverse actoren aanwezig zijn, worden de resultaten besproken. Na afloop worden de bevinden geplot in de Inholland Innovatie Index resulterend in een groene, oranje of rode kleur per categorie waardoor een algemeen beeld ontstaat rondom het succes van de pilot. Met behulp van de Inholland Innovatie Index zijn tien pilots geëvalueerd met een divers resultaat. De Inholland Innovatie Index blijkt een nuttig instrument om begrip te creëren voor de diverse standpunten en inzichten die mede leiden tot een negatief advies. Daarnaast blijkt dat waardevolle lessen die bij minder ‘succesvolle’ pilots zijn opgedaan door het gebruik van de Inholland Innovatie Index niet verloren gaan.
Rapport dat een overzicht biedt, wat portfolio is en wat het zou kunnen zijn. Een handreiking voor opleidingen die met portfolio's willen gaan werken en het biedt een overzicht van aandachtspunten en een theoretische basis van uit de literatuur tot en met december 2000. Rapportnummer 20365.655-CA/IH.
Het platform “Urban Energy”, met kennisuitwisseling tussen Hogescholen onderling en de Hogescholen en de TKI Urban Energy, biedt een belangrijke meerwaarde op verschillende terreinen. Dit is te vertalen naar de volgende hoofddoelen: 1. Verrijken onderzoeksportfolio en zichtbaarheid creëren rondom praktijkgericht onderzoek 2. Versnellen en versterken noodzakelijke curriculumvernieuwing 3. Verbinding met de context, zowel in de zin van uitdagingen vanuit maatschappelijke thematiek en bedrijfsleven. Het platform vult het gat op, wat nog vaak wordt ervaren tussen o.a. academisch onderzoek en bedrijfsleven maar ook tussen verschillende beleidsthema’s. De brug naar valorisatie bijvoorbeeld richting MKB kan zo meer gestalte krijgen doordat de, voor het MKB relevante, partners in onderzoek beter gevonden kunnen worden. Het platform leidt tot op elkaar afgestemde onderzoeksactiviteiten die goed oplijnen met de maatschappelijke uitdagingen van de energietransitie in de stedelijke context en zo bijdraagt aan de effectieve en efficiënte inzet van onderzoeksmogelijkheden, maar ook de continue verrijking van het curriculum aan praktijkgerichte onderwijsinstellingen en de versterking van het bedrijfsleven. Om dit te bewerkstelligen wordt gewerkt aan activiteiten als: • Programmering voor praktijkgericht onderzoek: gezamenlijk op een brede thema complementair bewegen • Kennisuitwisseling en ervaring delen vanuit lopend onderzoek in relatie tot de openstaande uitdagingen Het platform is zowel een goede gesprekspartner voor nationale en regionale overheid en bedrijfsleven, als ook kunnen onderzoeksactiviteiten verder versterkt en verbeterd worden. Daarnaast zal het platform ook een goede verbinding bewerkstelligen rond onderwijsvernieuwing op de beroepsinhoud en verbinding met praktijkplatforms b.v.: • Link maken met Teacher's learning rond het opzetten van gezamenlijke onderzoek/onderwijs instrumenten (minoren, afstudeer ateliers, jaarlijkse battle energie neutrale stad, etc.) • Link maken met mbo en hbo, en hbo en universiteiten, voor doorlopende leerlijnen via de band van het onderzoek en een grotere onderzoeksdynamiek • Inzet van Energielinq om koppeling te leggen met bedrijven, etc. • Effectief acteren in internationale dimensie