Public lighting’s primary purpose is nighttime visibility for security and safety. How to meet so many requirements of so many stakeholders? The key to developing a good plan is to relate lighting to functions of public spaces, because street lighting is more than a technical requirement, a security need, or a design element. It can be thought of and utilized in terms of how the type, placement, and wattage affect how a street is perceived and used. With present-day used street lighting systems however, flexibility is expensive, as is maintenance and energy consumption. A new solution is to use LED lighting with a Direct Current power system. Advantages are a decrease in: energy conversions; material use; amount of switch- boxes; components; labour costs and environmental comfort. The overall implementation of LED and DC will result in better control and efficient maintenance due to integrated bidirectional communication. A challenge is the relatively high investment for these new solutions. Another challenge; DC is not a standard yet in rules and regulations. In the paper the transition to direct current public lighting system will be described with all the pros and cons. A new concept of public ownership, to overcome financial challenges will be discussed. M Hulsebosch1, P Willigenburg2 ,J Woudstra2 and B Groenewald3 1CityTec b.v., Alblasserdam, The Netherlands 2The Hague University of Applied Sciences, The Hague, The Netherlands 3Cape Peninsula University of Technology, Cape Town, South Africa 10.1109/ICUE.2014.6904186
DOCUMENT
Na het energiegebruik voor apparatuur is verlichting vaak de belangrijkste energiepost van industriegebouwen, dus bij verduurzaming van industriegebouwen speelt verlichting een belangrijke rol. Vervanging van traditionele (tl-)verlichting door led levert vaak 50 tot 70% besparing op. Daarbij is diezelfde ordegrootte van besparing in industriegebouwen mogelijk met slimme dimlichtregelsystemen in combinatie met daklichten. Onderzoek van Saxion voor de provincie Overijssel toont aan dat daar niet eens extreem veel daklichtoppervlak voor nodig is.
MULTIFILE
Het onderzoek brengt de effecten in kaart van veranderingen in de openbare verlichting op de (beleving van) sociale veiligheid en verkeersveiligheid in een vijftal Overijsselse gemeenten: Enschede, Hardenberg, Hof van Twente, Losser en Olst-Wijhe. In totaal werden tien projecten uitgevoerd, waarvan zes projecten in woonwijken en vier projecten buiten de bebouwde kom (dit betrof autowegen, fietspaden en een recreatiegebied). In de woonwijken was sprake van een overgang van traditionele verlichting naar LED verlichting. Bij de projecten buiten de bebouwde kom was sprake van vermindering van verlichting. Licht en Donker Advies was belast met de organisatorische kant van het project (onder meer het werven van gemeenten die onderzoeksprojecten konden aandragen) en Saxion voerde de onderzoeken in deze gemeenten uit. Deze rapportage geeft in hoofdlijnen de resultaten weer van de verschillende deelonderzoeken, die per gebied zijn uitgevoerd door studenten van Saxion gedurende de afgelopen twee jaar. De geleverde onderzoeksdata en berekeningen zijn voor deze rapportage opnieuw gecontroleerd en uitgevoerd door onderzoekers van het Saxion lectoraat Risicobeheersing. De presentatie van de gegevens is zoveel mogelijk gelijkvormig gemaakt en een aanvullende analyse is uitgevoerd waarin de resultaten van de deelonderzoeken zijn vergeleken.
