Purpose - This paper aims to establish the profile of an excellent facility manager in The Netherlands.Design/methodology/approach − As part of a large-scale study on profiles of excellent professionals, a study was carried out to find the key characteristics of an excellent facility manager. Three panel sessions were held in different regions of The Netherlands. Sixteen facility management (FM) professionals with various work experiences participated in the conversations, led by a non-FM moderator. All material was recorded, transcribed, and labelled independently by three assessors. The concept profile that was derived from these analyses was administered in a survey twice to FM experts following a Delphi method.Findings – Outcomes suggest a combination of the following five characteristics defines an excellent facility manager: he or she (1) possesses communication skills; (2) acts results-oriented; (3) is entrepreneurial; (4) is sensitive to the needs of the organisation; (5) demonstrates personal leadership.Paper_Profile Excellent Facility ManagerAll characteristics were consistent with the nine FM Bachelor competencies of the Dutch standard (LOOFD). However, regarding the fifth domain (personal leadership), the observed profile of an excellent FM professional seems more challenging than the Dutch Bachelor standard.Practical implications − The observed profile can be used to further strengthen the Dutch (Honours) Bachelor Programmes in FM. Exploring international (dis)similarities, possibly leading to an international profile of an excellent facility manager, is a future ambition.Originality/Value − This study describes the systematic design of a research-based profile of an excellent FM professional from a practice point of view.
DOCUMENT
New universities on the European mainland were mostly teaching oriented until the start of this century. Current national and local management intends to better connect research and teaching through the increase of lecturers' research capacity, often defined through their master's degrees or PhDs. However, this strategy is complex due to the needed combination of didactical expertise, professional practise, and research competencies in lecturers' professional profiles, which are not captured by the notion of formal degrees. This study considers the professional profiles of new lecturers through a thematic analysis and a correlation analysis of tasks and competencies in job openings (N = 126). The findings show that two professional profiles underpin the hiring of new lecturers: the teaching lecturer and the research-active lecturer. These profiles do not imply a better connection between research and teaching. To reach this goal, higher education policy should explicitly define lecturers' professional profiles beyond their formal degrees.
DOCUMENT
Non-professional runners make extensive use of consumer-available wearable devices and smartphone apps to monitor training sessions, health, and physical performance. Despite the popularity of these products, they usually neglect subjective factors, such as psychosocial stress, unexpected daily physical (in)activity, sleep quality perception, and/or previous injuries. Consequently, the implementation of these products may lead to underperformance, reduced motivation, and running-related injuries. This paper investigates how the integration of subjective training, off-training, and contextual factors from a 24/7 perspective might lead to better individual screening and health protection methods for recreational runners. Using an online-based Ecological Momentary Assessment survey, a seven-day cohort study was conducted. Twenty participants answered daily surveys three times a day regarding subjective off-training and contextual data; e.g., health, sleep, stress, training, environment, physiology, and lifestyle factors. The results show that daily habits of people are unstructured, unlikely predictable, and influenced by factors, such as the demands of work, social life, leisure time, or sleep. By merging these factors with sensor-based data, running-related systems would be able to better assess the individual workload of recreational runners and support them to reduce their risk of suffering from running-related injuries
DOCUMENT
Leraren van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) hebben binnen de grootstedelijke context te maken met grote uitdagingen ten aanzien van diversiteit en kansengelijkheid. Die uitdagingen vragen om duurzame veranderingen van praktijken en routines in een school en daarmee een gezamenlijke inzet van alle betrokkenen op team- en organisatieniveau. Het gezamenlijk vinden van antwoorden op die uitdagingen vraagt immers om het ontwikkelen en bundelen van kennis en expertise, met andere woorden om het met en van elkaar leren over grootstedelijke onderwijsvraagstukken. Dit vraagt om wezenlijke veranderingen in de wijze waarop leraren van en met elkaar leren. Om die veranderingen te initiëren is een integrale en systemische aanpak nodig waarin interventies worden doorgevoerd om leren op team- en organisatieniveau te stimuleren. De aanpak van dit praktijkprobleem vraagt om een herijking van het beroepsbeeld en –structuur door de leraar als teamspeler te profileren, om wezenlijke transities in de wijze waarop professionalisering van de leraar binnen MSA georganiseerd en uitgedragen wordt en om fundamentele veranderingen in de inrichting van de schoolorganisatie. Dat leidt tot de volgende hoofdvraag: Hoe kan ik interveniëren in een conventioneel schoolsysteem om het leren op team- en organisatieniveau te versterken teneinde bij te dragen aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling? Hierbij is de verwachting dat door veranderprocessen en weloverwogen interventies in gang te zetten die zowel de leraar als andere betrokkenen in een schoolsysteem ertoe aanzetten om in georganiseerde vorm met en van elkaar gericht te leren er een duidelijke leercontext gerealiseerd wordt waardoor de leeropbrengsten duurzame school- en onderwijsontwikkeling versterken. Doel van dit PD-traject is derhalve om een verschuiving te realiseren van individueel leren naar team- en organisatieleren binnen MSA waardoor leraren en andere betrokkenen binnen de school gezamenlijk effectiever vorm geven aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling.
