Lector Sanne de Vries startte tien jaar geleden als lector bij het lectoraat Gezonde Leefstijl in Stimulerende Omgeving (GLSO). In het afgelopen decennium veranderde de focus van het lectoraat én groeide de kenniskring uit tot een maatschappelijk betrokken groep onderzoekers met impact in het werkveld. Een terugblik op tien jaar onderzoek met de lector die zelf minimaal drie keer per week sport en houdt van gezond én lekker eten.
DOCUMENT
Een gezonde leefstijl geeft voor mensen met een verstandelijke beperking grote potentiële gezondheidswinst en meer mogelijkheden tot participatie in de maatschappij. Mensen met een verstandelijke beperking hebben voor een gezonde leefstijl ondersteuning nodig van professionele begeleiders en een gezonde leefomgeving die gezond gedrag stimuleren.In het project De Krachten Gebundeld werkten vier Nederlandse onderzoeksgroepen samen met ervaringsdeskundigen, hun naasten en 19 zorgorganisaties. Het doel was het ontwikkelen van kennis en praktijkproducten die bijdragen aan een gezondheidsbevorderende omgeving voor mensen met een matige tot zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperking, waarin zij worden ondersteund bij en verleid tot een gezonde leefstijl, specifiek op het gebied van voldoende beweging en gezonde voeding.
DOCUMENT
Shoppen voor een gezonde leefstijl De gemiddelde puber beweegt veel te weinig. Slechts 15 % van scholieren tussen de twaalf en zeventien jaar haalt de gezondheidsnorm van minstens één uur bewegen per dag. Gelukkig is de oplossing nabij. Shoppen blijkt bij pubermeisjes een enorme bijdrage te leveren aan hun gezondheid. Het door de stad sjouwen vormt, samen met het heen en weer fietsen naar huis, maar liefst 30% van de wekelijkse lichaamsbeweging. Aangezien meiden van vijftien jaar gemiddeld onvoldoende bewegen ligt het voor de hand om deze vrije tijdsbesteding te subsidiëren. Mocht dit onvoldoende succes opleveren dan kunnen we de niet-shoppers altijd nog verplichten om buiten hun eigen postcode gebied naar school te laten gaan. Daarmee is de jeugd grotendeels gered van hun ongezonde leefstijl...
DOCUMENT
We bevinden ons in een tijdperk waarin veel kinderen te dik zijn en te weinig bewegen. Daar wordt op verschillende manieren aandacht aan besteed, waarbij vooral wordt ingezet op het bevorderen van een gezonde actieve leefstijl. In dit artikel wordt ingegaan op de relatie tussen de motorische ontwikkeling van kinderen en een actieve leefstijl op latere leeftijd.
DOCUMENT
Onderwijs, onderzoek en werkveld: samenwerking vanuit de bovenschoolse Kenniswerkplaats Gezonde Leefstijl Achtergrond en doelstelling Het gezondheidsdomein verandert sterk en vraagt van nieuwe gezondheidsprofessionals dat zij in staat zijn om over de grenzen van hun eigen expertise heen te kijken. Binnen de Hanzehogeschool Groningen (HG) leent het speerpunt Healthy Ageing zich voor een multidisciplinaire aanpak van gezondheid: gezond opgroeien en gezond ouder worden vereisen preventieve benaderingen, interventies en begeleiding die gericht zijn op zowel lichaam als geest en waarbij diverse professionals betrokken zijn. Multidisciplinaire kenniswerkplaatsen (KWP’s) zijn een manier om deze samenwerking binnen de HG tot stand te brengen. In deze poster beschrijven we de opzet van de KWP Gezonde leefstijl. Aanpak en methode van het project In de KWP Gezonde Leefstijl hebben docenten van de opleidingen Sport Gezondheid Management, Toegepaste Psychologie, Pabo, Verpleegkunde, Voeding en Diëtetiek en de Academie voor Lichamelijke Opvoeding zitting. Samen met studenten en werkveldpartners werken zij aan multidisciplinaire vraagstukken op het gebied van Gezonde Leefstijl. Dat wil zeggen: vraagstukken die vanuit verschillende vakgebieden bekeken en opgelost kunnen en moeten worden. Kernonderwerpen zijn: gecombineerde leefstijlinterventies, gedragsdeterminanten