Welke krachten maken dat professionals goed werken? Margreeth Kloppenburg over beroepstrots en beroepseer
LINK
In het gedecentraliseerde sociale domein speelt sociaal werk zich grotendeels in ‘de wijk’ af. Dit vraagt om een andere manier van werken, erop gericht burgers zodanig te ondersteunen (en los te laten) dat zij hun eigen sociale omgeving benutten, met zo min mogelijk professionele betrokkenheid. In deze publicatie gaan we op dit thema dieper in. Op basis van literatuurstudie en bestudering van het beleid in verschillende gemeenten, verkennen we in hoeverre deze ontwikkeling tot stand komt. Dit doen we vanuit het perspectief van het wijkteam en de wijkteamprofessional. Het document is als volgt opgebouwd: om te beginnen richten we ons in het eerste hoofdstuk op het definiëren en de typering van de ‘collectieve aanpak’. Daarna zetten we in hoofdstuk twee uiteen hoe we het in de praktijk in de wijkteams tegenkomen en wat de meerwaarde van de collectieve aanpak precies is. In hoofdstuk drie richten we ons op enkele wetenschappelijke beschouwingen die deze meerwaarde onderbouwen. Vervolgens beschrijven we in hoofdstuk vier de voornaamste uitdagingen die professionals de komende jaren tegen zullen komen toe en aantal professionele vaardigheden die hen daarbij kan helpen. We eindigen deze publicatie met een beschouwing; daarin brengen we de huidige stand van zaken in beeld en zetten we enkele gedachten met betrekking tot doorontwikkeling in de toekomst op een rij.
Het Kenniscentrum Sociale Innovatie heeft in het kader van het programma van de Wmo-werkplaats Utrecht een literatuurstudie uitgevoerd gericht op ‘collectieve’ benaderingswijzen van professionals voor hulpvragen of problemen in de wijk. Dit hebben we gedaan vanuit het perspectief van het wijkteam en hun zoektocht naar de mate waarin het voor hen mogelijk, wenselijk dan wel noodzakelijk is om het individuele met het collectieve te verbinden dan wel van elkaar te scheiden. Deze Wmo-wijzer vat de belangrijkste inzichten uit deze literatuurstudie samen.
Het project ‘Data Resonantie’ is een artistiek onderzoeksproject bedoeld om met behulp van moderne technologieën en persoonlijke data nieuwe manieren te ontdekken om in coronatijd veilige, gedeelde openbare ruimtes te creëren. Het onderzoek wil bijdragen aan de ontwikkeling van zowel praktische toepassingen als vernieuwende artistieke methodes in het veld van Mens Machine Interactie op het gebied van veiligheid en privacy in openbare ruimtes waar veel mensen komen en waardoor afstand houden ingewikkeld is. Dat gebeurt in de setting van een aantal labs waarin met persoonlijke data via real-time surveillance een audiovisuele ervaring wordt gegenereerd die participanten een veilige afstand toont, ze laat bijdragen aan de soundscape en ze tegelijkertijd mogelijk bewuster maakt van kwesties rondom het gebruik van persoonlijke data. In de respectievelijke labs zal gebruik worden gemaakt van de expertise van de betrokken partners op het gebied van artistiek onderzoek (Artistic Research Community/Frank Mohr Instituut), experimenteel artistieke settings (Re:Search:Gallery), geluidsresonantie (STEIN) en het gebruik van drones (Omnidones). De centrale vraagstelling is: Hoe kan een artistieke-technisch systeem, dat met behulp van een drone persoonlijke data vertaalt in sensorische ervaringen, individuen in staat stellen om door afstand te houden van elkaar een veilig gedeelde omgeving te co-creëren? Het project is een kruisbestuiving en interdisciplinaire samenwerking tussen een aantal verschillende organisaties in Noord-Nederland; Het is een voorbeeld van de wijze waarop artistiek onderzoekers met een hybride methodologie en met gebruikmaking van verschillende disciplines en expertises ingewikkelde maatschappelijke problemen ter hand kunnen nemen. Daarnaast resulteert het in nieuwe publieke toepassingen voor drone en audio technologieën met de potentie een uitweg te bieden aan sectoren die te lijden hebben onder de corona maatregelen, met in het bijzonder de evenementen industrie en de ermee verbonden horeca en retail.
