Het lectoraat Innoverend ondernemen verbonden aan De Haagse Hogeschool heeft op 12 november 2015 een seminar georganiseerd over nieuwe businessmodellen en de nieuwe economie. Van deze dag hebben we een verslag gemaakt middels deze uitgave. Een interessant naslagwerk voor alle ruim 150 deelnemers van dit seminar, die kunnen teruglezen wat ze deze dag hebben geleerd, maar ook kunnen leren van de workshops waarin ze niet hebben geparticipeerd. Daarnaast is deze uitgave leerzaam voor iedereen die geïnteresseerd is in nieuwe businessmodellen vanuit verschillende perspectieven, waarin theorie en praktijk samen komen.
In 2019 is het eerste ‘Atelierboek’ verschenen . Inmiddels zijn er een paar jaar verstreken en zijn er tal van nieuwe ateliers ontstaan. Met dit nieuwe atelierboek worden er middels meer dan 30 portretten de rijkdom en variëteit aan ateliers binnen onze hogeschool getoond. De portretten zijn ingedeeld als volgt: ateliers op de locaties van NHL Stenden, externe ateliers en ateliers waarbij de faciliteiten sterk bepalend zijn. Deze portretten laten zien aan welke vraagstukken wordt gewerkt, hoe wordt samengewerkt met het werkveld en onderzoekers en wat de meerwaarde is van de ateliers. Tevens bevat dit atelierboek een aantal verdiepende artikelen die vertellen over het werken en leren in ateliers. De bijdrage in hoofdstuk 1 gaat over: wat beoogt NHL Stenden met ateliers, waarin verschillen de ateliers en enkele ervaringen met ateliers. Na de portretten in hoofdstuk 2 wordt in hoofdstuk 3 het ‘Waardecreatiemodel Atelier’ en een model met ontwerpdimensies gepresenteerd. Beide bieden handvatten voor het ontwerpen en evalueren van ateliers. In hoofdstuk 4 wordt er ingezoomd op de effecten van de fysieke ruimte op het leren. Daarna wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de uitkomsten van (lopend) onderzoek naar ateliers.
Professional higher education is expected to educate large numbers of students to become innovative professionals within a time frame of three or four years. A mission impossible? Not necessarily, according to Henriëtta Joosten who is a philosopher as well as a teacher. She uses the experimental, liberating, but also dangerous ideas of Friedrich Nietzsche to rethink contemporary higher professional education. What does it mean to teach students to strive for better in a professional world where horizons tend to disperse and the possibility of long-term orientation is disappearing? Following Nietzsche, five key elements of striving for better are explored: uncertainty, excellence, critical thinking, truth seeking friendship, and learning through ups and downs. From these five perspectives, Joosten scrutinises existing educational discourses on professional higher education in search for openings to transform these discourses into new, more appropriate ones. Understanding excellence as rising above oneself (rather than being better than others), she argues for a learning environment in which all students are encouraged to excel. Such an environment allows for uncertainty and learning through ups and downs. Furthermore, teachers are prepared to risk their certainties in order to let a joined quest - that is, a quest of students and teacher - for better truths arise. Using the Nietzschean-inspired notions which have been developed in the study, Joosten describes two factual cases. One case relates to a course in close reading: first-year students jointly read philosophical and scientific texts. The second case involves a group of eleven senior students developing a course in project management. These descriptions and the recommendations serve as a catalyst for constructive debate on the question of how all students can be equipped for a dynamic professional world.
MULTIFILE
Achter de Voordeur is een jaarlijks terugkerend onderzoeks- en onderwijsproject, waarin studenten van verschillende opleidingen aan de HU de wijk ingaan om de ervaringen en behoeften op te halen van mensen met geldzorgen.Doel Door de interviews die de studenten met buurtbewoners houden vergroten we de kennis over de ervaringen en hulpbehoeften van mensen met geldzorgen. Het doel is om op basis van deze kennis het traject naar hulp bij schulden te verkorten en inzicht te verkrijgen in hoe er in een vroegtijdig stadium passende hulp kan worden geboden. Resultaten De resultaten uit de 48 diepte-interviews en 20 mini-interviews volgen in november 2021. Looptijd 01 november 2020 - 01 november 2021 Aanpak In 2020-2021 vindt de eerste versie van Achter de Voordeur plaats. Daarna keert het project jaarlijks terug, waardoor er een dataset over een langere periode kan worden ontwikkeld. De studenten die deelnemen krijgen een training van een aantal dagen. Hier leren zij hoe zij interviews gaan afnemen en oefenen zij met data analyse en de rapportage van kwalitatief onderzoek. De studenten krijgen de ruimte om vanuit hun eigen opleiding een bijdrage leveren aan het onderzoek, bijvoorbeeld door een gedeelte van de vragenlijst te ontwikkelen of een eigen onderzoeksvraag te formuleren voor een masterscriptie. Impact van het onderzoek Doordat het onderzoek een aantal jaren achtereen plaatsvindt bestaat de mogelijkheid om respondenten over een langere periode te volgen, zodat we het traject vanaf het ontwikkelen van schulden tot aan het vinden van geschikte hulp in kaart kunnen brengen. Daarnaast krijgen studenten van verschillende opleiding aan de HU de mogelijkheid om meer te leren over problematische schulden, het afnemen van interviews bij kwalitatief onderzoek en de analyse en rapportage van de verhalen die zij zelf ophalen in de wijk. Verder is kennis over het vroegtijdig bereiken en helpen van mensen met geldzorgen voor onze partners, de Gemeente Utrecht en Stichting Helden van de Wil, ook zeer van waarde. Afstudeerstudenten van diverse opleidingen gezocht! Ben jij proactief, nieuwsgierig en nauwkeurig? Vind jij het leuk om de wijken in te gaan om interviews af te nemen en bij te dragen aan het verbeteren van de schuldenaanpak in Utrecht? Sluit je dan aan bij ons onderzoeksteam als afstudeerstudent! Interesse? Meld je aan bij Barbera van der Meulen.