voor een gezonde leefstijl, en de implementatieprofessional. Resultaten en opbrengsten Inmiddels is de KWP ruim twee jaar in de lucht. Met een aantal praktijkpartners vindt samenwerking plaats: de gemeente en provincie Groningen, GGD Groningen, Huis voor de Sport Groningen en de Hanzehogeschool zelf. Studenten van verschillende opleiding werken onder andere aan: (1) de uitvoering van een duurzame inzetbaarheidsinterventie voor Hanze personeel, (2) het ondersteunen van scholen om een vignet Gezonde School aan te vragen en (3) Onderzoek naar Jongeren op Gezond Gewicht in een specifieke gemeente. De studenten komen bij elkaar Communities of Learners, waarin zij kennis en ervaring met elkaar en praktijkpartners uitdelen. Ook zijn diverse minoren gekoppeld aan de KWP. Conclusies en aanbevelingen De bovenschoolse KWP Gezonde Leefstijl is een meerwaade in het opleiden van de toekomstige T-shaped professional. Ook de projecten hebben baat bij de multidisciplinaire invalshoek en de eerste ervaringen rondom de multidisciplinaire samenwerking in de CoL zijn positief. Toch vormt deze vorm van multidisciplinair samenwerken uitdagingen op organisatorisch vlak: de diversiteit aan opleidingskaders vormt het voornaamste struikelblok. De aaanjaagfunctie van de bovenschoolse KWP is een belangrijke voorwaarde voor samenwerking tussen opleidingen gebleken. Visuele presentatie: Weergave van relaties tussen opleidingen, werkveldpartners en projecten en hoe deze binnen het onderwijs worden ingevuld.
DOCUMENT
Lector Gezonde Stad Jeannette Nijkamp richt zich met haaronderzoeksprogramma op een gezonde stedelijke fysieke leefomgeving.Doel is het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen bewoners meteen hoge en lage sociaaleconomische status. Deze laatste groep heeftnamelijk een kortere levensverwachting, een slechtere gezondheid en eenongezondere leefstijl.Het Nederlandse gezondheidsbeleid zette tot voor kort vooral in opleefstijlinterventies. Vanwege de hardnekkige gezondheidsverschillenis er nu echter ook aandacht voor een gezonde fysieke leefomgeving.De geschiedenis leert namelijk dat fysieke ingrepen, zoals bijvoorbeeldde aanleg van riolering, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aangezondheidsbevordering voor alle bewoners en het verkleinen vangezondheidsverschillen.Binnen het onderzoeksprogramma Gezonde Stad wordt onderzochthoe de fysieke leefomgeving zodanig kan worden ontworpen eningericht dat stadsbewoners zich hier prettig voelen en worden verleidtot gezond gedrag. Hiertoe worden interventies ontwikkeld, waarbijwordt samengewerkt met allerlei partijen zoals gemeenten, bedrijven,organisaties en kennisinstellingen en vooral ook met de bewoners. Ookwordt onderzocht hoe de verschillende partijen kunnen samenwerken bijhet gezonder maken van de leefomgeving.Docent-onderzoekers en studenten werken in hun onderzoek samen metgemeentelijke professionals uit zowel het fysieke als het sociale domein endragen zo bij aan de verbinding tussen beide domeinen. De praktijk heeftgrote behoefte aan deze verbinding, want een combinatie van fysieke ensociale interventies is vaak effectiever.
DOCUMENT
Afgelopen zomer lanceerden wij een nieuwe themareeks over de gezonde leefomgeving op Rooilijn platform. Gezondheidsvraagstukken krijgen veel aandacht in het nieuws, beleid en wetenschap. Het meest recente voorbeeld is de publicatie van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, 2024), waaruit blijkt dat het aantal mensen met overgewicht in Nederland zal oplopen tot ruim 64 procent in 2050. Ter vergelijking: in 2022 was dat percentage nog 50. Dergelijke gezondheidsproblemen in de samenleving zijn complex en worden door een veelvoud van factoren beïnvloed, zoals genetische aanleg, leefstijl en leefomgeving. In deze themareeks stond de relatie tussen gezondheid en de leefomgeving centraal.
