By making fashion with data as a material, we believe that we can critically create for everyone; no matter what shape,size or color. Data is the key to personalized fashion as it empowers and enables individuality yet retains the social potential of fashion. Fashion has believed for centuries that clothes used to be personally tailored, we intend to make that true for all.This is an important moment for fashion. Much of the industry is bankrupt,creating opportunities to rebuild with new ideas surrounding technology and sustainability. Data is key to thedigital transformation of fashion,meaning new craftsmanship is also required. Furthermore,the unique qualities of fashion allow for our research to inform technology and data science.
DOCUMENT
Recent developments in digital technology and consumer culture have created new opportunities for retail and brand event concepts which create value by offering more than solely marketing or transactions, but rather a place where passion is shared. This chapter will define the concept of ‘fashion space’ and consumer experience, and delves into strategies for creating experiences that both align with a brand’s ethos and identity and build brand communities. It will provide insight on creating strong shared brand experiences that integrate physical and digital spaces, AR and VR. These insights can be used for consumer spaces but also for media and buyer events, runway shows, test labs and showrooms. Since its launch in 2007, international fashion brand COS has focused on creating fashion spaces that build and reinforce a COS fashion community. COS retail stores with their extraordinary architecture, both traditional and contemporary, contribute stories and facilitate intense brand experiences. Moreover, COS’ dedication to share the artistic inspirations of its people led to collaborating on interactive and multi-sensory installations which allow consumers to affectively connect to the brand’s personality and values. Thus, the brand was able to establish itself firmly in the lifestyle of its customers, facilitating and developing their aesthetics and values. This is an Accepted Manuscript of a book chapter published by Routledge/CRC Press in "Communicating Fashion Brands. Theoretical and Practical Perspectives" on 03-03-2020, available online: https://www.routledge.com/Communicating-Fashion-Brands-Theoretical-and-Practical-Perspectives/Huggard-Cope/p/book/9781138613560. LinkedIn: https://nl.linkedin.com/in/overdiek12345
MULTIFILE
This article seeks to contribute to the literature on circular business model innovation in fashion retail. Our research question is which ‘model’—or combination of models—would be ideal as a business case crafting multiple value creation in small fashion retail. We focus on a qualitative, single in-depth case study—pop-up store KLEER—that we operated for a duration of three months in the Autumn of 2020. The shop served as a ‘testlab’ for action research to experiment with different business models around buying, swapping, and borrowing second-hand clothing. Adopting the Business Model Template (BMT) as a conceptual lens, we undertook a sensory ethnography which led to disclose three key strategies for circular business model innovation in fashion retail: Fashion-as-a-Service (F-a-a-S) instead of Product-as-a-Service (P-a-a-S) (1), Place-based value proposition (2) and Community as co-creator (3). Drawing on these findings, we reflect on ethnography in the context of a real pop-up store as methodological approach for business model experimentation. As a practical implication, we propose a tailor-made BMT for sustainable SME fashion retailers. Poldner K, Overdiek A, Evangelista A. Fashion-as-a-Service: Circular Business Model Innovation in Retail. Sustainability. 2022; 14(20):13273. https://doi.org/10.3390/su142013273
DOCUMENT
De fashion-industrie is in transitie, nu consumenten steeds meer online zoeken, kopen en communiceren. De meeste retailers hebben inmiddels een webshop gerealiseerd, maar inzicht ontbreekt hoe de fysieke winkel levensvatbaar te maken en houden. Dit betekent in de praktijk dat lastig is om fysieke winkels open te houden hetgeen in veel steden leidt tot teloorgang van winkelstraten en –gebieden. Ook hebben retailers onvoldoende handvatten om de omni-channel consument goed te herkennen en te benaderen en de verschillende kanalen goed op elkaar te laten aansluiten. Veel retailers hebben behoefte aan goede informatie op de winkelvloer over producten en klanten. Graag zouden ze snel willen weten wat consumenten in het verleden hebben gekocht, of ze de nieuwsbrief ontvangen, welke producten er online of in andere filialen nog beschikbaar zijn. Daar kan in een verkoopgesprek op worden ingespeeld. De technologische oplossingen zijn daarvoor beschikbaar, maar deze worden nog maar mondjesmaat gebruikt. Daar waar ze wel beschikbaar zijn, weten medewerkers niet altijd goed hoe ze bijvoorbeeld een medewerkersapp optimaal gebruiken en maken consumenten weinig gebruik van bijvoorbeeld loyalty apps op hun smartphone. Daarnaast bestaat er bij veel retailers wel de wil om te innoveren, maar moeten er eerst barrières worden beslecht. De beschikbare technologie moet zich liefst al in een testsituatie hebben bewezen en men heeft behoefte aan praktische handvatten hoe de technologie optimaal in te zetten. Om tot innovatie in de branche te komen is het daarom nodig om in samenwerking met enkele innovatieve retailers, technologiebedrijven en kennisinstellingen de innovatie markt-fähig te maken. Dit project heeft als doel om een bijdrage te leveren aan de duurzaamheid van de fashion-industrie door relevante klanttechnologie geschikt te maken voor marktintroductie, alsmede de toegevoegde waarde van deze technologie te onderzoeken voor de branche.
