Several trends force Fontys University of Applied Sciences to formulate an open policy regarding MOOCs and other forms of open education. These trends encompass the ambition to offer more tailor-made education and the need to enlarge an international focus. In formulating this policy, Fontys can build on some experiments and experiences from recent initiatives within Fontys.
DOCUMENT
Binnen het Expertisecentrum Gezondheidszorg en Technologie van Fontys (Fontys EGT1) loopt het meerjaarse project Verpleeghuis van de Toekomst (VETO). Binnen Fontys EGT wordt ruimte gegeven aan een minor gezondheidszorg en technologie aan derdejaars studenten, stagiaires en afstudeerders. Studenten werken in interdisciplinaire groepen aan projecten en onderwijs, onder andere aan het maken van prototypes die met eindgebruikers getest worden.
DOCUMENT
Before the start and during the first weeks of their first year, it has been observed by teachers that engineering students start with a high level of motivation, which often seems to decrease during the course of the first semesters. Such a decrease in motivation can be a main driver for students dropping out of University early. A qualitative research will be carried out to answer the main questions that have been raised within the engineering department of the Fontys University of Applied sciences: to what extent does a decrease in the motivation of first-year students exists, exactly when during the course of the first year does this decrease occur and what are the underlying reasons causing this decline in motivation? Gaining more insight in the motivation drop of students could result in modifications to the curriculum. The final objectives are reducing the dropout level of students in the first year and increasing the quality level of young propaedeutics. In [1] and [2] studies are carried out to measure student’s motivation constructs, which have been carried out for first year Engineering students. The authors describe a certain level of motivation drop for first year students at an Engineering University. In Geraedts 2010 [3] it is defined that Maslow rules for students can be seen as an element of a student’s perception onto his or hers education. Often it can be observed that in most cases undergraduates start their education as an unconscious insufficient competent student having a very limited view on the work arena and complexity of the engineering discipline. Quickly after the start of the education year this view develops into a more defined perception of what the content and complexity of the future work field is and what is expected of the student during his or hers education. It is hypothesised that this gain in insights of the student into the work field and the related expectations is a significant contributor to the decline of intrinsic motivation. In this paper the investigated hypothesis and possible other aspects that influence the motivation of students will be presented. Based on results, potential corrective and preventive measures will be defined and discussed. Corrective and predictive measures depend on the results of this study and could be aimed for instance at: 1) making adjustments to the content and/or structure of the first semester curriculum, 2) improving the support of students in making adaptations into a better learning strategy and 3) improve the information on-which students decide to start a mechanical engineering education. This paper will focus on the first year mechanical engineering students of the Fontys University of Applied Sciences. About 100 first year students will be questioned using predefined questionnaires and additionally 20 of them will be interviewed for validation. References [1] Brett D. Jones, Marie C. Paretti, Serge F. Hein, Tamarra W. Knott, An analysis of Motivation Constructs with first-Year Engineering students, Journal of Engineering Education; Oct 2010; 99, 4; Research Library pg. 319 [2] L. Benson, A Kirn, B. Morkos, CAREER: Student Motivation and Learning in Engineering, 120th ASEE annual conference & Exposition June 2013 [3] HGM Geraedts (2010) Innovative learning for innovation ISBN 978-90-5284-624-8 4751
DOCUMENT
Het RAAK-MKB project "(G)een Moer Aan" heeft zich gericht op het ontwerpen van een veilige en effectieve ondersteuning van een cobot in een productieomgeving. De focus is hierbij gelegd op productiehandelingen die in veel sectoren voorkomen en die relatief veel arbeidstijd kosten, zoals het indraaien van moeren en bouten in een object. Binnen het project is veel kennis opgedaan dit heeft geresulteerd in gripperontwerpen die in staat zijn een bout in een flens te draaien. Daarnaast is kennis gegeneerd van vision technieken om gaten e.d. te detecteren, en het meenemen van (beleefde) veiligheid in het ontwerp van een cobot systeem. Deze nieuw opgedane kennis is erg bruikbaar voor zowel de beroepspraktijk als voor de studenten in het onderwijs. Dat maakt het relevant voor (her)gebruik middels het nieuwe open-acces e-learning platform van Fontys: Open Learning Labs. Door trainingsmateriaal te ontwikkelen dat betrekking heeft op onder andere het aspect veilig ontwerpen, worden toekomstige engineers (de studenten) en zittend personeel bij bedrijven bekend met nieuwe technieken die toepasbaar zijn in diverse sectoren waar met robots gewerkt wordt. Het doel van deze Top-up aanvraag is tweeledig: 1) Het vergroten van de zichtbaarheid van de resultaten uit het initiële RAAK-project, zowel richting onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. 2) Het realiseren van trainingsmateriaal t.b.v. het rekening houden met en veilig ontwerpen van cobotsystemen. Door o.a. kennis aan te dragen omtrent het doen van een correcte risico analyse van het proces. Dit zal bij toekenning stapsgewijs uitgevoerd worden: 1. Definiëren inhoud lesmodules en bijbehorende didactische werkvormen 2. Realisatie PR- & instructievideo's en onderwijsopdrachten 3. Realisatie E-learning lesmodule Dit alles gekoppeld aan het open-acces e-learning platform Open Learning Labs van Fontys.