LINK
Onderzoek wijst uit dat veel mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) een ongezonde leefstijl hebben (waaronder ongezonde voeding, inactiviteit en roken). Zij hebben ook vaak één of meerdere lichamelijke aandoeningen (comorbiditeit of multimorbiditeit). Vaak speelt ook langdurige medicatiegebruik dat initiatieven tot gezonder gedrag belemmert. De zorg voor deze patiëntengroep is minder toegankelijk. Hulpverleners kunnen pessimistisch zijn over de effecten van een leefstijlbevorderde aanpak. Hierdoor blijft de aandacht voor een gezonde leefstijl bij mensen met EPA achter bij wat wenselijk en mogelijk is. Gerichte leefstijlinterventies kunnen de risicofactoren voor veel voorkomende lichamelijke aandoeningen gunstig beïnvloeden. Vanuit de principes van shared-decision-making in samenwerking met de patiënt kunnen professionals in de ggz (huisartsenzorg inclusief POH-ggz, generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz) lichamelijke aandoeningen herkennen en een gezonde leefstijl bevorderen. Deze richtlijn beoogt ggz-professionals - in het bijzonder verpleegkundigen - te ondersteunen bij het bevorderen van een gezonde leefstijl en het uitvoeren van leefstijlinterventies bij mensen met een ernstige psychische aandoening. Mede auteurs: Ronald van Gool, Sonja van Hamersveld, Merlijn Bakkenes, Anneriek Risseeuw, Titia Feldmann, Anneke Wijtsma-van der Kolk, Matthijs Rümke, Evelyn SlootsJongen, Ingrid van Vuuren, Maarten Bak, Katie Dermout, Marieke van Piere, Digna van der Kellen, Paul de Heij, ichard Starmans, Cilia Daatselaar, Christine van Veen en Marleen Hermens (Werkgroep Richtlijnontwikkeling Algemene somatische screening & Leefstijl).
MULTIFILE
In dit review wordt een overzicht gegeven van effect van mobiele applicaties en activity trackers op een gezonde leefstijl. 17 artikelen werden geïncludeerd. De effecten van apps op beweeggedrag lijken positief. Het effect van apps op voeding en gewicht was wisselend. Maar er leek een trend te zijn voor verbetering van het voedingspatroon. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar effect van activity trackers op leefstijl, maar eerste resultaten laten een positieve invloed zien op beweeggedrag. Voor apps aanbevolen kunnen worden, is verder onderzoek nodig. Hiervoor is grootschalig onderzoek nodig met uitgebalanceerde controlegroepen en lange termijn follow-up testen.
DOCUMENT
Doel Overzicht geven van de literatuur over het effect van smartphone-apps en activiteitsmeters op een gezonde leefstijl. Opzet Systematische review. Methode In PubMed, de Cochrane Library, Embase en CINAHL zochten we naar relevante artikelen. Inclusiecriteria waren: (a) de interventie was een mobiele app of activiteitsmeter; (b) die bewegen en gezonde voeding stimuleerde; (c) bij volwassen mensen met een ongezonde leefstijl die nog geen aandoening hadden; (d) gericht op preventieve gezondheidszorg, gezondheidsbevordering of gezond gedrag; en (e) waarin het effect op fysieke activiteit, voeding of gewicht werd gemeten. Resultaten We includeerden 17 onderzoeken, waarvan 13 met apps en 4 met activiteitsmeters. Het effect van de apps op fysieke activiteit bij mensen met overgewicht of obesitas was in 6 onderzoeken positief en in 3 afwezig. Er was een positief effect op voeding dat in 3 onderzoeken significant en in 2 niet-significant was. Het effect op gewicht was in 6 onderzoeken positief en in 5 afwezig. De bewijskracht van de onderzoeken met apps was matig tot laag. Activiteitsmeters leken fysieke activiteit te kunnen verhogen, maar de kwaliteit van deze onderzoeken was laag. De effecten op gewicht waren tegenstrijdig en de effecten op voeding zijn niet onderzocht. Conclusie Apps hebben een globaal positief effect op de fysieke activiteit. Het effect op voeding en gewicht is onduidelijk, maar de trend is dat ze het voedingspatroon verbeteren. Ook activiteitsmeters kunnen de fysieke activiteit verhogen. Om gebruik van apps en activiteitsmeters te kunnen aanbevelen is echter grootschaliger onderzoek nodig, met beter uitgebalanceerde controlegroepen en een langere follow-upduur.
DOCUMENT