Eindrappotage. De virusuitbraak en de maatregelen om die in te dammen, confronteert gezinnen met heel nieuwe uitdagingen. Door een beperking van hun sociale omgeving en fysieke leefruimte, zijn gezinnen noodgedwongen op zichzelf aangewezen. Ze zijn meer beperkt tot hun eigen woning en moeten (thuis)werk, thuisonderwijs en zorgtaken combineren. Ook kunnen er onzekerheden zijn over bijvoorbeeld gezondheid, werk- en financiële situatie en de maatschappelijke impact. Met dit onderzoek wordt onderzocht hoe gezinnen omgaan met de uitdagingen in deze coronatijd en hoe ze de inbreuk op hun normale leefomstandigheden ervaren. Op basis van die ervaringen worden conclusies en aandachtspunten geformuleerd voor de ondersteuning van gezinnen. Het doel van het onderzoek is tweeledig: • Zicht krijgen op een aantal thema’s (combinatie werk-gezin, gezinsfunctioneren, relatie grootouders-kleinkinderen) die aan het gezinsleven raken in deze coronatijd; • Aandachtspunten formuleren voor de ondersteuning van gezinnen.
This paper will describe the rationale and findings from a multinational study of online uses and gratifications conducted in the United States, Korea, and the Netherlands in spring 2003. A survey research method of study was conducted using a questionnaire developed in three languages and was presented to approximately 400 respondents in each country via the Web. Web uses and gratifications were analyzed cross-nationally in a comparative fashion and focused on the perceived involvement in different types of on-line communities. Findings indicate that demographic characteristics, cultural values, and Internet connection type emerged as critical factors that explain why the same technology is adopted differently. The analyses identified seven major gratifications sought by users in each country: social support, surveillance & advice, learning, entertainment, escape, fame & aesthetic, and respect. Although the Internet is a global medium, in general, web use is more local and regional. Evidence of media use and cultural values reported by country and online community supports the hypothesis of a technological convergence between societies, not a cultural convergence.
The relationship between project management and sustainable development is rapidly gaining interest from both practitioners and academics. Studies on the integration of the concepts of sustainability into project management, approach this topic mostly from a conceptual, logical or moral point of view. Given the fact that the relationship between sustainability and project management is still an emerging field of study, these approaches make sense. However, they do not diminish the need for more empirical studies to understand how the concepts of sustainable development are implemented in practice. This paper reports an analysis of 56 case studies on the integration of the concepts of sustainability in the way organizations initiate, develop and manage projects. The research question of the study was: To what extent, do organizations consider the concepts of sustainability in the initiation, development and management of projects? The study uses the maturity model for sustainability integration that was presented at the 2010 IPMA World Congress for the assessment of the level of sustainability consideration. The study found an overall average level of sustainability consideration in the actual situation of 25.9%. For the desired situation, this score is almost 10 percent higher, showing an ambition to take sustainability more into consideration. The study also showed that the way sustainability currently is considered, shows the traditional ‘less bad’ approach to sustainability integration and not a more modern social responsibility approach.
Veel ouderen ervaren tijdens en na ziekenhuisopname functieverlies. ‘Function Focused Care in Hospital’, ook wel bekend als bewegingsgerichte zorg, is een interventie gericht op het voorkomen en verminderen van functieverlies bij ouderen tijdens een ziekenhuisopname. Verpleegkundigen moedigen patiënten aan tot actieve betrokkenheid in de dagelijkse zorgmomenten.Doel Doel van dit project is de effectiviteit bepalen van Function Focused Care in Hospital op het fysiek functioneren van patiënten die opgenomen zijn in de Nederlandse ziekenhuizen. Resultaten Nederlandstalig scholingsprogramma en handboek van de Function Focused Care in Hospital-benadering voor de ziekenhuissetting; Een evaluatie van het proces en de uitkomsten van de Function Focused Care-benadering. Looptijd 01 november 2020 - 31 oktober 2025 Aanpak Er is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd, die uitwees dat de interventie geschikt is voor de Nederlandse praktijk. Op de neurologische en geriatrische afdelingen van drie ziekenhuizen is Function Focused Care in Hospital in de dagelijkse zorg geïmplementeerd en geëvalueerd op effectiviteit. Over de interventie Function Focused Care (FFC) is een zorgbenadering waarin verpleegkundigen patiënten actief betrekken bij alle zorgmomenten om hun fysiek functioneren te optimaliseren. Eerder onderzoek heeft laten zien dat FFC een positief effect heeft op fysieke activiteit, mobiliteit en ADL bij ouderen in de wijk en de langdurige zorg. Ook laten studies in de acute zorg belovende resultaten zien van FFC op fysieke activiteit en mobiliteit bij ouderen opgenomen in het ziekenhuis. Voorbeelden van zorg volgens de FFC-benadering zijn met de patiënt naar de badkamer lopen in plaats van wassen op bed, of de maaltijd aan tafel nuttigen in plaats van zittend in bed eten. De essentie van FFC is het behouden of, indien mogelijk, verbeteren van het fysieke functioneren. Tijdens de hele ziekenhuisopname wordt de patiënt aangemoedigd meer tijd te laten besteden aan fysieke activiteit op een op de patiënt aangepast niveau. Co-financiering Het project wordt mede gefinancierd door ZonMW, projectnummer 520002003.
