Background: Recently, research focus has shifted to the combination of all 24-h movement behaviors (physical activity, sedentary behavior and sleep) instead of each behavior separately. Yet, no reliable and valid proxy-report tools exist to assess all these behaviors in 0–4-year-old children. By involving end-users (parents) and key stakeholders (researchers, professionals working with young children), this mixed-methods study aimed to 1) develop a mobile application (app)-based proxy-report tool to assess 24-h movement behaviors in 0–4-year-olds, and 2) examine its content validity. Methods: First, we used concept mapping to identify activities 0–4-year-olds engage in. Parents (n = 58) and professionals working with young children (n = 21) generated a list of activities, sorted related activities, and rated the frequency children perform these activities. Second, using multidimensional scaling and cluster analysis, we created activity categories based on the sorted activities of the participants. Third, we developed the My Little Moves app in collaboration with a software developer. Finally, we examined the content validity of the app with parents (n = 14) and researchers (n = 6) using focus groups and individual interviews. Results: The app has a time-use format in which parents proxy-report the activities of their child, using eight activity categories: personal care, eating/drinking, active transport, passive transport, playing, screen use, sitting/lying calmly, and sleeping. Categories are clarified by providing examples of children’s activities. Additionally, 1–4 follow-up questions collect information on intensity (e.g., active or calm), posture, and/or context (e.g., location) of the activity. Parents and researchers considered filling in the app as feasible, taking 10–30 min per day. The activity categories were considered comprehensive, but alternative examples for several activity categories were suggested to increase the comprehensibility and relevance. Some follow-up questions were considered less relevant. These suggestions were adopted in the second version of the My Little Moves app. Conclusions: Involving end-users and key stakeholders in the development of the My Little Moves app resulted in a tailored tool to assess 24-h movement behaviors in 0–4-year-olds with adequate content validity. Future studies are needed to evaluate other measurement properties of the app.
MULTIFILE
Lichamelijke activiteiten waarbij het skelet wordt belast, zoals wandelen of hardlopen, hebben een positief effect op de botgezondheid. Activiteiten waarbij niet of nauwelijks belasting van het skelet plaatsvindt, zoals fietsen of zwemmen, worden vaker in verband gebracht met een verminderde botgezondheid. Dit is met name een probleem voor (prof-)wielrenners, waarbij lange dagen op de fiets worden doorgebracht. Alarmerend is het feit dat de meerderheid van de profwielrenners te maken heeft met broze botten (osteopenie of osteoporose). Broze botten verhogen het risico op botbreuken. Dat is niet alleen zorgwekkend tijdens de actieve wielercarrière, maar vooral ook daarna. Een lage botdichtheid op jonge leeftijd verhoogt de kans op osteoporose en botbreuken in het latere leven. De vraag vanuit de beroepspraktijk is hoe de botgezondheid van (jonge) wielrenners verbeterd kan worden. Ondanks dat verschillende bewegings- en voedingsinterventies effectief zijn bevonden bij ouderen, is het niet bekend of zulke interventies ook effectief kunnen zijn voor (jonge) wielrenners. Bovendien moet een interventie inpasbaar zijn in het dagelijkse leven van (prof-)wielrenners en niet interfereren met de reguliere trainingsarbeid. Een veelbelovende strategie die aan deze eisen voldoet zijn korte dagelijkse springsessies gecombineerd met collageensuppletie. In dit innovatief pilotonderzoek zullen we testen of deze strategie daadwerkelijk een positief effect heeft op het botmetabolisme. Vervolgens kan de strategie geïmplementeerd worden binnen het profwielrennen, waarbij ook de botgezondheid op langere termijn onderzocht kan worden. Het project wordt uitgevoerd door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, in samenwerking met wierlerteams Jumbo-Visma en Parkhotel Valkenburg (profploegen), KNWU (wielerunie), Niche4Health (collageensupplementen), en Universiteit Maastricht (wetenschappelijke input en bloedanalyse).