Dit project: Action Research voor Tweedehandskleding (ART) richt zich op het verbeteren van de mogelijkheden voor tweedehandskleding verkoop. Bij ART staan praktijkvragen centraal, zoals: Welke stromen afgedankte kleding zijn geschikt voor tweedehandsgebruik en waarom? Hoe kunnen deze stromen aan tweedehandskleding opnieuw aantrekkelijk gemaakt worden? Of worden ge-upcycled? Deze praktijkvragen spelen bij o.a. The Swapshop: een MKB-bedrijf met twee winkels (Amsterdam en Rotterdam). The Swapshop heeft een ‘ruil’-model waarbij de ontvangen kleding ‘swaps’ opleveren voor de klant. Deze swaps geven korting bij kledingaanschaf in de winkel. Dit model blijkt kwetsbaar, omdat er swap-waarde zit in de 40% aan kledingitems, die onverkoopbaar blijken te zijn. De Swapshop heeft op basis van uitkomsten van het HU-onderzoeksproject FACILE (Fashion Circular by Logistics Excellence) contact met de HU gezocht. Hieruit is de kans ontstaan om Action Research onderzoek in te zetten voor onderzoek naar hoe uitgerangeerde tweedehandskleding vanwege de vezelwaarde zo lang mogelijk waardevol blijft circuleren. Hiervoor wordt een living lab opgezet waaraan ook The Swapshop gaat deelnemen. De Green Offices op Utrecht Science Park (USP) van de HU en de Universiteit (beiden werken al met een rek tweedehandskleding) nemen deel aan het onderzoek. Het HU Denver House (Self-sufficient Challenge House) is de beoogde locatie voor het ‘Swap-Lab’, waar langere tijd onderzoek kan plaatsvinden (KIEM-project plus opvolgend project). Naast de inzichten levert ART een netwerk aan bedrijven, die diensten aanbieden om de kledingvezel-waarde te behouden (wassen, repareren, vermaken, hergebruiken voor andere items wellicht zelfs als woningtextiel). Met inzicht in nieuwe mogelijkheden om kledingitems aantrekkelijk te maken voor hergebruik, wordt een vervolgonderzoek geformuleerd om deze geslaagde gevonden oplossingen uit de Utrechtse praktijk landelijk te gaan opschalen. Met dat onderzoeksplan eindigt dit ART-project.
Dit project: Action Research Tweedehandskleding Circulair Experimenteren (ARTce) richt zich op het verbeteren van de mogelijkheden voor tweedehandskledingverkoop. Bij ARTce staan praktijkvragen centraal, zoals: Welke stromen afgedankte kleding zijn geschikt voor tweedehandsgebruik en waarom? Hoe kunnen deze stromen aan tweedehandskleding opnieuw aantrekkelijk gemaakt worden? Of worden ge-upcycled? Deze praktijkvragen spelen bij o.a. The Swapshop: een MKB-bedrijf met twee winkels (Amsterdam en Rotterdam). The Swapshop heeft een ‘ruil’-model waarbij de ontvangen kleding ‘swaps’ opleveren voor de klant. Deze swaps geven korting bij kledingaanschaf in de winkel. Dit model blijkt kwetsbaar, omdat er swap-waarde zit in de 40% aan kledingitems, die onverkoopbaar blijken te zijn. Door samenwerking met kledinginzamelaar Sympany, komt er iets van waarde retour. De Swapshop heeft op basis van uitkomsten van het circulaire fashion onderzoek van de HU contact met de HU-onderzoekrs gezocht. Hieruit is de kans ontstaan om Action Research onderzoek in te zetten voor onderzoek naar hoe uitgerangeerde tweedehandskleding vanwege de vezelwaarde zo lang mogelijk waardevol blijft circuleren. Hiervoor wordt een living lab opgezet waaraan The Swapshop en Sympany gaan deelnemen. De Green Offices op Utrecht Science Park (USP) van de HU en de Universiteit nemen deel aan het onderzoek. Het HU Denver House (Self-sufficient Challenge House van 2017) is de beoogde locatie voor het ‘Swap-Lab’, waar langere tijd onderzoek mag gaan plaatsvinden (KIEM-project plus opvolgende projecten de komende vijf jaar). Naast de inzichten levert ARTce een netwerk aan bedrijven, die diensten aanbieden om de kledingvezel-waarde te behouden (wassen, repareren, vermaken, hergebruiken voor andere items, wellicht zelfs als woningtextiel). Met inzicht in nieuwe mogelijkheden om kledingitems aantrekkelijk te maken en te houden voor hergebruik, wordt een vervolgonderzoek geformuleerd om de succesvolste gevonden oplossingen uit de Utrechtse praktijk landelijk te gaan opschalen. Met dat onderzoeksplan eindigt dit ARTce-project.