Sinds de corona reset wordt in de culturele en creatieve sector volop geïnnoveerd om tijdelijke sluitingen en financiële verliezen te compenseren. Aanbieders van hoogwaardige culturele programma’s, zoals presentatie-instellingen en zelforganiserende collectieven, coördineren in hoog tempo digitale expositieruimtes, livestreams en online debatten, waarmee ze hun bestaande (offline en lokale) en nieuwe (online en mondiale) publiek bedienen. Soms ook tegelijkertijd, in een hybride evenement; met een beperkt live publiek én een onbeperkt aantal online bezoekers. Hoe zorgen zij dat beide groepen bij deze livecastings een gelijkwaardige ervaring hebben? En hoe benutten ze de potentie van dit opgenomen materiaal voor publicatie en blijvende publieksinteractie in hun digitaal (web)archief? Ad hoc coronaoplossingen behoeven nu toekomstbestendige doorontwikkeling. Met MKB’ers ontwikkelen we een langetermijnvisie op off/online kennisdeling van hun culturele aanbod, op voorwaarden van duurzaamheid en technologische onafhankelijkheid in het beheer en de data-opslag van hun gepubliceerde materiaal. Verregaande digitalisering en klimaatoverwegingen geven namelijk naast corona urgentie aan een visie op hybride programmering. In het onderzoek worden werkende principes ontwikkeld voor een langetermijnvisie op een hybride en kwalitatief hoogwaardig programma-aanbod, met het oog op het bedienen van nieuw en bestaand publiek na de corona reset, via participatieve livecasts van evenementen, de samenhangende verslaglegging daarvan middels publicaties die uiteindelijk in levende archieven te komen: Om het knelpunt van ‘schermmoeheid’ bij eindgebruikers van programma-aanbod te voorkomen, ontwikkelen we werkende principes in het oplossingsgebied ‘participatieve livecasting’, om de succespijler ‘gezamenlijke publiekservaring bij online evenementen’ te bewerkstelligen. Om het knelpunt van ‘gefragmenteerde informatievoorziening’ bij programma-aanbieders te voorkomen, ontwikkelen we werkende principes in het oplossingsgebied ‘hybride publicaties’, om de succespijler ‘samenhang in off/online programma-aanbod’ te bewerkstelligen. Om het knelpunt van een ‘reactieve houding’ bij programma-aanbieders te voorkomen, ontwikkelen we werkende principes in het oplossingsgebied ‘levende archieven’, om de succespijler van een ‘anticiperende houding in de werkwijze van programma-aanbieders’ te bewerkstelligen.
Bedrijven en organisaties uit de KWD-sector (Kantoren, Winkels en Dienstverlening) vertegenwoordigen maar liefst 5,3 miljoen ton bedrijfsafval per jaar. De inzameling van bedrijfsafval wordt door verschillende verwerkers grootschalig en laagfrequent uitgevoerd met dieselwagens, waardoor slechts de helft van de KWD-afvalstroom wordt gerecycled. Overheden en inzamelbedrijven zijn daarom op zoek naar nieuwe logistieke concepten die, in lijn met de ambities voor een Circulaire Economie, een lage milieudruk en positieve sociale impact hebben. Een consortium bestaande uit de gemeente Amsterdam afdeling bedrijfsafval, afvalverwerker Renewi, logistiek bedrijf ZOEV City, sociaal leer- en werkbedrijf Pantar en HvA Centre of Expertise Urban Technology (CoE UT) realiseert een pilot om een nieuw logistiek afvalinzamelingsconcept te testen. Inzameling door verschillende dieselvuilnisauto’s wordt vervangen door collectieve inzameling op aanvraag door kleine elektrische auto’s die het afval naar een nabijgelegen overslagpunt brengen, waarna het afval per schip naar de verwerker gebracht wordt. Het consortium wil onderzoeken hoe en in welke mate het vernieuwende logistieke concept bijdraagt aan een combinatie van logistieke, milieukundige en sociale impact. Naast de voorgenoemde kennisontwikkeling, wil het consortium de kennis ook delen en het netwerk uitbreiden, om de transitie naar een circulaire stad te versnellen. In overleg met het consortium monitoren de onderzoekers van de HvA, gedurende de implementatie van het nieuwe logistieke concept, de logistieke en milieukundige impact, en de beleving onder deelnemers. Het project levert de volgende deliverables op: • Datasets van de impact van het oude en het nieuwe logistieke inzamelconcept • Tussen- en eindrapportage van het monitoringsonderzoek inclusief inzicht in sociaal-technische implicaties die impactresultaten op grotere schaal kunnen beïnvloeden • Bijdrage aan netwerkvorming, vraagarticulatie en onderzoeksplan ten behoeve van een RAAK-pro onderzoeksvoorstel rondom circulaire afvallogistiek in de stad. • Bijdrage aan HvA onderwijs en onderzoek (stadslogistiek en circulaire business modellen)