From the article: Abstract Adjustment and testing of a combination of stochastic and nonstochastic observations is applied to the deformation analysis of a time series of 3D coordinates. Nonstochastic observations are constant values that are treated as if they were observations. They are used to formulate constraints on the unknown parameters of the adjustment problem. Thus they describe deformation patterns. If deformation is absent, the epochs of the time series are supposed to be related via affine, similarity or congruence transformations. S-basis invariant testing of deformation patterns is treated. The model is experimentally validated by showing the procedure for a point set of 3D coordinates, determined from total station measurements during five epochs. The modelling of two patterns, the movement of just one point in several epochs, and of several points, is shown. Full, rank deficient covariance matrices of the 3D coordinates, resulting from free network adjustments of the total station measurements of each epoch, are used in the analysis.
MULTIFILE
Het boek ‘3D Printing with biomaterials’ introduceert een manier om een duurzame en circulaire economie te realiseren; 3D printen gecombineerd met het gebruik van biomaterialen.
The 3D Additivist Cookbook, devised and edited by Morehshin Allahyari & Daniel Rourke, is a free compendium of imaginative, provocative works from over 100 world-leading artists, activists and theorists. The 3D Additivist Cookbook contains .obj and .stl files for the 3D printer, as well as critical and fictional texts, templates, recipes, (im)practical designs and methodologies for living in this most contradictory of times.
MULTIFILE
Hoogwaardig afvalhout van bewoners, bouwbedrijven en meubelmakers blijft momenteel ongebruikt omdat het te arbeidsintensief is om grote hoeveelheden ongelijke stukken hout van verschillende afmetingen en soorten te verwerken. Waardevol hout wordt waardeloos afval, tegen de principes van de circulaire economie in. In CW.Code werken Powerhouse Company, Bureau HUNC en Vrijpaleis samen met de HvA om te onderzoeken hoe een toegankelijke ontwerptool te ontwikkelen om upcycling en waardecreatie van afvalhout te faciliteren. In andere projecten hebben HvA en partners verschillende objecten gemaakt van afvalhout: een stoel, een receptiebalie, kleine meubels en objecten voor de openbare ruimte, vervaardigd met industriële robots. Deze objecten zijn 3D gemodelleerd met behulp van specifieke algoritmen, in de algemeen gebruikte ontwerpsoftware Rhino en Grasshopper. De projectpartners willen nu onderzoeken hoe deze algoritmen via een toegankelijke tool bruikbaar te maken voor creatieve praktijken. Deze tool integreert generatieve ontwerpalgoritmen en regelsets die rekening houden met beschikbaar afvalhout, en de ecologische, financiële en sociale impact van resulterende ontwerpen evalueren. De belangrijkste ontwerpparameters kunnen worden gemanipuleerd door ontwerpers en/of eindgebruikers, waardoor het een waardevol hulpmiddel wordt voor het co-creëren van circulaire toepassingen voor afvalhout. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door HvA Digital Production Research Group, met bovengenoemde partners. HUNC heeft ervaring met stadsontwikkeling waarbij gebruik wordt gemaakt van lokaal gekapt afvalhout. Vrijpaleis biedt toegang tot een actieve, lokale community van makers met een sterke band met buurtbewoners. Powerhouse Company heeft ervaring in het ontwerpen met hout in de bouw. Alle drie kunnen profiteren van slimmere circulaire ontwerptools, waarbij beschikbaar materiaal, productiebeperkingen en impactevaluatie worden geïntegreerd. De tool wordt ontwikkeld en getest voor twee designcases: een binnenmeubelobject en een buitengevelelement. Bevindingen hiervan zullen leidend zijn bij de ontwikkeling van de tool. Na afronding van het project is een bètaversie gereed voor validatie door ontwerpers, bewonerscollectieven en onderzoek/onderwijs van de HvA.
Dit voorstel betreft een vervolg op eerder gedaan onderzoek naar de mogelijkheden om de oude stadionstoeltjes uit de Amsterdam ArenA, die in aanloop van de EK2020 vervangen worden, te hergebruiken. In dat onderzoek, uitgevoerd door het onderzoeksprogramma Urban Technology van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) in opdracht van de Amsterdam ArenA, zijn aan de hand van een aantal verschillende scenario’s de mogelijkheden onderzocht en hun impact in kaart gebracht. Binnen één van deze scenario’s is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het verwerken van het plastic van de stoelen door deze te vermalen en vervolgens te 3d-printen met een robotarm, met als doel de mogelijkheden te verkennen om met lokale materialen, lokaal objecten te produceren, voor lokaal gebruik. De eerste resultaten uit dit onderzoek zijn positief, het bleek echter dat de techniek voor het 3d-printen van grote objecten met een robotarm nog in de kinderschoenen staat, wat het gebruik ervan limiteert. Met dit onderzoek willen we samen met de partners deze techniek verder onderzoeken en verbeteren. Allereerst door de ontwikkeling van een nieuwe (interactieve) 3d-printkop voor gebruik op een robotarm en vervolgens deze te integreren met de (ontwerp)software om een goede workflow van design naar fabricage mogelijk te maken. Daarnaast zullen aan de hand van materiaalsamples de ontwerpmogelijkheden getoond worden. Dit zal een volgende stap vormen in de samenwerking tussen de HvA en de Amsterdam ArenA om toepassingsmogelijkheden van het 3d-printen van grote objecten voor de Arena te verkennen.
Brandweermensen lopen het meeste gevaar als ze onder tijdsdruk een gebouw moeten verkennen, of een brand moeten blussen terwijl de situatie nog niet goed kan worden overzien. Omvallende muren, instortende plafonds of gewoon gestruikeld over door de rook onzichtbare brokstukken leiden tot vermijdbare letsels of zelfs slachtoffers. Met name de inzet bij branden in stedelijke parkeergarages onder woontorens vormen een enorm risico. Het inzetten van onbemande, op afstand bestuurbare voertuigen voor verkenning en bluswerk is een oplossing die binnen de brandweer breed wordt gedragen. De brandweer moet deze innovatieve technologie echter zien te omarmen. Zij werken nu vanuit hun intuïtie en weten direct hoe te acteren op basis van wat zij waarnemen. Praktijkgericht onderzoek heeft echter uitgewezen dat scepsis over de inzet van blusplatforms bij incidenten plaats heeft gemaakt voor zeker vertrouwen. Een blusplatform, voorzien van juiste sensoren kan de Officier van Dienst (OVD) ondersteunen bij het nemen van een beslissing om al dan niet tot een ‘aanval’ over te gaan. Praktijktesten hebben echter laten zien dat de huidige blusplatforms nog niet optimaal functioneren om als volwaardig ‘teamlid’ te kunnen worden ingezet. Dit heeft enerzijds met technologische ontwikkelingen (sensoren en communicatieverbindingen) te maken, maar anderzijds moet de informatievoorziening (human-machine interfacing) naar de brandweer beter worden afgestemd. In dit project gaan Saxion, het instituut fysieke veiligheid, de universiteit Twente, het bedrijfsleven en vijf veiligheidsregio’s onderzoeken hoe en wanneer innovatieve blusplatforms op een intuïtieve manier kunnen worden ingezet door training én (kleine) productaanpassing zodat deze een volwaardig onderdeel kunnen zijn van het brandweerkorps. Een blusplatform kan letselschade en slachtoffers voorkomen, mits goed ingezet en vertrouwd door de mensen die daarvan afhankelijk zijn. Het vak van brandweer, als beroeps of vrijwilliger, is een van de gevaarlijkste die er is. Laten we er samen voor zorgen dat het iets veiliger kan worden.