Search results

Products 5.675

product

Feasibility, reproducibility and validity of the 10 meter Shuttle Test in mild to moderately impaired people with stroke

Background There currently is no field test available for measuring maximal exercise capacity in people with stroke. Objective To determine the feasibility, reproducibility and validity of the Shuttle Test (ST) to measure exercise capacity in people with stroke. Design Longitudinal study design. Setting Rehabilitation department, day care centres from a nursing home and private practices specialized in neuro rehabilitation. Subjects People with subacute or chronic stroke. Interventions A standardized protocol was used to determine feasibility, reproducibility and validity of the 10-meter Shuttle Test (10mST). Main measures Number of shuttles completed, 1stVentilatory Threshold (1stVT). Results The associations of the number of shuttles completed and cardiopulmonary capacity as measured with a portable gas analyser were r > 0.7, confirming good convergent validity in subacute and chronic people with stroke. Criterion validity, however, indicates it is not a valid test for measuring maximal cardiopulmonary capacity (VO2max). Only 60% of participants were able to reach the 1stVT. Higher cardiopulmonary capacity and a higher total score of the lower extremity Motricity Index contributed significantly to a higher number of shuttles walked (p = 0.001). Conclusions The Shuttle Test may be a safe and useful exercise test for people after stroke, but may not be appropriate for use with people who walk slower than 2 km/h or 0.56 m/s.

PDF

Feasibility, reproducibility and validity of the 10 meter Shuttle Test in mild to moderately impaired people with stroke
product

KIWA test report

The purpose of this report is to present the results of the test that we made to see whether we can reliably test at Alliander site.

MULTIFILE

product

Ontwikkeling van een Test voor Toetsangst voor het Hoger Onderwijs (THO)

Er is een groot aantal studies waaruit blijkt dat toetsangst een negatieve invloed uitoefent op toetsprestaties. Voor het diagnosticeren van angst bij studenten in het hoger onderwijs is tot op heden geen gevalideerd instrument beschikbaar. In deze bijdrage staat de ontwikkeling van zo’n test centraal.

MULTIFILE

Ontwikkeling van een Test voor Toetsangst voor het Hoger Onderwijs (THO)

People 21

person

Daphne Hagen

Lecturer/researcher

Daphne Hagen
person

Hossein Dashtestaninejad

person

Izaak Dekker

Senior Lecturer

Izaak Dekker
person

Jeroen Oskam

Projects 879

project

'Naar inclusief (gezondheids)onderzoek. Een toolbox voor begrijpelijke onderzoekscommunicatie'

Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (laaggeletterden) zijn ondervertegenwoordigd in onderzoek, waardoor een belangrijke onderzoekspopulatie ontbreekt. Dit is een probleem, omdat zorgbeleid dan onvoldoende op hun behoeften wordt aangepast. Laaggeletterden hebben vaak een lage sociaal economische positie (SEP). Mensen met een lage SEP leven gemiddeld 4 jaar korter en 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid vergeleken met mensen met een hoge SEP. Om laaggeletterden te betrekken in onderzoek, is het o.a. nodig om onderzoek toegankelijker te maken. Dit project draagt hieraan bij door de ontwikkeling van een toolbox voor toegankelijke (proefpersonen)informatie (pif) en toestemmingsverklaringen. We ontwikkelen in co-creatie met de doelgroep toegankelijke audiovisuele materialen die breed ingezet kunnen worden door (gezondheids)onderzoekers van (zorggerelateerde) instanties/bedrijven én kennisinstellingen voor de werving voor en informatieverstrekking over onderzoek. In de multidisciplinaire samenwerking met onze partners YURR.studio, Pharos, Stichting ABC, Stichting Crowdience, de HAN-Sterkplaats en de Academische Werkplaats Sterker op eigen benen (AW-SOEB) van Radboudumc stellen we de behoeften van de doelgroep centraal. Middels creatieve sessies en gebruikerservaringen wordt in een iteratief ontwerpende onderzoeksaanpak toegewerkt naar diverse ontwerpen van informatiebrieven en toestemmingsverklaringen, waarbij de visuele communicatie dragend is. Het ontwikkelproces biedt kennisontwikkeling en hands-on praktijkvoorbeelden voor designers en grafisch vormgevers in het toegankelijk maken van informatie. Als laaggeletterden beter bereikt worden d.m.v. de pif-toolbox, kunnen de inzichten van deze groep worden meegenomen. Dit zorgt voor een minder scheef beeld in onderzoek, waardoor (gezondheids)beleid zich beter kan richten op kwetsbare doelgroepen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.

Finished
project

‘Datagedragen’ fysiotherapie: sluiten de technische mogelijkheden aan bij de wensen van fysiotherapeuten en hun patiënten?

