Purpose: Elucidating the complex interactions between physical activity (PA), a multidimensional concept, and physical capacity (PC) may reveal ways to improve rehabilitation interventions. This cross-sectional study aimed to explore which PA dimensions are related to PC in people after minor stroke. Materials and methods: Community dwelling individuals >6 months after minor stroke were evaluated with a 10-Meter-Walking-Test (10MWT), Timed-Up & Go, and the Mini Balance Evaluation System Test. The following PA outcomes were measured with an Activ8 accelerometer: counts per minute during walking (CPMwalking; a measure of intensity), number of active bouts (frequency), mean length of active bouts (distribution), and percentage of waking hours in upright positions (duration). Multivariable linear regression models, adjusted for age, sex and BMI, were used to assess the relationships between PC and PA outcomes. Results: Sixty-nine participants [62.2 ± 9.8 years, 61% male, 20 months post onset (IQR 13.0–53.5)] were included in the analysis. CPMwalking was significantly associated to PC in the 10MWT (std. ß ¼ 0.409, p ¼ 0.002), whereas other associations between PA and PC were not significant. Conclusions: The PA dimension intensity of walking is significantly associated with PC, and appears to be an important tool for future interventions in rehabilitation after minor stroke
DOCUMENT
Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel of een chronische neurologische aandoening moeten vaak dagelijkse activiteiten opnieuw leren, zoals lopen of opstaan vanuit een stoel. Fysiotherapeuten spelen een belangrijke rol bij het (opnieuw) leren van deze activiteiten en andere vaardigheden. Voor hen ligt de uitdaging om therapie voor de patiënt zo effectief en efficiënt mogelijk vorm te geven. Hierbij kunnen fysiotherapeuten gebruikmaken van verschillende leerstrategieën, zoals expliciet en impliciet motorisch leren.
DOCUMENT
Falls are common after stroke. This article presents a literature review of the incidence and risk factors of falls and the consequences for professionals working with stroke patients. It is important to consider the specific problems after stroke. Depression and cognitive impairments were found to be risk factors for fall incidents after stroke. In the relevant literature many different risk factors and circumstances are described. When patients move from bed to chair, walk to the bathroom and the first few days after the patient is discharged to another setting, - all these circumstances showed high percentages of falling. A fall during hospital stay is a significant risk factor for future fall incidents. A reliable index to measure the fall risk is not (yet) available. But scores on the Barthel Index and the Timed-Up-and-Go test can be used as fall risk indicators. Fear of falling is an important complication after a fall and therefore it is recommended prior to discharge to inquire about the patients self efficacy in maintaining balance. Few intervention studies use the number of falls as an outcome measure. Exercising balance following a mass training protocol seems to diminish the risk of falling.
DOCUMENT
Welke beweeg-apps zijn bruikbaar bij het stimuleren van meer bewegen bij thuiswonende ouderen? In het project ‘Meer bewegen met uw Smartphone’ is kennis opgedaan over geschikte beweeg-apps voor ouderen. Tevens is onderzocht hoe een keuzewijzer beweeg-apps het beste gebruikt kan worden door zorgverleners in de eerstelijn.
DOCUMENT
Voor u ligt de voorlichtingspublicatie "Onder poeder lassen". Dit blad is een update van het NIL-voorlichtingsblad "Onder poeder lassen" dat in 1988 is opgesteld als onderdeel van het gelijknamige onderzoeksproject dat uitgevoerd is onder supervisie van het Nederlands Instituut voor Lastechniek. Daar er in de periode tussen verschijning van de eerste uitgave en nu een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van het onder poeder lassen is geweest, was een aanpassing aan de huidige stand der techniek noodzakelijk. De Nederlandse overheid heeft geld ter beschikking gesteld om een aantal verouderde voorlichtingspublicaties aan te passen aan de stand der techniek; de FME heeft de coördinatie daarvan op zich genomen. Voor de aanpassing van deze publicatie heeft zij het NIL de opdracht gegeven. De oude voorlichtingspublicatie vormt de basis van deze update, zodat verwijzingen naar geraadpleegde literatuur aanvullend aan de oude publicatie zijn.
