Haalbaarheidsonderzoek Communication & Multimedia Design in het kader van het strategisch project Verbreding aanbod informaticaopleidingen.
DOCUMENT
In the fall of 1999, we started, the Integrated Product Development- Collaborative Engineering ( IPD-CE) project as a first pilot. We experimented with modern communication technology in order to find useful tools for facilitating the cooperative work and the contacts of all the participants. Teams have been formed with engineering students from Lehigh University in the US, the Fontys University in Eindhoven, The Netherlands and from the Otto-von-Guericke University in Magdeburg, Germany. In the fall of 2000 we continued and also cooperated with the Finnish Oulu Polytechnic. It turned out that group cohesion stayed low (students did not meet in real life), and that Internet is not mature enough yet for desktop video conferencing. Chatting and email were in these projects by far the most important communication media. We also found out that the use of a Computer Support for Cooperative Work (CSCW) server is a possibility for information interchange. The server can also be used as an electronic project archive. Points to optimise are: 1. We didn't fully match the complete assignments of the groups; 2. We allowed the groups to divide the work in such parts that those were developed and prototyped almost locally; 3. We haven't guided the fall 2000 teams strong enough along our learning curve and experiences from previous groups. 4. We didn't stick strong enough to the, by the groups developed, protocols for email and chat sessions. 5. We should facilitate video conferencing via V-span during the project to enhance the group performance and commitment.
DOCUMENT
In the fall of 1999, an international integrated product development pilot project based on collaborative engineering was started with team members in two international teams from the United States, The Netherlands and Germany. Team members interacted using various Internet capabilities, including, but not limited to, ICQ (means: I SEEK YOU, an internet feature which immediately detects when somebody comes "on line"), web phones, file servers, chat rooms and Email along with video conferencing. For this study a control group with all members located in the USA only also worked on the same project.
DOCUMENT
In revalidatie-behandelteams zijn ergotherapeuten de ‘primus inter pares’ voor advisering over hulpmiddelen; hulpmiddelen die mensen met beperkingen ondersteunen bij activiteiten in zelfverzorging, onderwijs, spel, arbeid en wonen. Behoud van deze expertrol vraagt van ergotherapeuten om de nieuwste technologieën te integreren in de praktijk. Een snelgroeiende ontwikkeling betreft technologie waarmee men zelfhulpmiddelen kan ontwikkelen, maken of aanpassen. Zogenaamde do-it-yourself-technologie (DIY) met 3D-printing als bekendste voorbeeld. Revalidatie-ergotherapeuten van Adelante, Libra en Sevagram willen met DIY-technologie aan de slag om hulpmiddelen meer op maat, goedkoper en sneller te vervaardigen in nauwe samenwerking met hun cliënten. Onduidelijk is echter hoe een revalidatiedienst met DIY-technologie eruit kan zien, hoe deze in te bedden is in de dagelijkse praktijk, en hoe doorontwikkeling bewerkstelligd kan worden. Maken van hulpmiddelen met DIY-technologie past bij de identiteit van de ergotherapeut, maar vraagt om nieuwe werkwijzen en samenwerkingsverbanden om nieuwe kennis over techniek, ontwerpen en over materialen. Daarnaast spelen vragen van medische, financiële, ethische en juridische aard een rol. Met de ergotherapeuten kwamen we tot de volgende hoofdvraag: Hoe maken we als ergotherapeuten DIY-technologie, zoals 3D-printen, tot een integraal onderdeel van onze praktijk om met onze cliënten tot maatwerk-hulpmiddelen te komen? Deze vraag wordt binnen de drie centra, in vier fasen (analyse, design/testen, implementatie, doorontwikkeling) opgepakt met actieonderzoek als centrale methode en een diversiteit aan kwalitatieve en kwantitatieve manieren van gegevensverzameling. Partners in deze projectaanvraag (revalidatie-professionals, kennisinstellingen, brancheorganisaties, cliëntenorganisaties en ondernemers) zijn overtuigd dat DIY-technologie meerwaarde biedt voor het aanbod aan hulpmiddelen en invloed heeft op de eigen regie en participatie van cliënten. Met ondersteuning van hun uitgebreide expertise wordt de nieuwe dienst beschreven en wordt een toolbox DIY-technologie ontwikkeld en geïmplementeerd. Ook wordt een database voor zelfgemaakte hulpmiddelen en een DIY-community gerealiseerd. Deze kennis wordt gebruikt in het onderwijs van ergotherapie, Healthcare Engineering en Communication and Multimedia-Design.
Green Hydra main scope is to improve policies from 10 regions of different types and levels - national, regional or local - to establish support initiatives and measures for opening the access of SMEs to green H2 development projects, from research programmes to development strategies, awareness-raising schemes, and pilot investments especially focused on involvement of SMEs across the whole hydrogen value chain, including R&D, engineering, manufacturing, consultancy, human resources upskilling and design.The specifc objectives are:- probing the conditions for using green H2 in the key sectors involving SMEs- identifying the potential key factors to activate the involvement of SMEs around the green H2 value chain- supporting for the creation of a production chain involving SMEs- developing new skills, knowledge and communication for green H2 for SMEs- easing SMEs access to fi nance in the fi eld of green H2- upscaling innovations for SMEs related to green H2 products and services
Brandweermensen lopen het meeste gevaar als ze onder tijdsdruk een gebouw moeten verkennen, of een brand moeten blussen terwijl de situatie nog niet goed kan worden overzien. Omvallende muren, instortende plafonds of gewoon gestruikeld over door de rook onzichtbare brokstukken leiden tot vermijdbare letsels of zelfs slachtoffers. Met name de inzet bij branden in stedelijke parkeergarages onder woontorens vormen een enorm risico. Het inzetten van onbemande, op afstand bestuurbare voertuigen voor verkenning en bluswerk is een oplossing die binnen de brandweer breed wordt gedragen. De brandweer moet deze innovatieve technologie echter zien te omarmen. Zij werken nu vanuit hun intuïtie en weten direct hoe te acteren op basis van wat zij waarnemen. Praktijkgericht onderzoek heeft echter uitgewezen dat scepsis over de inzet van blusplatforms bij incidenten plaats heeft gemaakt voor zeker vertrouwen. Een blusplatform, voorzien van juiste sensoren kan de Officier van Dienst (OVD) ondersteunen bij het nemen van een beslissing om al dan niet tot een ‘aanval’ over te gaan. Praktijktesten hebben echter laten zien dat de huidige blusplatforms nog niet optimaal functioneren om als volwaardig ‘teamlid’ te kunnen worden ingezet. Dit heeft enerzijds met technologische ontwikkelingen (sensoren en communicatieverbindingen) te maken, maar anderzijds moet de informatievoorziening (human-machine interfacing) naar de brandweer beter worden afgestemd. In dit project gaan Saxion, het instituut fysieke veiligheid, de universiteit Twente, het bedrijfsleven en vijf veiligheidsregio’s onderzoeken hoe en wanneer innovatieve blusplatforms op een intuïtieve manier kunnen worden ingezet door training én (kleine) productaanpassing zodat deze een volwaardig onderdeel kunnen zijn van het brandweerkorps. Een blusplatform kan letselschade en slachtoffers voorkomen, mits goed ingezet en vertrouwd door de mensen die daarvan afhankelijk zijn. Het vak van brandweer, als beroeps of vrijwilliger, is een van de gevaarlijkste die er is. Laten we er samen voor zorgen dat het iets veiliger kan worden.