Presentatie ter gelegenheid van het afscheid van Rick de Graaff als lector bij Inholland. Symposium Taal in het Onderwijs, Inholland Amstelveen
DOCUMENT
Slechthorende en dove leerlingen op scholen voor slechthorende leerlingen en leerlingen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS) vormen een minderheidsgroep op school en dat brengt risico’s met zich mee. Zo is hun toegang tot het gesproken Nederlands, de voertaal in de klassen, niet altijd optimaal. En het gesproken Nederlands wordt niet altijd consequent met gebaren ondersteund, aangezien niet elke leerkracht op deze scholen gebaarvaardig is. In dit artikel wordt verslag gedaan van het Kentalis project ‘NGT als T2 op school’ waarin slechthorende en dove leerlingen op Kentalis Rotsoord SO twintig lessen NGT als tweede taal (T2) kregen aangeboden van een dove docent, een native signer. Het doel van deze lessen was tweeledig: het aanleren van NGT-vaardigheden en een bijdrage leveren aan de identiteitsontwikkeling van de leerlingen.
DOCUMENT
Uit promotieonderzoek van taalwetenschapper Jentine Land blijkt dat de taal in lesboeken op het vmbo te simpel is. Deze zogeheten jip-en-janneketaal zou de leerstof voor de leerlingen duidelijker moeten maken dan gewone taal, maar het tegendeel blijkt het geval te zijn.
DOCUMENT
Taal speelt een essentiële rol in het leren, ook in zaakvakken zoals wereldoriëntatie of geschiedenis. Soms worden deze vakken in het Engels gegeven (CLIL). We ontwerpen lesstrategieën en lesmaterialen om het leren in CLIL-contexten bevorderen door.
DOCUMENT
Logopedisten en klinisch linguïsten onderzoeken de taalontwikkeling van jonge kinderen met een vermoedelijke of al vastgestelde taalontwikkelingsstoornis. Ze onderzoeken ook de taalvaardigheid van personen met afasie. Naast gestandaardiseerde tests worden samples spontane taal geanalyseerd. Hiervoor worden uitingen ontlokt aan de patiënten via vaste protocollen. De sessies worden opgenomen, getranscribeerd en vervolgens grammaticaal geanalyseerd. Bij de grammaticale analyse wordt bepaald welke soorten constructies en fouten voorkomen en in welke mate, en dit wordt vergeleken met een norm. Taal- en spraaktechnologie (TST) kan er in prin-cipe aan bijdragen om het proces van transcriptie en grammaticale analyse efficiënter te maken en mogelijk zelfs om de kwaliteit van de assessments te verhogen. In dit artikel richten we ons op de mogelijkheden van TST voor de analyse van kindertaal.
LINK
Het onderwijzen van gebarentaal is het onderwijzen van een taal zonder geschreven vorm. Dit heeft voor- en nadelen. In het verleden ontwikkelde ‘schriftsystemen’ lijken ingehaald te worden door de moderne technologie. Toch lijken er voor sommige doelgroepen goede argumenten te zijn om toch een schriftsysteem te leren beheersen
DOCUMENT
Het rapport Naar een inclusieve werkomgeving. Inzichten vanuit (levens)verhalen en paradoxen uit de praktijk dat door onderzoekers van Hogeschool Inholland en de Vrije Universiteit Amsterdam in de periode mei 2019 – november 2021 is uitgevoerd, met een subsidie van Instituut Gak, biedt op een bijzondere manier inzicht in het fenomeen ongelijke kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt.
DOCUMENT
Het unieke van twee talen in een verschillende modaliteit is dat je Nederlandse woorden en gebaren uit de Nederlandse Gebarentaal (NGT) tegelijkertijd kunt produceren: terwijl je een gebaar maakt, kun je er iets bij zeggen. Dat is niet mogelijk bij twee gesproken talen, bijvoorbeeld Nederlands en Spaans. De invloed van NGT en Nederlands op elkaar is een interessant onderwerp van onderzoek. Ons land kent tussen de 15.000 en 18.000 dove Nederlanders die gebarentaal als eerste taal gebruiken en het Nederlands als tweede taal. De meeste doven zijn dus tweetalig. Daarnaast zijn er ook veel ernstig-slechthorenden met Nederlands als eerste taal die veel gebaren gebruiken.
DOCUMENT
Tweetalig onderwijs (tto) is bezig aan een opmars in Nederland. Maar wat houdt het nu eigenlijk in? En wat is het verschil met de andere veelgehoorde afkorting CLIL?
DOCUMENT
Bij al het vakmanschap en meesterschap dat leraren nodig hebben, hoort ook een hoog taalvaardigheidsniveau. Om hun vak over te dragen en om bij te dragen aan de vorming van de leerlingen, moeten leraren over uitstekende communicatieve vaardigheden beschikken. Bovendien moeten ze bijdragen aan de taalontwikkeling van hun leerlingen. Dat geldt niet alleen voor docenten Nederlands, maar ook voor alle andere docenten. Bij de doelen van een vak hoort immers ook de tal van dat vak. Dit lectoraat heeft de opdracht om bij te dragen aan de opleiding van 'taalvaardige leraren die competent zijn om taalgericht les te geven'. Maar hoe goed moet het Nederlands van leraren eigenlijk zijn? Hoe kunnen we dat beoordelen? Gelden voor alle leraren dezelfde eisen, onafhankelijk van hun vak en los van hun achtergrond en andere competenties? Hoe kan de lerarenopleiding studenten helpen om dat niveau te bereiken? Door middel van onderzoek, onderwijs en professionalisering proberen de medewerkers van de FLOT Taalwerkplaats deze vragen te beantwoorden.
DOCUMENT