Stadsdeel Schalkwijk in Zuidoost-Haarlem, telt relatief veel bewoners met een lage sociaal economische status en een migratieachtergrond, en scoort op verschillende gezondheidsparameters slechter dan de rest van Haarlem. Minder bewoners voldoen aan de beweegrichtlijnen, meer bewoners hebben overgewicht en 55% van de volwassenen in dit gebied heeft gevoelens van eenzaamheid. Om de gezondheidsverschillen in Haarlem te verkleinen worden preventieakkoorden op stadsdeelniveau gesloten waarvan het Preventieakkoord Schalkwijk de eerste is en als pilot dient voor de andere stadsdelen. In het kader van het preventieakkoord Schalkwijk zijn in 2021 de laagdrempelige wandelinterventies Kwiekroute Boerhaavewijk en Nationale Diabetes Challenge gestart om het beweeggedrag, de gezondheid en het welzijn te stimuleren. Deze interventies passen goed binnen het plan Heel Haarlem Wandelt, een recent gestart programma om wandelen in heel Haarlem te stimuleren. Beide interventies zijn geïmplementeerd en krijgen opvolging: er liggen plannen om nog twee Kwiekroutes aan te leggen en de Diabetes Challenge is een periodiek terugkerende interventie. Gemeente-, sport-, zorg- en welzijnsprofessionals die betrokken zijn bij Heel Haarlem Wandelt willen graag weten: 1) in welke mate en door wie de wandelinterventies in Schalkwijk gebruikt worden; 2) wat succes- en faalfactoren zijn voor gebruik van deze beweegstimuleringsinterventies in de openbare ruimte door betrokken professionals en bewoners; en 3) in hoeverre de juiste gemeentelijke en uitvoerende professionals bij deze interventies betrokken zijn en wat werkzame elementen zijn in hun integrale samenwerking. In dit project worden deze vragen samen met gemeente- en uitvoerend professionals uit de domeinen sport, openbare ruimte, gezondheid en welzijn beantwoord. Dit bevordert de integrale samenwerking bij het beweegvriendelijk inrichten van de openbare ruimte in Haarlem en levert kennis waarmee deze en vergelijkbare beweegstimuleringsinterventies verbeterd en succesvoller geïmplementeerd kunnen worden. Daarnaast creëren we met dit project draagvlak om (soort)gelijke interventies op meerdere plekken in Haarlem te implementeren.
De fysieke en sociale omgeving zijn, veelal onbewust, van invloed op het beweeggedrag van mensen. Een beweegvriendelijke openbare ruimte heeft een preventieve werking op de gezondheid van mensen en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan Healthy Ageing. Een aantrekkelijk park nodigt uit tot wandelen of hardlopen. Een mooie fietsroute door de natuur nodigt uit tot fietsen.Ook de socialiserende werking van beweegvriendelijke ruimten heeft effect op de leefbaarheid van een wijk en buitengebied. Door mensen te laten bewegen en elkaar te ontmoeten kunnen zorgkosten dalen en sociaal-maatschappelijke problematiek worden teruggedrongen. Daarnaast is een dynamisch en beweegvriendelijk natuurgebied een aantrekkelijke toeristische bestemming waarbij het positieve effecten heeft op de economie van de regio.Het KennisLab ‘Beweegvriendelijke Inrichting Openbare Ruimte’ is een vervolg op de InnovatieWerkPlaats BIOR die is gestart vanuit een aanvraag bij het Centre of Expertise Healthy Ageing. Het richt zich op optimale benutting van de openbare ruimte om een actieve leefstijl te stimuleren en daarbij ook de economische en sociale impact op de omgeving van deze ruimte. In het lab werken kennisinstellingen, zorg- en welzijnsinstellingen, overheden (gemeente, provincie) en woningcorporaties samen met diverse partners uit de sport, horeca en recreatie.