Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) tegen accountant Deloitte in de Aholdzaak bevestigde het vonnis van de Raad van Tucht dat de accountant volgens de rechter 'ernstig tekort geschoten' is en blijk heeft gegeven van 'een grote mate van passiviteit'.Is deze uitspraak wel terecht en is de groepsaccountant tekortgeschoten? Naar mijn mening heeft de accounant zijn werk goed uitgevoerd en is de uitspraak van het CBb onjuist.
DOCUMENT
Het bedrijfsleven hecht waarde aan de attitude van de individuele werknemer ten opzichte van kwaliteit. Met name klantgerichtheid, voortdurende procesverbetering en team-work-capaciteiten staan daarbij hoog in het vaandel. Echter de belangrijkste doelstellingen worden in het hoger onderwijs niet of onvoldoende nagestreefd, blijkt uit het onderzoek van Evans. Een tweede onderzoek in de VS van Weinstein, Petrick en Saunders ondersteunt in feite deze conclusie. De auteurs doen verslag van hun onderzoek in het kader van Leonardo, waaruit blijkt dat de situatie in Europa niet anders is. Meer bewustzijn van de door het bedrijfsleven gesubsidieerde opleidingen en verbeterde cursussen voor het bedrijfsleven zou nagestreefd moeten worden.
DOCUMENT
Integriteitsvraagstukken blijven de mensgerichte beroepsgroepen bezighouden. Denk aan de medewerkers van een ziekenhuis die onbevoegd het patiëntendossier van een bekende Nederlander inkeken. Hoe kunnen teams van professionals werken aan integriteit? Instanties voor inbreuken op professionele integriteit hanteren vaak een regelethiek of gevolgenethiek. Opleidingen doceren voor ethiekonderwijs veelal deugdenethiek en zorgethiek. Hoe kunnen regionale werkveldpartners en hogeschool Viaa vragen werken aan een ‘en/en’-benadering van integriteitsvraagstukken in de beroepspraktijk? Het voorgestelde project ontwikkelt over twee sporen een domeinoverstijgend praktijkonderzoek naar het omgaan met integriteitsvraagstukken in de mensgerichte beroepen. Het eerste spoor is een empirische verkenning van integriteitsvraagstukken in beroepspraktijken van werkveldpartners in de regio, de eisen die deze stellen aan een bredere benadering, en de toerusting die dit vraagt. Werkveldpartners en studenten van de hogeschool werken mee aan deze kennisontwikkeling. Dit levert tools op voor teams van professionals in de beroepspraktijk, zoals competentieprofiel, teamrol ‘aandachtsvelder integriteit’ en een handreiking. Dit levert voor professionals in opleiding een hogeschoolbrede minor met o.a. videocolleges en praktijkopdrachten. Het tweede spoor is een theoretische verdieping om bijdragen aan een brede benadering van integriteitvraagstukken te kunnen wegen en integreren. Om een extern gezichtspunt op beroepsethische benaderingen te hebben wordt een beroep gedaan op de bronnen van sociale en professionele ethiek uit de traditie waaraan de hogeschool haar visie op mens, beroep en samenleving ontleent. In dialoog met andere beroepsethische stromingen draagt deze beschrijving bij aan een integrale benadering van integriteitsvraagstukken in de mensgerichte beroepen, terug te vinden in de praktijk- en onderwijsproducten. De beoogde postdoc is aan de hogeschool in vaste dienst als seniordocent en onderzoeker beroepsethiek en zal dat ook tijdens het project zijn. Hij heeft binnen het lectoraat Zingeving en zorg ervaring met praktijkonderzoek naar competenties, werkwijzen en teamrollen op het gebied van ethiek en zingeving.
Lectorenplatform Voedsel en Gezondheid Het Lectorenplatform Voedsel en Gezondheid heeft in de afgelopen twee jaar gewerkt aan een onderzoekagenda bestaande uit een inhoudelijke en een kwaliteitspijler met betrekking tot toegepast onderzoek. Inhoudelijk kent het Platform drie pijlers gelieerd aan de thematiek Voedsel en Gezondheid, waarvan de eerste meer individueel gezond gedrag is gedreven, de tweede meer voedsel technologisch is ingestoken en de derde meer sociaal-maatschappelijk is georiënteerd. Wat betreft kwaliteit richt het platform zich op het professionaliseren van toegepast onderzoek binnen het HBO met betrekking tot methodiek, ethiek en databeheer. In de voorgaande periode is er al veel gerealiseerd in zowel samenwerking als programmering. Desalniettemin was Platform I vooral gericht op interne verkenning en afstemming. Het huidige voorstel bouwt voort op de in Platform I uitgezette weg, maar wel met nadrukkelijk een breder georiënteerd karakter: het door vertalen van kennis en expertise ten aanzien van onderzoekskwaliteit naar het onderwijs, het vergroten en verbreden van de zichtbaarheid en het uitdragen van kennis; het betrekken van bedrijfsleven en maatschappelijke partners bij de inhoudelijke agenda; het ontwikkelen van meer gezamenlijke onderzoeksprojecten. Nieuw voor de komende jaren is de ambitie om onderzoekskwaliteit beter meetbaar te maken. Hoe meet je kwaliteit in praktijkonderzoek: impact op de samenleving is een ander doel dan hoge impactfactoren van wetenschappelijke publicaties. Kenmerkend hierbij is de specifieke aandacht voor participatief onderzoek. Op basis van de verbondenheid van de Lectoraten binnen het platform bieden we een landelijk netwerk voor maatschappelijk geëngageerd toegepast onderzoek, inzetbaar voor samenwerkingsverbanden met overheden en bedrijfsleven, alsmede met universiteiten en andere onderzoeksinstellingen.