10.000 huishoudens in de Provincie Drenthe gaan aan de slag met energiebesparing binnen hun eigen huishouden. Samen versnellen zij de energietransitie in Drenthe. volgt10.000 huishoudens in de Provincie Drenthe gaan aan de slag met energiebesparing binnen hun eigen huishouden. Samen versnellen zij de energietransitie in Drenthe. In eerste instantie krijgen deze huishoudens de kans om mee te doen aan de actie "Speur de Energieslurper", waarin ze op zoek gaan naar de grootste energieslurpers in huis. Inzichten en tips worden met alle overige Drentse huishoudens gedeeld. In tweede instantie wordt met alle huishoudens die meedoen, een "beweging" gestart. Als je alleen een stap zet, bereik je mooie dingen, maar wat als 10.000 huishoudens samen stappen zetten?!
In dit RAAK-mkb project werken penvoerder Hogeschool van Amsterdam, Kennisinstellingen TU Delft en TNO samen met veertien mkb-ondernemers, drie grootbedrijven, drie brancheorganisaties en vier gebouweigenaren aan het onderzoek naar hoogwaardig hergebruik van vlakglas. Het project heeft als doel de vragen te beantwoorden die de mkb-bedrijven op dit gebied hebben en bij te dragen aan de toepassing van circulaire raambeglazing met 100% hergebruikt vlakglas. Jaarlijks komt er meer dan 90.000 ton glas uit bouw- en sloopafval vrij, dat vooral wordt gedowncycled. Gelijktijdig leidt de benodigde nieuwbouw en verduurzamingsopgave tot meer vraag naar bouwmaterialen. Hergebruik van glas uit ramen is een duurzame oplossing hiervoor. Het energieverbruik, de CO2 voetafdruk en het verminderen van gebruik van nieuwe grondstoffen zijn duurzame gevolgen van hoogwaardig hergebruik. De glasverwerkende bedrijfspartners in deze aanvraag zien bedrijfskansen in het selecteren, opwaarderen en verwerken van gebruikt basis vlakglas tot circulair speciaal vlakglas, maar ervaren uitdagingen om dit technisch en financieel voor elkaar te krijgen. De succesvolle marktintroductie van 50% circulair isolatieglas van onderzoekspartner GSF Glasgroep geeft echter vertrouwen in de verdere ontwikkeling van de ontmantelings- en hergebruikstrategie van isolatieglas. De ingenieurs- en architectenbureaus zien bedrijfskansen in het leveren van geveloplossingen met een lage CO2-voetafdruk, maar hebben geen inzicht in welke soorten circulair glas op korte termijn veilig (her)gebruikt kunnen worden. Alle partners zijn het erover eens dat door gezamenlijk onderzoek de waardepropositie wordt versterkt en daarmee maatschappelijke duurzaamheidsambities worden gerealiseerd. Het onderzoek combineert kennis van glaseigenschappen, productiemogelijkheden en ondernemerschap en concentreert zich op de ontwikkeling van 3 soorten circulair speciaal glas: Gehard vlakglas Gelaagd vlakglas Warmte-isolerend gecoat vlakglas Het onderzoek bestaat uit praktijktesten, laboratoriumtesten en veldonderzoek aangevuld met milieu-analyses en marktconsultaties. Samen met glasverwerkende bedrijven (mkb), ingenieurs/adviesbureaus (mkb), geeft het consortium inzicht in de kansen en risico’s van het circulaire speciaal glas waarmee de mkb-ondernemers duurzame waarde kunnen leveren.