Big data spelen een steeds grotere rol in de (semi)professionele sport. De hoeveelheid gegevens die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Sportbegeleiders (coaches, inspanningsfysiologen, sportfysiotherapeuten en sportartsen) maken steeds vaker gebruik van sensoren om sporters te monitoren. Tijdens trainingen en wedstrijden worden de hartslagen, afgelegde afstanden, snelheden en versnellingen van sporters gemeten. Het analyseren van deze data vormt een grote uitdaging voor het begeleidingsteam van de sporters. Sportbegeleiders willen big data graag inzetten om meer grip te krijgen op sportblessures. Blessures kunnen namelijk desastreuze gevolgen hebben voor teamprestaties en de carrière van (semi)professionele sporters. In totaal stopt maar liefst 33% van de topsporters door blessures met hun sportloopbaan. Daarnaast is uitval door blessures een belangrijke oorzaak van stagnatie van talentontwikkeling. Het lectoraat Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam heeft veel expertise op het gebied van blessurepreventie in de sport. Sportbegeleiders hebben het lectoraat Sportzorg benaderd om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: Wat zijn op data gebaseerde indicatoren om sportblessures te voorspellen? Deze onderzoeksvraagstelling is opgesplitst in de volgende deelvragen: 1. Hoe kan met sensoren relevante data van sporters verzameld worden om de sportbelasting in kaart te brengen? 2. Welke parameters kunnen blessures voorspellen? 3. Hoe kunnen deze parameters op betekenisvolle en eenvoudige wijze naar sportbegeleiders en sporters teruggekoppeld worden? Het project resulteert in de volgende projectresultaten: - Een overzicht van nauwkeurige en gebruiksvriendelijke sensoren om sportbelasting in kaart te brengen - Een overzicht van relevante parameters die blessures kunnen voorspellen - Een online tool dat per sporter aangeeft of de sporter wel of niet training- of wedstrijdfit is Bij dit project zijn de volgende organisaties betrokken: Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Leiden, VUmc, Rijksuniversiteit Groningen (RuG), Amsterdam Institute of Sport Science (AISS), Johan Sports, Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport (NVFS), VV Noordwijk (voetbalclub) en Black Eagles (basketbalclub).
Veel organisaties in met name de publieke sector kampen met bureaucratie, medewerkers die hun passie kwijt zijn en cliënten of burgers die zich een nummer voelen. Hoe kan een organisatie de bedoeling centraal stellen en weer wendbaar worden, waardoor zij weer oog krijgt voor de mensen die zij bedient? Hoe kan een organisatie voor sterke teams, coachend leiderschap en betekenisvol werk zorgen en het werkplezier van medewerkers vergroten? Een 'bottom-up'-aanpak van integrale organisatievernieuwing leidt in de praktijk tot goede resultatenDoel In dit ontwerpgerichte onderzoek wordt op participatieve wijze gewerkt aan een organisatieontwerp waarin de klant centraal staat en teams de bouwsteen vormen van de organisatie. Middels een methodiek ontwikkeld door het lectoraat werken professionals zelf aan het ontwerp van deze platte en eenvoudige organisatie en geven vorm aan hun teams waarin hun professionele autonomie groot is. Er wordt gekeken naar de aanpassingen van de organisatie die nodig zijn om teams te versterken, zoals een passende besturingsfilosofie, coachend leiderschap, ondersteunende diensten en systemen. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Zelforganisatietool De door het lectoraat ontwikkelde zelforganisatietool biedt inzicht in de teamvorming en teamontwikkeling en geeft teams en hun leidinggevenden handvatten voor hun ontwikkelpad. Afstudeeratelier Organiseren van waardig werk Studenten van het Institute for People & Business die bezig zijn met hun afstudeeronderzoek rondom het thema Ontwerpen & Veranderen van organisaties vormen tezamen een afstudeeratelier. Zij verdiepen aan de hand van expertcolleges hun kennis en maken de kennis die zij opdoen vervolgens overdraagbaar naar andere organisaties en het onderwijs door de resultaten van hun onderzoek te delen. Aanpak De ontwerp- en verandermethodiek die in het praktijkgericht onderzoek wordt toegepast, is gebaseerd op een experiment in de ouderenzorg. De aanpak staat beschreven in de handreiking ‘Sociale innovatie in de ouderenzorg: samenwerken aan goede zorg, op reis met de client als kompas’ (Handreiking Sociale Innovatie). In dit artikel (Artikel Organisatieverandering van onderop) worden de resultaten van dit experiment toegelicht. Deze ontwerp- en verandermethode is vervolgens in diverse organisaties toegepast (Edward Lawler – High-Involvement Management). Momenteel wordt een soortgelijke participatieve methode ontwikkeld voor, en toegepast in het hoger onderwijs (https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/naar-een-teamgerichte-organisatie). Onderwijsteams binnen de HU gebruiken de aanpak om zelforganiserend te worden en een teamgerichte organisatie te bouwen. Er wordt gelijktijdig onderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de verbetering van het organisatieontwerp, in de ontwikkeling van het zelforganiserend vermogen van teams en wat de lessons learned zijn ten behoeve van een handreiking voor het ontwerpen van een teamgerichte organisatie in het hoger onderwijs.