Massafabricage in de (MKB) maakindustrie is aan het veranderen in flexibele fabricage en assemblage van kleine series, klantspecifieke onderdelen en eindproducten. Hiervoor zijn nieuwe systemen voor het MKB nodig, waarin robots en mensen samen kunnen werken en die zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe productieomstandigheden met lage opstartkosten. De ambitie van het project ?(G)een Moer Aan!? is om het herconfigureren van een robotsysteem voor een nieuwe taak in een productieomgeving net zo eenvoudig en snel te maken als het gebruik van een smartphone. Zo?n benadering biedt kansen om de skills van de operator te benutten. De operator kent immers zijn processen en de robot wordt zijn hulpje. Op vraag van betrokken mkb partners is de focus gelegd op een repeterende productiehandeling die in veel sectoren voorkomt en die relatief veel arbeidstijd kost: het indraaien van moeren en bouten in een object. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Hoe kan een operator een robot eenvoudig, snel en veilig inleren om assemblage handelingen te verrichten voor het snel en robuust verbinden van bouten, moeren en ringen met objecten? Resultaat van dit praktijkgerichte onderzoeksproject is een algemeen bruikbare en gevalideerde ontwerpmethodiek voor de opzet van een gebruiksvriendelijke user interface van een boutmontagerobot op de werkvloer. Door slim gebruik van geïntegreerde inzet van CAD productinformatie, vision technologie en compliant (meegaand) gripping en placing wordt de robot zo veel als mogelijk vooraf automatisch geconfigureerd. Het projectconsortium dat het onderzoek gaat uitvoeren bestaat uit: " 13 bedrijven (12 mkb) actief als toeleverancier, system integrator of gebruiker op het terrein van industriële robotica (Yaskawa, ABB, Smart Robotics, Hupico, Festo, CSi, Demcon, Heemskerk Innovate, WWA, Van Schijndel Metaal, Van Beek, Tegema en Zest Innovate); " Hogescholen Fontys (penvoerder), Avans, Utrecht en NHL; " Kennisinstellingen TNO en DIFFER; " Coöperaties Brainport Industries, FEDA en Koninklijke Metaalunie; " De gemeente Eindhoven is betrokken als partner in de klankbordgroep. De gemeente ondersteunt het belang van dit project voor behoud en verbetering van arbeidsplaatsen in de maakindustrie. Er zullen circa 20 (docent)onderzoekers van de hogescholen en ongeveer 80 studenten betrokken worden bij dit project, die in de vorm van stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct afkomstig uit de beroepspraktijk. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt het project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders.
De 2SHIFT SPRONG-groep is een samenwerkingsverband van HAN University of Applied Sciences en Fontys Hogescholen. Onze ambitie is het vergroten van eerlijke kansen op gezond leven. Dit doen we door het vormgeven en versterken van gemeenschappen als fundament voor het creëren van eerlijke kansen op gezond leven. Vanuit deze gemeenschappen wordt in co-creatie gewerkt aan structuur (i.e. systeem), sociale en technologische innovaties. Deze ambitie sluit aan bij de centrale missie KIA Gezondheid en Zorg om bij te dragen aan goede gezondheid en het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Ook draagt het bij aan deelmissie 1. het voorkomen van ziekte, waarbij wij uitgaan van het concept Positieve Gezondheid en Leefomgeving. Én het zorgt voor het verplaatsen van ondersteuning en zorg naar de leefomgeving (deelmissie 2), doordat gemeenschappen hiervoor een stevig fundament vormen. De gemeenschap is geoperationaliseerd als een samenwerking tussen inwonersinitiatieven (i.e. informele actoren) én professionals vanuit wonen, welzijn, zorg en gemeenten (i.e. formele actoren) die bestuurlijk en beleidsmatig worden ondersteund. Toenemend wordt een belangrijke rol en meer verantwoordelijkheid toebedeeld aan inwoners en wordt de noodzaak van sectoroverstijgende, inclusieve samenwerking tussen deze actoren in lokale fieldlabs benadrukt. 2SHIFT start daarom in vier fieldlabs: twee dorpen en twee wijken in (midden-)stedelijke gebieden, waar in vergelijking met groot-stedelijk gebied (zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) andere dynamieken en mechanismen een rol spelen bij het creëren van eerlijke kansen op een gezond leven. Om impact in onderwijs en praktijk te realiseren werken we nauw samen met studenten, docenten én met inwoners, professionals, bestuurders en beleidsmakers uit wonen, welzijn, zorg en gemeenten én landelijke kennispartners (“quadruple helix”). 2SHIFT brengt transdisciplinaire expertise én verschillende onderzoeksparadigma’s samen in een Learning Community (LC), waarin bestaande kennis en nieuwe kennis wordt samengebracht en ontwikkeld. Over 8 jaar is 2SHIFT een (inter)nationaal erkende onderzoeksgroep die het verschil maakt.
Centre of Expertise, part of Hogeschool Rotterdam, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Fontys

Centre of Expertise, part of Fontys
Consortium, part of Saxion
