In opdracht van het Groninger Instituut Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen en de Doggerland projectgroep is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de Reflectance Transformation Imaging (RTI) en fotogrammetrie. Deze twee technieken zijn toegepast op kaakfragmenten met gebitselementen uit het Mesolithicum en de Bronstijd om te onderzoeken of het mogelijk is om met deze technieken een verschil in dieet aan te tonen. Daarnaast is de Artec Spider 3D-scanner toegepast op de gebitselementen. Deze scans zijn gemaakt door externen, waarna de resultaten opgenomen zijn in het onderzoek. Uit het onderzoek is gebleken dat het vaststellen van specifieke verschillen van gebitsslijtage tussen jager-verzamelaars en vroege boeren niet mogelijk is op basis van de RTI-techniek en fotogrammetrie. Beide technieken leveren niet de gewenste resultaten. Zo maakt de RTI-techniek enkel een opname van bovenaf, waardoor de zijaanzichten van de gebitselementen niet onderzocht kunnen worden. De fotogrammetrische techniek is niet gedetailleerd genoeg. Zo vloeien verschillende gebitselementen in elkaar over en zijn sommige elementen niet scherp genoeg om met zekerheid vast te stellen of hier überhaupt slijtagesporen op zijn aangetroffen. Desondanks is het wel mogelijk geweest om de slijtagesporen in beeld te brengen met de Artec Spider 3D-scanner. Deze scanner maakt het mogelijk om de specifieke verschijnselen van gebitsslijtage op de gebitselementen uit het Mesolithicum en de Bronstijd in beeld te brengen.
MULTIFILE
RATIONALE: Current developments drive dieticians in the primary care setting to demonstrate their effectiveness to both patients and stakeholders. Working with SMART (Specific, Measurable, Attainable, Realistic, Time-bound) goal setting may increase effectiveness. This study describes the current dietetic practice in the primary care setting in The Netherlands with regard to goal setting.
Nederland is een dynamische migratiesamenleving geworden, waar actief beleid vereist is om de aanpassing van immigranten in de Nederlandse samenleving te vergemakkelijken. Traditioneel bevordert journalistiek gedeeld begrip onder burgers, wat cruciaal is voor culturele aanpassing. Dit promotieonderzoek beoogt daarom inzicht te krijgen in hoe immigranten nieuws consumeren en welke effecten nieuwsconsumptie heeft op acculturatie.
Zelfstandig gevestigde diëtisten hebben de wens om inzicht te krijgen in resultaten van hun dieetbehandeling. Dit inzicht is noodzakelijk voor verdere professionalisering (‘wat gaat goed en wat kan beter in mijn behandeling?’) en voor onderhandelingen met zorggroepen (‘schakel mij als diëtist in, want ik lever aantoonbaar effectieve zorg’). De afgelopen jaren is getracht resultaten inzichtelijk te maken door op gestandaardiseerde wijze data te verzamelen en registreren. Dit blijkt in de dagelijkse praktijkvoering moeilijk. Een door diëtisten ervaren knelpunt is bijvoorbeeld dat gestandaardiseerde dataverzameling niet past bij elke individuele patiënt, die mogelijk heel andere doelen belangrijk vindt dan de diëtist. Het meten en registreren van sommige data kost ook teveel tijd voor de diëtist, waardoor uiteindelijk onvoldoende data beschikbaar zijn voor onderzoek naar resultaten van behandeling. Bovendien speelt binnen de diëtetiek het probleem van hoge uitval onder patiënten. In dit project wordt nagegaan of en hoe het centraal stellen van de vraag van de patiënt kan bijdragen aan betere zorg (minder uitval, meer inzicht in resultaten) en ook wat dit betekent voor de dagelijkse praktijkvoering van de vrijgevestigde diëtist. Hiertoe worden gesprekken gevoerd met diëtisten en patiënten om te komen tot een onderzoekswaardige praktijkvraag. Ook wordt onderzocht of/hoe doorontwikkeling van een app die patiënten in staat stelt zelf data te verzamelen om doelen te monitoren en evalueren, kan bijdragen aan verbetering van de dieetbehandeling. Dit project heeft als doel de vraagarticulatie helder te krijgen en een prototype app door te ontwikkelen die verder uitgetest kan worden in een vervolg traject. Het resultaat van het project is een raak-mkb subsidie aanvraag. Het is een heel nieuwe benadering van dieetbehandeling door de diëtist, waarbij de patiënt niet alleen leidend is in de doelen die gesteld worden, maar ook in het verzamelen van data om gestelde doelen te monitoren en evalueren.
De beroepsgroep van diëtisten staat voor de uitdaging om de bijdrage van diëtistische zorg in de behandeling transparanter te maken. Het aantonen van (kosten)effectiviteit van de behandeling wordt door de beroepsgroep gezien als een urgente en noodzakelijke voorwaarde voor de continuïteit van de bedrijfsvoering en als wapen tegen dreigende bezuinigingen door overheid en zorgverzekeraars. Diëtisten hebben bovendien te maken met de toegenomen marktwerking in de zorg. De afgelopen jaren hebben steeds meer organisaties voor Thuiszorg afdelingen diëtetiek afgestoten en zijn diëtisten als zelfstandig ondernemer verder gegaan. Meer dan ooit wordt de noodzaak gevoeld om de toegevoegde waarde van de diëtist inzichtelijk te kunnen maken in onderhandelingen met zorgverzekeraars en zorggroepen. Zoals een diëtist het verwoordt: ?Zorgverzekeraars zullen in toenemende mate eisen stellen aan het aantonen van meerwaarde van dieet-behandeling en willen resultaat zien.? Van daaruit ontstaat vanuit de beroepspraktijk de vraag: ?Hoe kunnen we de meerwaarde van de diëtist aantonen op het niveau van de eigen praktijk én als beroepsgroep als geheel?? Eenduidige registratie en evaluatie van doelen van dieetbehandeling is een voorwaarde om uiteindelijk de (kosten)effectiviteit van de dieetbehandeling te kunnen aantonen. Op dit moment wordt binnen diëtistenpraktijken niet eenduidig geregistreerd, gemeten en geëvalueerd. Diëtisten zijn zich hiervan bewust en hebben de wens geuit op niveau van eigen praktijk, groepspraktijk en zelfs landelijk te willen komen tot een afstemming over registratie van data (welke data, op welk meetmoment en op welke manier). In diverse kleine voortrajecten hebben diëtisten uit het werkveld, samen met het lectoraat Voeding in relatie tot Sport en Gezondheid (VSG) van de HAN, toegewerkt naar een keuze voor doelen, meetinstrumenten en meetmomenten voor dieetbegeleiding bij cardiovasculair risicomanagement (CVRM). Een belangrijke en nog te beantwoorden vraag is of de gekozen methoden werkbaar en inpasbaar zijn in de dagelijkse praktijkvoering.