DOCUMENT
Deze praktijkaanbeveling is oorspronkelijk vervaardigd in het kader van het "Technologie Centrum voor Verbinden" van het NIL. Titaan is in vergelijking met staal en aluminium een duur metaal. Titaan wordt voornamelijk gebruikt in de procesindustrie (reactorvaten) vanwege zijn zeer goede corrosiewerende eigenschappen. Het materiaal is verder uitstekend geschikt voor medische toepassingen zoals pacemakers en prothesen. De hoge sterkte/gewichtsverhouding van titaanlegeringen maakt dit materiaal interessant voor toepassingen in de ruimtevaart en voor sportartikelen zoals fietsframes en tennisrackets. De toepassing als brilmontuur heeft dit materiaal te danken aan de combinatie van goede corrosiewerende eigenschappen, licht gewicht en hoge sterkte. Door de recentelijke daling van de titaanprijs worden titaanlegeringen ook toepast voor offshore constructies vanwege de combinatie van goede corrosiebestendigheid en hoge sterkte. Een geheel nieuwe toepassing is het gebruik van titaan in de architectuur. De decoratieve matgrijze kleur van het titaanoppervlak maakt dit materiaal interessant voor overkappingen van hallen, stationruimtes e.d.
DOCUMENT
Deze publicatie is tot stand gekomen in het kader van een updateproject, waarbij een groot aantal technische voorlichtingspublicaties wordt aangepast aan de huidige stand der techniek. Hierbij heeft een nauwe samenwerking plaatsgevonden tussen de op de laatste pagina van deze publicatie vermelde partijen. Deze publicatie is een update van de publicaties "Construeren voor booglassen met robots" (VM 105, FME, 1997), "Sensoren voor booglassen" (VM 96, FME,1993) en "Booglassen met robots" (VB920901, NIL,1992) en vormt samen met de publicaties "TI.07.39 - Eenvoudige mechanisatie bij het booglassen" en "TI.07.40 - Ontwerp voor gemechaniseerd lassen" een overzicht met betrekking tot de automatisering van het lasproces. Al deze geupdate publicaties zijn, evenals de andere in dit updateproject vervaardigde en uitgegeven publicaties, als pdf-file vrij te downloaden vanaf de websites "www.verbinden-online.nl", "www.dunneplaat-online.nl" en via de websites van de deelnemende organisaties.
DOCUMENT
Deze publicatie is tot stand gekomen in het kader van een updateproject, waarbij een groot aantal technische voorlichtingspublicaties wordt aangepast aan de huidige stand der techniek. Hierbij heeft een nauwe samenwerking plaatsgevonden tussen de op de laatste pagina van deze publicatie vermelde partijen. Deze publicatie is een update van de publicatie "Construeren voor booglassen met robots" (VM 105, FME, 1997) en vormt samen met de publicaties "TI.07.39 - Eenvoudige mechanisatie bij het booglassen" en "TI.07.41 - Geavanceerde lasmechanisatie en sensoren", een overzicht met betrekking tot de automatisering van het lasproces. Al deze geupdate publicaties zijn, evenals de andere in dit updateproject vervaardigde en uitgegeven publicaties, als pdf-file vrij te downloaden vanaf de websites "www.verbinden-online.nl", "www.dunneplaat-online.nl" en via de websites van de deelnemende organisaties.
DOCUMENT
Onderzoeksrapport over de groei van de loopsport in de afgelopen decennia, met bijzondere aandacht voor de versnelling in deze groei sinds 2000 en veel cijfermateriaal over de huidige loopsportmarkt. Geschreven in opdracht van de Atletiekunie.
DOCUMENT
Voor het lectoraat staat het beantwoorden van de volgende vraag centraal: hoe kunnen professionals, werkzaam in de praktijk, de gezondheid en het welzijn van kwetsbare ouderen bevorderen? Door antwoorden te zoeken op deze vraag draagt het lectoraat bij aan een gezonde samenleving, een profilerend thema voor Hogeschool Inholland dat richting geeft aan de inrichting van het onderwijs en onderzoek. De Gezonde Samenleving verwijst naar een integrale benadering van zorg en welzijn, waarin de mens zelf centraal staat en niet de afzonderlijke problemen waar hij of zij tegenaan loopt.
DOCUMENT