Patiëntdata uit vragenlijsten, fysieke testen en ‘wearables’ hebben veel potentie om fysiotherapie-behandelingen te personaliseren (zogeheten ‘datagedragen’ zorg) en gedeelde besluitvorming tussen fysiotherapeut en patiënt te faciliteren. Hiermee kan fysiotherapie mogelijk doelmatiger en effectiever worden. Veel fysiotherapeuten en hun patiënten zien echter nauwelijks meerwaarde in het verzamelen van patiëntdata, maar vooral toegenomen administratieve last. In de bestaande landelijke databases krijgen fysiotherapeuten en hun patiënten de door hen zelf verzamelde patiëntdata via een online dashboard weliswaar teruggekoppeld, maar op een weinig betekenisvolle manier doordat het dashboard primair gericht is op wensen van externe partijen (zoals zorgverzekeraars). Door gebruik te maken van technologische innovaties zoals gepersonaliseerde datavisualisaties op basis van geavanceerde data science analyses kunnen patiëntdata betekenisvoller teruggekoppeld en ingezet worden. Wij zetten technologie dus in om ‘datagedragen’, gepersonaliseerde zorg, in dit geval binnen de fysiotherapie, een stap dichterbij te brengen. De kennis opgedaan in de project is tevens relevant voor andere zorgberoepen. In dit KIEM-project worden eerst wensen van eindgebruikers, bestaande succesvolle datavisualisaties en de hiervoor vereiste data science analyses geïnventariseerd (werkpakket 1: inventarisatie). Op basis hiervan worden meerdere prototypes van inzichtelijke datavisualisaties ontwikkeld (bijvoorbeeld visualisatie van patiëntscores in vergelijking met (beoogde) normscores, of van voorspelling van verwacht herstel op basis van data van vergelijkbare eerdere patiënten). Middels focusgroepinterviews met fysiotherapeuten en patiënten worden hieruit de meest kansrijke (maximaal 5) prototypes geselecteerd. Voor deze geselecteerde prototypes worden vervolgens de vereiste data-analyses ontwikkeld die de datavisualisaties op de dashboards van de landelijke databases mogelijk maken (werkpakket 2: prototypes en data-analyses). In kleine pilots worden deze datavisualisaties door eindgebruikers toegepast in de praktijk om te bepalen of ze daadwerkelijk aan hun wensen voldoen (werkpakket 3: pilots). Uit dit 1-jarige project kan een groot vervolgonderzoek ‘ontkiemen’ naar het effect van betekenisvolle datavisualisaties op de uitkomsten van zorg.

Ongoing
project

(Be)leef in de wijk! Vaktherapie in wijkteams ter vermindering van klinische (her)opnamen van mensen met een licht verstandelijke beperking

In Nederland ontstaan steeds meer initiatieven om zorg- en ondersteuningsaanbod in de wijk te ontwikkelen. Ook voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) met bijkomende problematiek. Het doel van deze initiatieven is mensen zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie en opname in een klinische setting te voorkomen. Het project (Be)Leef in de wijk sloot bij deze ontwikkeling aan. In de praktijk valt op dat mensen met LVB en bijkomende problematiek binnen hun leefomgeving nauwelijks beroep kunnen doen op een belangrijke vorm van therapie, namelijk vaktherapie. Vanwege de handelings- en ervaringsgerichte werkwijze wordt vaktherapie als een waardevolle aanvulling gezien voor mensen met LVB ten opzicht van behandelvormen met een meer verbale insteek. In dit project zijn oplossingen ontwikkeld voor de vraag vanuit de praktijk om vaktherapie beter aan te laten sluiten bij GGZ behandelteams die wijkgericht werken. Deze oplossingen betreffen een indicatiemodel en een verwijs- en behandelroute. Het indicatiemodel bestaat uit drie niveaus van indicatiegebieden voor vaktherapieën bij mensen met een LVB. Met het indicatiemodel kunnen verwijzers gerichter doorverwijzen naar vaktherapie. Met de route kan de samenwerking tussen vaktherapeuten en GGZ behandelteams verbeteren, waarbij verondersteld wordt dat dit een positieve weerslag heeft op de zorg geboden aan mensen met LVB. Deze oplossingen zijn ontwikkeld op basis van input vanuit focusgroepen en interviews en focusgroepen met in totaal 22 vaktherapeuten en 12 professionals uit GGZ behandelteams. De route (inclusief indicatiemodel) is gedurende 20 weken uitgetest in 2 GGZ behandelteams (die meerdere wijken bedienen). De samenwerking met een vaktherapeut werd als waardevol ervaren door de professionals werkzaam in de GGZ behandelteams. De vaktherapeut brengt een nieuw perspectief in dat behandelinhoudelijke en gedetailleerde informatie toevoegt aan het team. Hierdoor wordt de indicatiestelling aangescherpt wat volgens professionals van de behandelteams kan leiden tot een efficiëntere behandeling van mensen met LVB. Verder is er meer aandacht voor een voor de cliënt passende behandellocatie. Deze nieuwe aanpak biedt aanknopingspunten om de kwaliteit van behandeling te verbeteren. Verdere implementatie is hiervoor noodzakelijk. Daarvoor wordt deze Top-up subsidie aangevraagd. Meer info is te vinden via www.kenvak.nl/onderzoek/beleef-in-de-wijk/.

Finished

Parties 4

party

Innofest

Partner

Innofest
party

Professorship Sustainability in Hospitality and Tourism

Lectorate

party

Protestantse Theologische Universiteit

Partner

Protestantse Theologische Universiteit
party

Zwarte Kross

Partner

Zwarte Kross

Editorials 12

editorial

Buiten de gebaande paden treden: over rebellie en onderwijstransitie

editorial

Waterlinzen als duurzame eiwitbron voor de toekomst

editorial

Hoe maak je keuzes voor duurzaamheid vanzelfsprekend: van klimaatfrustratie naar actie