Ervaringsdeskundigheid in de zorg is sterk in opmars: hulpverleners die hun eigen persoonlijke ervaringen professioneel inzetten bij het herstel van hun cliënten. Onder andere beroeps-en gedragscodes en negatieve beeldvorming staan de optimale inzet hiervan in de weg. Dit promotieonderzoek wil de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) onderzoeken en verstevigen.Doel Dit promotieonderzoek heeft als doel om de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de GGZ te onderzoeken en te verstevigen. Ervaringsdeskundigen hebben vaak creatieve oplossingen, zijn in staat om vanuit hun eigen ervaring aan te moedigen en kunnen helpen het stigma op psychische problemen te verminderen. Dit onderzoek gaat in op relationeel-ethische verschuivingen die plaatsvinden bij de implementatie van ervaringsdeskundigheid en de betekenis van die inkleuring. Het onderzoek wil een bijdrage te leveren aan zowel theorievorming, de waarde van ervaringsdeskundigheid en in het bijzonder een versteviging en verduurzaming daarvan binnen de (ggz) praktijk- en beroepsinnovatie. Een ander doel van het onderzoek is om de opleidingen Social Work te verrijken met nieuwe kennis over ervaringsdeskundigheid. Resultaten Dit onderzoek is een vervolg op eerder onderzoek, waarin we de ervaringsdeskundigheid onder zorgprofessionals onderzochten. Daaruit kwam een aantal interessante inzichten. 45% van de ondervraagde zorgprofessionals bleek zelf ervaring te hebben met de ggz. Zij gaven aan die te willen inzetten in hun werk, maar wisten niet altijd hoe ze hun persoonlijke ervaringen konden combineren met hun professionele rol. Cliënten reageerden over het algemeen goed op hulpverleners die hun eigen ervaring meenamen in de zorg. Maar in de organisaties is nog veel onwetendheid over deze nieuwe rol, met name onder regiebehandelaren (psychiaters en psychologen). In mei '22 vond het jaarlijkse congres plaats van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. De poster over het gebruik van ervaringskennis in de rol van psychiater won een aanmoedigingsprijs. Use of experiential knowledge by mental health professionals and its contribution to recovery: literature review Professionals harnessing experiential knowledge in Dutch mental health settings Lees meer over onze tussentijdse bevindingen in het artikel Ervaringskennis professionals draagt bij aan betere geestelijke gezondheidszorg Posterpresentatie ‘Resultaten voorstudie ervaringskennis onder zorgprofessionals’. Luister onderstaande aflevering uit de podcastserie Lessen uit #HUonderzoek met Simona Karbouniaris (ook te vinden via je favoriete podcastapp). Looptijd 01 maart 2019 - 01 maart 2023 Aanpak Hoewel veel zorgorganisaties moeten wennen aan het idee dat ook reeds werkende zorgprofessionals ervaringsdeskundig kunnen zijn en zich als zodanig profileren, is een groeiend aantal professionals met ervaringsdeskundigheid aan het werk. Deze zorgprofessionals hebben behoefte aan verdere validering van hun nieuwe rol, kennis en praktische handvatten teneinde hun ervaringsdeskundigheid adequaat te kunnen benutten. Dit wetenschappelijk onderzoek bestaat uit een literatuurstudie en een praktijkdeel. Er vindt kwalitatief participatief onderzoek plaats op drie niveaus in de organisatie: onder professionals met ervaringskennis en hun collega's; bij cliënten; bij de 3 participerende organisaties.
Ervaringsdeskundigheid in de zorg is sterk in opmars: hulpverleners die hun eigen persoonlijke ervaringen professioneel inzetten bij het herstel van hun cliënten. Onder andere beroeps-en gedragscodes en negatieve beeldvorming staan de optimale inzet hiervan in de weg. Dit promotieonderzoek wil de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) onderzoeken en verstevigen.