3D-printen is inmiddels een volwassen productietechniek en wordt ook steeds meer ingezet voor medische toepassingen, omdat het voor medisch specialisten steeds meer vanzelfsprekend wordt dat zorg wordt afgestemd op de behoeften en wensen van de patiënt. Ook de therapeutische wereld volgt deze ontwikkelingen en willen hier meer mee doen, om zo hun patiënten optimaal te kunnen helpen. De bottlenecks voor het daadwerkelijk implementeren van 3D-printen in het alledaagse proces van de podotherapeut zitten voornamelijk in de kostprijs, snelheid van produceren, beperking aan goede materialen en de onmogelijkheid om de geprinte zool nadien aan te passen. Daarnaast zorgt de diversiteit aan mogelijkheden voor een diffuus beeld voor de podotherapeutische bedrijven omtrent wat nu de juiste productietechniek en het juiste materiaal is om te gebruiken. De praktijkvraag die in dit project beantwoord wordt is: In welke situatie is welke materiaal-productieproces combinatie van de 3D-printtechniek geschikt voor podotherapeutische zolen? Middels gebruiksonderzoek en scenario’s worden de eisen en wensen van de podotherapeuten achterhaald, welke worden gekoppeld aan de uitkomsten van het literatuuronderzoek. Deze ontwerp-proces-materiaal-combinaties worden experimenteel getest en verbeterd. Aan de hand van de uitkomsten worden ontwerp-afhankelijke richtlijnen opgesteld voor de podotherapeuten om zo een goede materiaal-proces selectie te kunnen maken voor het gebruik van 3D-printen voor podotherapeutische zolen.
Deze subsidieaanvraag richt zich op het onderzoeken van de hergebruikmogelijkheden van structuren van incourante kantoorgebouwen. Grofweg 10% van alle leegstaande kantoorgebouwen is incourant. De structuren van deze gebouwen (de constructies) zijn echter meestal niet incourant en in de meeste gevallen technisch niet verouderd. Deze structuren kunnen worden ingezet als dragers voor nieuwe ontwikkelingen die aansluiten op de groeiambities van de metropoolregio Amsterdam. Op deze manier kan de levenscyclus van deze structuren worden verlengd en kunnen de grondstofstromen voor constructiematerialen worden gereduceerd. Het werkveld geeft aan behoefte te hebben aan gedetailleerde technische gegevens over deze structuren en gedetailleerd inzicht in functiemogelijkheden om op basis daarvan scenario’s te ontwikkelen om tot verdienmodellen te komen. In samenwerking met ABT en ABC Nova wordt voor 15 casestudies binnen de metropoolregio Amsterdam de structuur geïnventariseerd. Vervolgens worden voor deze gebouwen de functiemogelijkheden onderzocht. Dit project leidt tot gedetailleerde kennis over bestaande structuren en vormt daarmee de eerste stap in een te ontwikkelen 4D structurenatlas met functiemogelijkheden. De beoogde uitkomsten kunnen dienen als randvoorwaarden voor vervolgonderzoek naar een groter aantal te onderzoeken structuren en functiemogelijkheden. Ook kan naar aanleiding hiervan worden ingezoomd op specifieke constructietypen en functies.
Fietsen in Nederland creëren een afvalprobleem. Zo zijn weesfietsen een voorbeeld van hoe een fietsrijke samenleving geen duurzaam transportsysteem garandeert. Twintig procent van de Nederlandse openbare fietsenstallingen staan vol met weesfietsen (WMD, 2008). Het tijdig en adequaat onderhouden en repareren van de spullen die wij gebruiken, dus ook fietsen, kan helpen om tot minder afval te komen (Ackerman, Mugge and Schoormans, 2018). Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden zijn echter niet altijd haalbaar voor alle gebruikers (Makatsoris et al., 2017; Bakker et al., 2023). Het Bike Kitchen (BK) concept is een wereldwijd fenomeen met als kernwaarden het beschikbaar maken van fietsreparatie voor alle mensen (Valentini en Butler, 2023; Batterbury & Dant, 2019; Batterbury & Manga, 2022; Bradley, 2018). Hoewel de uitvoering van verschillende BK’s anders is, heeft het concept als primaire doel gebruikers professioneel te ondersteunen bij het (leren van) repareren en onderhouden van hun eigen fiets om zo de levensduur van de fiets te verlengen. Tijdens dit KIEM-project onderzoeken ontwerpend onderzoekers samen met service designers, sociaal ondernemers en ROC Midden Nederland hoe een BK als Living Lab bij kan dragen aan het (leren over) verminderen van de milieu-impact uit materiaalgebruik. Vanuit eerder opgedane inzichten uit de literatuur en bij de BK Amsterdam, worden twee BK’s ontworpen en geoperationaliseerd, gericht op specifieke plaatsen (Utrecht Science Park en woonwijk Overvecht) en twee specifieke doelgroepen (studenten en wijkbewoners). Door middel van observaties, interviews en focusgroepen zoomen we in op achterliggende waarden en competenties met betrekking tot materialen- en productgebruik en zoomen we uit op de invloed op de samenleving. Zo leren we hoe het BK concept direct invloed kan hebben op milieu-impact en indirect op andere initiatieven en/of maatschappelijke ontwikkelingen en zo bij kan dragen als ‘agent of change’ richting een duurzame samenleving (Valentini en Butler, 2023).