Background: The number of medical technologies used in home settings has increased substantially over the last 10-15 years. In order to manage their use and to guarantee quality and safety, data on usage trends and practical experiences are important. This paper presents a literature review on types, trends and experiences with the use of advanced medical technologies at home. Methods: The study focused on advanced medical technologies that are part of the technical nursing process and 'hands on' processes by nurses, excluding information technology such as domotica. The systematic review of literature was performed by searching the databases MEDLINE, Scopus and Cinahl. We included papers from 2000 to 2015 and selected articles containing empirical material. Results: The review identified 87 relevant articles, 62% was published in the period 2011-2015. Of the included studies, 45% considered devices for respiratory support, 39% devices for dialysis and 29% devices for oxygen therapy. Most research has been conducted on the topic 'user experiences' (36%), mainly regarding patients or informal caregivers. Results show that nurses have a key role in supporting patients and family caregivers in the process of homecare with advanced medical technologies and in providing information for, and as a member of multi-disciplinary teams. However, relatively low numbers of articles were found studying nurses perspective. Conclusions: Research on medical technologies used at home has increased considerably until 2015. Much is already known on topics, such as user experiences; safety, risks, incidents and complications; and design and technological development. We also identified a lack of research exploring the views of nurses with regard to medical technologies for homecare, such as user experiences of nurses with different technologies, training, instruction and education of nurses and human factors by nurses in risk management and patient safety.
The world is rapidly transforming. Economic, ecological and technological developments transcend existing boundaries and challenge the way we innovate. The challenge we face is to reinvent innovation as well, changing the way organisations and industries innovate and cooperate. Only with a new approach we can design a better future: an approach where stakeholders from government, organisations, companies and users participate in new ways of collaboration; an approach where solutions are realised that makes our society future-proof. Participatory innovation means that the innovation team changes: expanding beyond the boundaries of the own organisation. For organisations and companies, this is a huge step. Every partner must be willing to think and act beyond their own borders and participate in a joint effort. Participative innovation is a new way of working, where new challenges are encountered. In the field of urban lighting, this transformation is strongly felt. This paper will further explore the challenge and describe a rich case study where participative innovation is used to rethink, redesign and realise the solutions to transform urban lighting from functional lighting to improving social quality.
Already for some decades lateral flow assays (LFAs) are ‘common use’ devices in our daily life. Also, for forensic use LFAs are developed, such as for the analysis of illicit drugs and DNA, but also for the detection of explosives and body fluid identification. Despite their advantages, including ease-of-use, LFAs are not yet frequently applied at a crime scene. This review describes (academic) developments of LFAs for forensic applications, focusing on biological and chemical applications, whereby the main advantages and disadvantages of LFAs for the different forensic applications are summarized. Additionally, a critical review is provided, discussing why LFAs are not frequently applied within the forensic field and highlighting the steps that are needed to bring LFAs to the forensic market.
Leerkrachten in Friese basisscholen zoeken naar goede strategieën om meertaligheid te erkennen en effectief in te zetten. Waar het onderwijs tot nu toe twee- en drietalig was (Fries, Nederlands en Engels), hebben leerkrachten nu in toenemende mate te maken met anderstalige migrantenleerlingen. Leerkrachten willen met deze strategieën antwoorden vinden op twee problemen. Ten eerste ervaren ze problemen in de omgang met migrantentalen: ze geven aan dat ze migrantentalen niet willen negeren, maar waarderen en gebruiken vinden ze moeilijk. Ten tweede willen leerkrachten de kwaliteit van het twee- of drietalige basisonderwijs waarin sprake is van taalscheiding, verbeteren. Er wordt per dag of in het Fries, of in het Nederlands of in het Engels onderwezen en geleerd. Men verwacht dat het verbinden van talen hogere resultaten opbrengt. Dit wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Vierentwintig leerkrachten op twaalf basisscholen willen een innovatieve aanpak voor meertalig onderwijs ontwikkelen, die zowel een kader biedt voor de waardering en het gebruik van migrantentalen, als voor een samenhangend gebruik van het Nederlands, het Fries en het Engels in de scholen. Dat geheel vormt de basis van het project Meer kansen Met Meertaligheid (3M). Wetenschappelijk onderzoek levert gevalideerde benaderingen op die moeten worden uitgebreid, gecombineerd en toegesneden op de eigen schoolsituatie om voor de leerkrachten van nut te kunnen zijn. Het 3M-project richt zich op het samen ontwikkelen (d.m.v. ontwikkelingsonderzoek), uitproberen en evalueren van een nieuwe aanpak en nieuwe didactische tools voor meertalig onderwijs (d.m.v. interventieonderzoek). Alle ontwikkelde tools worden in een digitale 3M-Toolbox ondergebracht, die beschikbaar gesteld zal worden aan alle scholen. In de derde plaats vindt een flankerend effect-onderzoek naar (taal)attitudes plaats. In dit project beoogt het consortium een innovatieve kwaliteitsimpuls aan het meertalig basisonderwijs te geven, niet alleen in Fryslân, maar in heel Nederland.
Het ‘Living Lab, Eerst een Thuis’ van gemeente Utrecht en regiogemeenten geeft dakloze mensen directe toegang tot stabiele huisvesting met ambulante begeleiding. De Hogeschool Utrecht voert actieonderzoek uit. We achterhalen kritische succes- en faalfactoren bij huisvesting, begeleiding en landen in de wijk en zorgen ervoor dat we tussentijds samen kunnen leren en experimenteren. Doel Door dit project krijgen we inzicht in wat werkt bij het huisvesten, begeleiden en helpen landen in de wijk van dakloze mensen. Daarmee willen we de kans op duurzaam herstel van de bewoners vergroten. Leergang Housing First Housing First is bekend als model en systeemaanpak voor het beëindigen van dakloosheid. Wil je weten waar dit precies over gaat? Ben je benieuwd naar wat er bij de implementatie en doorontwikkeling komt kijken? Wil jij met Housing First een effectieve bijdrage leveren aan het beëindigen van dakloosheid? Meld je dan aan voor onze nieuwe Leergang Housing First die in januari '23 van start gaat en wordt verzorgd door Housing First Nederland en Hogeschool Utrecht. Resultaten Inzicht in de kritische succes- en faalfactoren op de thema’s begeleiding, huisvesting en landen in de wijk; Het vergroten van de kans op duurzaam herstel van mensen die na een periode van dakloosheid weer zelfstandig gaan wonen. Looptijd 01 april 2021 - 31 augustus 2023 Aanpak We organiseren groepssessies met bewoners, begeleiders en ketenpartners bij de verschillende projecten die onder het Living Lab vallen. Daarbij kijken wat goed gaat en wat beter kan en vertalen we de opgehaalde informatie naar interventies of actiepunten.
Het ‘Living Lab, Eerst een Thuis’ van gemeente Utrecht en regiogemeenten geeft dakloze mensen directe toegang tot stabiele huisvesting met ambulante begeleiding. De Hogeschool Utrecht voert actieonderzoek uit. We achterhalen kritische succes- en faalfactoren bij huisvesting, begeleiding en landen in de wijk en zorgen ervoor dat we tussentijds samen kunnen leren en experimenteren.