MULTIFILE
Dit document is één van de twee eindproducten voor de module Green Protorype Platform. In dit deel is te lezen hoe ons proces verlopen is en ook hoe we doelstellingen behaald hebben die vooraf gesteld zijn. Tot slot is een bondige beschrijving te lezen over urban farming. Dit is een samenvatting van het onderzoek dat het eerste blok heeft plaatsgevonden. Aangezien de tijd in het eerste blok voornamelijk gestoken is in research doen, lijkt de productie op het eerste gezicht wat weinig. Het is echter goed om te weten dat het onderzoek uit blok 1 ons ontzettend geholpen heeft om in blok 2 het schetsontwerp te maken. Dit schetsontwerp is ook meteen het tweede eindproduct. Het is een opzichzelfstaand boekje, zodat daar alleen inhoudelijk op eigenschappen van het schetsontwerp ingegaan kan worden. Als bijlage bij dit procesdocument is het artikel toegevoegd dat we samen hebben geschreven voor het vak Lezingencarrousel. Dit artikel gaat nog dieper in op de kenmerken van urban farming, en kan dan ook gelezen worden als een toevoeging aan dit document. Het is niet geschreven voor het GPP, maar kan wel van waarde zijn voor het platform. Het onderzoek dat we gedaan hebben in blok 1 voor het GPP, heeft deels bijgedragen aan het tot stand komen van het artikel.
DOCUMENT
Deze publicatie beschrijft ervaringen met innnovatie in trajecten in de zorg en de bouw. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de theorie van Peter Senge die complexe veranderingen in systeemdenken beschrijft. Deze Duurzame SysteemInnovatie/aanpak (DSI-aanpak) wordt beschreven met theoretische aanknopingspunten: Transitiemanagement, Sustainability by Design en Eco-acupunctuur. het project is mogelijk gemaakt door subsidieregeling duurzaamheid van de Provincie Utrecht.
DOCUMENT
[Voor Full text zie Link (bij abonnement) ] Er waren geen spandoeken, geen barricades, geen bedrijfsbezettingen. Journalisten kaapten de krant niet, de vakbond riep geen staking uit, er werden geen Kamervragen gesteld. Het herschikken van de Nederlandse krantenmarkt voltrok zich in gepaste stilte. PCM-Uitgevers kocht in 1995 NRC en AD en voegde dat toe aan de Volkskrant, Trouw en Het Parool. Nederland was even te klein. De pluriformiteit zou bedreigd worden. Over de dreigende eenvormigheid verschenen proefschriften, werden symposia georganiseerd en Kamervragen gesteld. Twintig jaar later, bij de recente uitbreiding van De Persgroep, werd alleen een zucht van verlichting gehoord.
LINK
Nederland is een land van sportverenigingen. In bijna geen enkel ander Europees land zijn er zoveel sportverenigingen, en zoveel vrijwilligers, als in ons kikkerlandje (1). Die traditie van sporten bij een vereniging is een groot goed. Dat stimuleert niet alleen het deelnemen aan sport, maar bij de vereniging ben je ook iemand, leer je teamgenoten en andere leden kennen, en beleef je samen in die minigemeenschap die de sportvereniging is, mooie (en minder mooie) momenten. Als vrijwilliger leer je problemen oplossen en doe je allerhande vaardigheden op, vaardigheden waar je wat aan hebt voor jezelf maar ook op het werk. Kortom: met sportverenigingen dragen we bij aan gezondheid, aan de sociale cohesie, aan de persoonlijke ontwikkeling van mensen en aan de economie. De werkelijkheid is echter ook dat het sportverenigingsmodel het niet makkelijk heeft (2). Nieuwe generaties sporters zien dat ze zich ook fit en vitaal kunnen houden buiten de sportvereniging, hardlopend, fietsend, zwemmend of via het fitnesscentrum. Ondertussen stelt de samenleving steeds hogere eisen aan sportverenigingen. Sportverenigingen worden gevraagd aan allerhande maatschappelijke problemen een bijdrage te leveren, of kennis te nemen van best ingewikkelde regels en procedures. Burgers krabben zich ondertussen op het achterhoofd wat dat vrijwilligerswerk ze oplevert. Een deel van hen heeft het van huis uit