De AvB Groningen organiseert een vierjarig onderzoek- en ontwerpatelier rond de thema's energietransitie en healthy ageing. Het eerste atelier uit deze cyclus gaat uitsluitend over energietransitie. Het atelier wordt voorbereid en geevalueerd vanuit Kenniscentrum NoorderRuimte en het landelijke lectoraat Future Urban Regions. Dit document is een verslag van een reflectiebijeenkomst met externe betrokkenen bij het atelier Energietransitie 2013-2014. Het verslag vormt de opmaat voor de inhoudelijke voorbereiding van het atelier 2014-2015.
DOCUMENT
De AvB Groningen organiseert een vierjarig onderzoek- en ontwerpatelier rond de thema's energietransitie en healthy ageing. Het atelier wordt voorbereid en geevalueerd vanuit Kenniscentrum NoorderRuimte en het landelijke lectoraat Future Urban Regions. Dit document betreft de inhoudelijke voorbereiding van het atelier 2014-2015. Het is een vervolg op het verslag van de reflectiebijeenkomst met externe betrokkenen bij het atelier 2013-2014.
DOCUMENT
Om veel leerplezier mogelijk te maken is in september 2004 het Open Space Atelier van start gegaan, waarin door studenten, docenten en hun kinderen vrij gewerkt en met elkaar gesproken kan worden over ons boeiende vak: het onderwijs. Er is geen agenda of programma. De gebeurtenissen worden door de inbreng van de aanwezigen bepaald. In het Lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek en -didactiek onderzoeken we met lector Hans Jansen manieren van Levend Leren (in het kerstboekje dat Jan Brandsma ons cadeau deed, is over Levend Leren al veel te lezen: leren mag spannend, uitdagend en geïnspireerd als het leven zelf zijn). Deze onderzoeken verlopen op verschillende wijze: literatuurstudie, observatie en het toetsen van denkbeelden en theorie aan de praktijk. Een van de wegen om Levend Leren vorm te geven is het onderzoek naar de weg van Teacher-Directed Learning naar Self-Directed Learning en Free Agent Learning. Bij onze kenniskringdagen werken we met een open space aanpak. Dan verkennen we gezamenlijk creatieve en inspirerende wegen in ons eigen leerlandschap.
DOCUMENT
In 2019, the first "Atelier Book" was published . Since then, a few years have passed and numerous new Ateliers have emerged. With this new atelier book, through more than 30 portraits, the richness and variety of ateliers within our college are shown. The portraits are divided as follows: ateliers at the NHL Stenden locations, external ateliers and ateliers which the facilities are a strong determinant. These portraits show which issues are being worked on, how they cooperate with the field and researchers and what the added value of the Ateliers is. This atelier book also contains a number of in-depth articles that talk about working and learning in ateliers. The contribution in chapter 1 is about: what NHL Stenden aims at with ateliers, where do the ateliers differ and some experiences with ateliers. After the portraits in chapter 2, chapter 3 presents the 'Atelier Value Creation Model' and a model with design dimensions. Both provide tools for designing and evaluating ateliers. Chapter 4 zooms in on the effects of physical space on learning. Then, Chapter 5 discusses the outcomes of (current) research on ateliers.
DOCUMENT
Fontys Hogeschool SPH is in januari 2001 gestart met een atelier voor kunstzinnige vorming: 'de vliegende vis'. Bij de vliegende vis maken jongeren met een verstandelijke handicap kennis met hun creatieve mogelijkheden en ontwikkelen deze verder onder deskundige begeleiding. Studenten van de opleiding SPH worden intensief betrokken bij de werkzaamheden in het atelier. Zij ontmoeten op school een toekomstige doelgroep en leren omgaan met de eisen die begeleiding van deze jongeren aan hen stelt.
DOCUMENT
Veel ruimtelijke vraagstukken, zoals volkshuisvesting en wateropslag, worden steeds vaker op regionaal niveau aangepakt. Planning en beleidsontwikkeling nemen echter veel tijd in beslag. Dit komt deels door gebrek aan ervaring, maar ook door het toenemend aantal partijen waarmee rekening moet worden gehouden.'Designing for a Region' zoekt naar nieuwe wegen om deze taak te vervullen. Het boek gaat zowel in op ruimtelijke als bestuurlijke aspecten.
DOCUMENT
Dit document bevat een onderzoeksvoorstel aan het programma RAAK-PRO. Het doel van het voorstel is binnen het ‘ATELIER P2MP: Power tot Empower’ een aanpak te ontwikkelen waarmee lokale duurzame energie initiatieven samen met een expertgroep van bedrijven tot een volledige behoefte-identificatie, oplossingsontwerp en uitgewerkte business cases kunnen komen. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kunnen MKB-bedrijven lokale duurzame energie-initiatieven versterken, zodat deze initiatieven verder kunnen professionaliseren en hun doelen kunnen verwezenlijken terwijl de transitie naar een participatiesamenleving kan worden versneld?Binnen deze onderzoeksvraag staat het mogelijk maken van lokale initiatieven met betrekking tot duurzaamheid centraal. Het realiseren van deze doelen kan worden ondersteund door de inbreng van kennis van bedrijven en experts.Binnen deze onderzoeksvraag kunnen drie deelvraagstukken worden onderscheiden:1. Hoe kan het proces van behoefte-indicatie en vraagformulering van een lokaal initiatief. verrijkt en versneld worden door de inbreng van MKB-bedrijven?2. Hoe zorg je ervoor dat concepten en ontwerpen die worden uitgedacht passen bij de behoeftes van deze specifieke lokale gemeenschap en wat is daarvoor nodig?3. Hoe kunnen de door de lokale gemeenschap gekozen concepten en ontwerpen worden doorontwikkeld tot een LDEI business case. Aan de hand van de ‘comperative case study’ methode (Yin 2004) worden verschillende eindresultaten beoogd:1. Een compleet geformuleerde behoefte en vraagstelling van het lokaal initiatief.2. Het in kaart in kaart brengen van het speelveld, de draagvlak en betrokkenheid.3. Een overzicht van het potentieel van verschillende bronnen van duurzame energie, inclusief een potentie van energiebesparing
DOCUMENT
In 2019 is het eerste ‘Atelierboek’ verschenen . Inmiddels zijn er een paar jaar verstreken en zijn er tal van nieuwe ateliers ontstaan. Met dit nieuwe atelierboek worden er middels meer dan 30 portretten de rijkdom en variëteit aan ateliers binnen onze hogeschool getoond. De portretten zijn ingedeeld als volgt: ateliers op de locaties van NHL Stenden, externe ateliers en ateliers waarbij de faciliteiten sterk bepalend zijn. Deze portretten laten zien aan welke vraagstukken wordt gewerkt, hoe wordt samengewerkt met het werkveld en onderzoekers en wat de meerwaarde is van de ateliers. Tevens bevat dit atelierboek een aantal verdiepende artikelen die vertellen over het werken en leren in ateliers. De bijdrage in hoofdstuk 1 gaat over: wat beoogt NHL Stenden met ateliers, waarin verschillen de ateliers en enkele ervaringen met ateliers. Na de portretten in hoofdstuk 2 wordt in hoofdstuk 3 het ‘Waardecreatiemodel Atelier’ en een model met ontwerpdimensies gepresenteerd. Beide bieden handvatten voor het ontwerpen en evalueren van ateliers. In hoofdstuk 4 wordt er ingezoomd op de effecten van de fysieke ruimte op het leren. Daarna wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de uitkomsten van (lopend) onderzoek naar ateliers.
DOCUMENT