meegekregen, met de paplepel, als het ware. Maar dat geldt niet voor iedereen, en zeker niet voor de groep Nederlanders die naar ons land is toegekomen om hier een nieuw bestaan op te bouwen. Bovendien zijn we allemaal druk, druk, druk …. In die boeiende context zien gemeentes zich voor de vraag gesteld hoe zij verenigingen kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld om na te denken over gezonde sportkantines, samenwerken met het onderwijs of de wijk, aanbod realiseren voor specifieke doelgroepen (ouderen, g-sporters) … of simpelweg zorgen dat de club blijft doen wat het altijd heeft gedaan: samen zorgen dat mensen kunnen sporten en daar plezier aan beleven. Wat mag je in deze van verenigingen vragen, en hoe organiseer je dan dat er dan ook echt wat gaat gebeuren? Is daar ruimte voor bij de verenigingen, krijgt men daar energie van? Want uiteindelijk is het de vereniging, zijn het de leden, die de handen uit de mouwen moeten steken. Zonder dat de vereniging zich achter de plannen schaart, zonder dat de leden uitspreken mee te willen doen, gebeurt er niet veel. Dit project heeft als doelstellingen: • Met de sportverenigingen ontdekken wat centrale waarden zijn voor de club, welke activiteiten daaruit voortvloeien en waar ambitie ligt om zich verder te ontwikkelen; • Te ontdekken hoe de verenigingen het beste kunnen worden ondersteund in hun ambitie. Het project is een pilot binnen de planvorming van de gemeente Heerlen voor het Sportakkoord II.
DOCUMENT
Samen onder één dak betekent in oudere appartementcomplexen vaak: samen gebukt onder een veel te hoge energierekening. En dat hoeft niet! Dat het ook anders kan, bewijzen de zeven VvE's die in dit boekje aan verduurzaming van hun complex hebben gewerkt. Dat hebben ze gedaan door er samen de schouders onder te zetten en creatieve oplossingen te bedenken. Hun argumenten: lagere woonlasten (hypotheek- en energielasten bij elkaar) en waarde toevoegen aan hun woning...
DOCUMENT
De missie van het lectoraat Fotonica is om een bijdrage te leveren aan een gezonde wereld en een duurzame economie door het toepasbaar maken van fotonicatechnologie in de praktijk. Ook draagt het lectoraat bij aan het opleiden van professionals op het gebied van fotonica, wat een voorwaarde is om de ambities van deze groeisector waar te kunnen maken. Het fotonica-onderzoek richt zich op de toepassingsgebieden Hightech Industrie, Agri & Food, Energie & Klimaat, Gezondheid en Mobiliteit. Digitale technologie speelt in de ontwikkeling van deze gebieden een grote rol, waarbij fotonica op grote schaal wordt ingezet voor het verkrijgen van digitale data. Sleutelwoorden voor het onderzoek zijn spectroscopie, metrologie en afbeelding. Het toepassen van optische sensoren, zoals spectrometers of glasvezel-gebaseerde sensoren, speelt hierbij een centrale rol. De lijfspreuk van de natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes ‘door meten tot weten’, aangevuld met ‘door weten tot handelen’, is dan ook een leidraad voor het lectoraat.
DOCUMENT
Nieuwe migranten kloppen na aankomst met hun hulpvragen vaak als eerste aan bij informele netwerken. De Brusselse zelforganisatie De Mangoboom in Bloei is zo’n netwerk. Vrijwilligers van de organisatie bieden nieuwe migranten verlichting van allerhande eerste noden. Ze helpen bij het regelen van papieren, organiseren taalcursussen en ondersteunen bij huisvesting of gezondheidsproblemen. De organisatie is een van de praktijkvoorbeelden die aan bod komen in het boek Sociaal schaduwwerk. In hun boek belichten de Vlaamse auteurs Mieke Schrooten, Rebecca Thys en Pascal Debruyne dit fenomeen. Het gaat om minder zichtbare informele sociaalwerkpraktijken, die inspelen op noden waarop het formele circuit niet onmiddellijk een antwoord heeft. Praktijken die, zo schetsen de auteurs, de leefwereld van de leden van hun doelgroep als vertrekpunt nemen.
DOCUMENT